DE DAG DAT THE BEATLES FATS DOMINO ONTMOETTEN

WebmasterNieuws

In 1964 hadden een groepje rock ‘n’ roll legendes een ontmoeting in New Orleans. 

The Beatles waren die dag in september in the Big Easy voor hun concert in City Park en ze waren vastbesloten om een van hun idolen, Antoine ‘Fats’ Domino Jr. te ontmoeten. Hij had, aldus the Beatles, een grote invloed op hun muziek. George Harrison noemde het nummer “I’m In Love Again” van Domino het beste rock ‘n’ roll nummer dat hij ooit had gehoord. En Domino’s song “Ain’t that a shame”, later gecoverd door John Lennon, was het eerste nummer dat George leerde spelen.

De band had de dag na het concert vrij. Ze speelden voor een uitverkochte menigte van 12000 gillende fans. Maar er werd een last-minute concert toegevoegd, naar verluidt voor $150.000,-, waardoor ze minder dan 24 uur in New Orleans over hadden, en niks anders zagen dan het park, hun hotel en de luchthaven. (de tournee omvatte 25 steden in 30 dagen).

Ondanks hun hectische schema, en de moeite die het kostte om de wat teruggetrokken Domino op zo’n korte termijn op te sporen, besloot een andere muzikant uit New Orleans (Clarence “Drogman” Henry, een van de vooroptredens van het concert) hen te helpen de ontmoeting te regelen. Paul McCartney herinnert zich: “Domino was ergens boodschappen doen ofzo.”

Uiteindelijk werden Domino en zijn manager Bob Astor naar een trailer gebracht die backstage stond voor de optredende artiesten. Daar hadden Domino en de band een ontmoeting van ruim een uur, en ze namen foto’s van elkaar. Lennon: “We zongen nog wat met hem.”

Twee bekende fotografen uit die tijd komen voor in de documentaire ‘Eight Days a Week: The Touring Years” van Ron Howard. McCartney herinnert zich nog Domino’s gevoel voor mode, en weet nog: “Hij had een enorm diamanten horloge om in de vorm van een ster, dat was erg indrukwekkend.”

Domino op zijn beurt, antwoordde toen hem gevraagd werd the Beatles te ontmoeten: “Nee, ze moeten mij ontmoeten.” Maar ze maakten duidelijk indruk. In 1968 coverde Domino het nummer Lady Madonna. Het werd zijn laatste single in de hitparades.

McCartney vertelde in 1994 in een interview: “Ik zat achter de piano, probeerde een soort boogie-woogie te componeren en dat werd Lady Madonna. Het deed me op de een of andere manier denken aan Fats Domino, dus ik zong het ook alsof ik Fats Domino was. Ik deed iets heel anders met mijn stem.”

Domino coverde nog een Beatlesnummer dat McCartney schreef, Lovely Rita, afkomstig van het album Sgt. Pepper’s Lenely Hearts Club Band uit 1967. Domino zette zijn opname een jaar later op zijn album Fats is Back, en zette daar ook ‘Everybody’s Got Something to heide Except Me and My Monkey” op, afkomstig van het White Album.

(Vert.: Ruby Van Den Bergh-Coenraads)