Introductie 1e voorzitter

Deel 1: door Har van Fulpen

Een populaire artiest kan nog zo veel bewonderaars hebben, er zijn er altijd maar een paar honderd die lid worden van een fanclub. En er zijn altijd maar één of twee bewonderaars die zelf zo’n fanclub oprichten. Waarom doet iemand dat? Waarom ben ik zelf in 1963 met de `Official Dutch Beatles Fanclub’ begonnen?

Bewondering voor een artiest is daarvoor niet genoeg. Je moet een innerlijke drang hebben om te corresponderen, stukjes te schrijven en blaadjes in elkaar te zetten. Ik ben zo iemand. In 1962 kocht ik van mijn eerste salaris als leerling-analist een tweedehands schrijfmachine en een tweedehands stencilmachine. Dat was in die tijd genoeg om boekjes en tijdschriften te kunnen maken; gestencilde tienerbladen als Teen-Age Party, Teen en Twen en Dynamite rezen toen als paddestoelen uit de grond. Ik interesseerde me voor tienermuziek, en dus liet ik het muziektijdschrift De Hitparade van start gaan.

Voor het benodigde nieuws abonneerde ik me op het Amerikaanse Cash Box (f 48 per jaar) en het Engelse Melody Maker (f 20 per jaar) en ik organiseerde zelf een Top-50. (Hitparades in tijdschriften waren toen waardeloos, ze stonden vol met Nederlandse levensliederen en Duitse schlagers en waren drie maanden te laat). Het geheel werd gecompleteerd met een zelfgemaakte perskaart, want als hoofdredacteur van een muziekblad moest je wel gratis concerten kunnen bezoeken. Dat lukte wonderbaarlijk goed: het stukje bedrukt karton verleende me toegang tot optredens van onder andere Adamo, Chubby Checker, Dave Berry en Cliff Richard.

Vanuit mijn huisadres (Telderskade 8, een nieuwbouwhuis in het zuidwesten van Leiden) verstuurde ik behalve De Hitparade ook briefkaartfoto’s van populaire artiesten onder de naam ‘Teenagerbureau Stylex’ en coördineerde ik een aantal fanclubs. Ik was begonnen met fanclubs van twee plaatselijk bekende groepen, de rockgroep the Bellboys uit Leiden en de groep the Richochets uit Den Haag. (Het verdere lot van de Bellboys is me helaas onbekend, maar the Richochets veranderen later in the Motions en nog later in Shocking Blue, de eerste Nederlandse groep die de eerste plaats op de Amerikaanse hitparade haalde; maar dat was zeven jaar later). In 1963 kon ik ook fanclubs oprichten van Ciska Peters en Imca Marina, en waar het me eigenlijk om ging, fanclubs van buitenlandse artiesten: The Tornados, Gerry and the Pacemakers en – the Beatles.

Voor het oprichten van een fanclub heb je de toestemming (met handtekening) van de betreffende artiest of zijn manager nodig. Mijn pogingen om Roy Orbison, Chubby Checker en Trini Lopez zo ver te krijgen waren mislukt, en mijn brief aan the Beatles, die ik meteen na het uitkomen van Please, Please Me (februari 1963) verstuurd had, bleef maandenlang onbeantwoord.
Ik had de moed al opgegeven toen ik in november opeens bevestigend bericht uit Engeland kreeg. The Beatles waren toen al behoorlijk populair en het ledental van de nieuwe fanclub schoot omhoog.

Het blad De Hitparade was intussen steeds meer een gezamenlijk tijdschrift van alle fanclubs geworden. Naarmate de Beatlesfanclub groeide, werd ook het tijdschrift (waarvan de naam werd ingekort tot Hitparade) steeds meer een blad over the Beatles en hun fanclub. Vooral het nummer van 12 juni 1964, geschreven, gedrukt en verstuurd binnen een week na het Nederlandse optreden van the Beatles (ik had als president van de fanclub op 5 juni op Schiphol en in Hillegom enkele woorden met de idolen kunnen wisselen en hen zelfs even aangeraakt) maakte dat duidelijk. The Beatles overschaduwden alle andere artiesten. Ik moest een aantal fanclubs van de hand doen.

Begin 1964 had de Beatlesfanclub 250 leden. Erelid waren de zanger Bobby Vee en discjockey Cees van Zijtveld, die wekelijks via Radio Veronica propaganda voor ons maakte. Zelf deed ik dat in een maandelijkse pagina in het muziekblad Tuney Tunes. In november van dat jaar moest de president – voorzitter – secretaris – penningmeester – hoofdredacteur – drukker van de Beatlesfanclub in militaire dienst. Ik kon onmogelijk nog een maandelijks tijdschrift maken. De oplossing werd gevonden in de vorm van het kortelings door Peter J. Muller opgerichte blad Beat Box, waarin Hitparade kon worden opgenomen. Ik hoefde niet meer te stencillen en te versturen, maar nieuws over the Beatles kon ik iedere maand toch kwijt.

oen ik in augustus 1966 uit dienst kwam besloot ik, hoewel Beat Box toen zelfs wekelijks verscheen, om toch weer zelf een blaadje te gaan maken. Het nieuwe fanclubblad, gestencild, maar met een gedrukt omslag, werd Chains genoemd (als zijnde de keten die de Nederlandse Beatlesfans verbindt) naar het gelijknamige nummer van the Beatles. In dezelfde tijd konden we het duizendste lid inschrijven, Yvonne Brouwer uit Amsterdam. In december 1966 bedroeg het aantal leden 1060 en daarmee waren we op onze derde verjaardag de grootste Nederlandse fanclub, die van Cliff Richard, voorbijgestreefd. Twee maanden later kon het blad in offsetdruk worden uitgevoerd.

De fanclub was steeds meer in de openbaarheid gekomen doordat kranten, tijdschriften, radio en televisie materiaal en informatie van ons over the Beatles goed konden gebruiken. Zo trad ik in juli 1965 op in het televisieprogramma `Rooster’ (Avro) en in 1967 in Jeugdland’ (NCRV-radio); en in september 1967 begon Radio Veronica met een wekelijkse ‘Beatles Show’ van een kwartier, samengesteld door Ad Bouwman en Jan van Veen in samenwerking met de fanclub. Het aantal leden groeide snel en Jan van Veen werd erelid.

Voor f 4,80 per jaar kreeg een lid van de Nederlandse Beatlesfanclub niet alleen zes maal een tijdschrift, maar ook biografieën, discografieën en foto’s. We hebben ook wedstrijden onder de leden georganiseerd, waarbij soms bijzondere prijzen te winnen waren: een Beatlesdeken bijvoorbeeld, of de pet van de schipper die the Beatles op 6 juni 1964 door de Amsterdamse grachten vervoerde, voorzien van de handtekeningen van the Beatles. Waar zou die pet gebleven zijn, vraag ik me nog wel eens af.

In het voorjaar van 1969 trouwde ik en verhuisde de fanclub naar Zaandam. Kort daarop kreeg ik de uitnodiging te komen praten met John en Yoko, die een week in het Amsterdamse Hiltonhotel logeerden om over vrede te praten. John wist inderdaad iedere vraag over the Beatles zodanig te beantwoorden dat het gesprek toch weer over vrede ging; wel signeerde hij een aantal exemplaren van het fanclubblad, dat toen een foto van hem als omslag had. Het einde van the Beatles was toen in zicht, en werd officieel toen Paul op 15 november 1970 de rechter verzocht om de groep op te heffen. Het nieuws over the Beatles werd verwarrend en onregelmatig, zodat het ondoenlijk was om Chains in de huidige vorm te blijven uitgeven.

In het laatste nummer, verschenen in februari 1971, stond te lezen:

`Nu alles rond the Beatles in enkele maanden zo ontzettend veranderd is zal het iedereen duidelijk zijn dat ook de fanclub zich terdege heeft beziggehouden met de vraag of het nog wel zinnig is met een Beatlesfanclub door te gaan, terwijl de Beatles niet meer bestaan. Wij menen van wel, om minstens twee redenen. Ten eerste hebben the Beatles in de afgelopen acht jaar voor een massa mensen enorm veel platen uitgebracht, songs geschreven, interviews gegeven, artiesten geholpen enzovoort. Er is zo veel gebeurd dat je nog minstens acht jaar nodig hebt om dat allemaal nog eens rustig te bekijken. In de tweede plaats is er de toekomst: nu reeds hebben alle vier de Beatles duidelijk bewezen als solo-artiest een belangwekkende carrière tegemoet te gaan. Het is zeker interessant om die via een fanclub te begeleiden; er kunnen vreemde dingen gaan gebeuren.’

Nog voor dat laatste nummer van Chains waren we begonnen met het rondsturen van vlugschriften met nieuws over the Beatles, waar in het goed verzorgde maar traag functionerende Chains geen plaats voor was. De nieuwsbrieven werden nu het officiële kanaal van de fanclub onder de naam Nota Beatles. Ze verschenen onregelmatig, steeds als er nieuws was. De fanclub ging door, ook nadat de Engelse en Amerikaanse fanclubs gestopt waren toen Paul McCartney in januari 1972 geschreven had dat hij niets meer met de fanclubs van the Beatles te maken wilde hebben.

Voor ons volgden er nog enkele hoogtepunten. De eerste landelijke `Beatlesdag’ was gehouden op 11 september 1971 in het Kreatief Sentrum aan de Breestraat in Leiden. Er werden films gedraaid, dia’s vertoond en bandjes met geluidsopnamen en platen verkocht. De dag was met tweeduizend bezoekers een groot succes.

Op 29 februari 1972 zond Radio Veronica twintig uur achter elkaar niets anders dan Beatlesplaten en -interviews uit in het kader van de `Veronica Beatledag’. De fanclub was nauw bij de voorbereidingen betrokken: talloze interviews en unieke opnamen waren uit ons archief afkomstig. Op de bewuste dag spijbelden honderden fans van school om gen minuut te missen, en anderen namen radio’s mee naar school of bedrijf. De dag werd een gigantisch succes en betekende tevens goede reclame voor de fanclub, waarvan het aantal leden omhoog schoot naar 2650; hoger dan het ooit tijdens het bestaan van the Beatles was geweest.

Toen in oktober 1972 Pauls groep Wings naar Nederland kwam, kregen de fanclubleden (Pauls bittere opmerking over Beatlesfanclubs ten spijt) de beste plaatsen toegewezen. Samen met Jan Tijmes wist ik een interview te houden met alle leden van Wings, al hadden we ons voor de zekerheid maar uitgegeven als discjockeys van Veronica. Dat was trouwens niet helemaal gelogen, want we werden ook betrokken bij Veronica’s wekelijke radioshow over the Beatles, nu niet in de vorm van een kwartiertje Beatlesmuziek, maar zeer diepgaande programma’s vol interviews, studiorepetities, live-opnamen en ander uniek geluidsmateriaal. De uitzendingen begonnen op 26 november 1972 en werden voortgezet tot 31 augustus 1974, de dag dat aan de piraat Veronica het zwijgen werd opgelegd.

De fanclub was inmiddels weer verhuisd, nu naar Amsterdam. Op 4 oktober 1975 werd de tweede landelijke Beatlesdag gehouden in Paradiso in Amsterdam met een ruilbeurs, een informatiecentrum, een quiz en twee bioscoopfilms. Er kwamen 1400 bezoekers, het maximale aantal dat Paradiso kan bevatten.
Zo bleef de fanclub in het nieuws. De derde Beatlesdag werd gehouden in Utrecht (2000 bezoekers); we organiseerden een reis naar Londen voor het bezoeken van de eerste Engelse Beatles Convention (met 400 bezoekers een mislukking); de vierde Beatlesdag vond plaats in Scheveningen (een groter succes dan ooit, op 12 februari 1978).

Mijn eigen activiteiten als blaadjesmaker en -uitgever hadden zich in de loop der jaren verplaatst van de muziekwereld naar de stripmarkt. Met het uitgeven en verspreiden van stripboeken en aanverwante tijdschriften kreeg ik het zo druk dat ik mijn baan als chemisch analist moest opgeven en in 1979 besloot ik om, met pijn in het hart, de Beatlesfanclub aan anderen over te doen.

Op de vijfde Nederlandse Beatlesdag in Nieuwegein kondigde ik mijn beslissing aan. Het werd als ‘popnieuws’ uitgezonden in het TV-programma `Countdown’, waarmee maar weer werd bewezen dat alles wat met the Beatles te maken heeft nog altijd nieuws is. Bertus Elzenaar, die al enkele jaren medewerker was, zette de fanclub voort vanuit hetzelfde adres, Postbus 1464, Amsterdam. Het fanclubblad veranderde voor de vierde maal van naam en heet nu Beatles Visie. Wat mijzelf betreft: the Beatles hebben mij toch ook nooit meer losgelaten.

(Bron: Beatles Dagboek door Har van Fulpen)