Waarom ‘Sgt. Pepper’ van The Beatles maar niet lijkt te verouderen

WebmasterNieuws

Op 50-jarige leeftijd is het Beatles album ‘Sgt. Pepper’ nog steeds wervelend, verleidend en verlichtend.

Het illustere 8album van The Beatles, ‘Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band’ leent zich uitstekend voor jubilea. Zoals door de klagende gitaren en het bejaarde tempo van de titeltrack wordt ingeluid, vormt de centrale structuur van het album die van een concert ter ere van de 20e verjaardag van een ‘ooit’ beroemde muziekgroep die is terug gekeerd uit de vergetelheid van de popgeschiedenis om een glimlach te ‘toveren’ op de gezichten van hun verouderende, nostalgische fans. Toen John Lennon en Paul McCartney dat openingsnummer schreven moet 20 jaar voor hen een eeuwigheid geleken hebben: meer dan genoeg tijd voor een popsensatie als The Beatles om, laten we zeggen, als in de mist te verdwijnen uit het geheugen van een generatie.

Zoals de recente media hausse aan eerbetuigingen rondom de 50e verjaardag van ‘Sgt. Pepper’ illustreert, zijn The Beatles en hun alter ego’s in de Pepper Band nog steeds heel duidelijk met ons – niet in het minst omdat ‘Sgt. Pepper’, meer dan enig ander op zichzelf staand werk, verantwoordelijk was voor het creëren van het aura van artistieke origininaliteit dat er voor zou zorgen dat de aanwezigheid van rock muziek in de mainstream van de moderne cultuur werd verankerd.

“The Beatles zijn goed zelfs al weet iedereen al lang dat ze goed zijn,”

Het album vormde de inspiratiebron voor een ongeëvenaarde stroom reviews, voorpagina artikelen, en nuchtere culturele beschouwingen in dagbladen, grote magazines en snobbistische literaire tijdschriften, waarvan de meeste nog nooit eerder hadden geschreven over rockmuziek als een artistiek fenomeen. “The Beatles zijn goed zelfs al weet iedereen al lang dat ze goed zijn,” verklaart de componist Ned Rorem eind 1967 in The New York Review of Books, waarmee hij gewiekst erkenning geeft aan de wijze waarop de band de grenzen is overstegen van zowel arrogantie als kundigheid. Rorem had eerder al aan Time magazine verteld dat ‘She’s Leaving Home’, de spottend-Victoriaanse woonkamer ballade op de A-kant van ‘Sgt. Pepper’, “gelijkwaardig was aan om het even welk lied dat Schubert ooit had geschreven.

” Onder de profetische titel ‘The Messengers’ (‘De Boodschappers’) ging het cover-artikel van Timeverder met het beschijven van een koor van bekende dirigenten en componisten, zoals Leonard Bernstein en Luciano Berio, dat zingend de muziek van de Beatles verheerlijkte. The New Yorker begroette ‘Sgt. Pepper’ met een ‘Talk of the Town’ artikel van hoofdredacteur William Shawn, die zich voordeed als een ‘professoraal’ uitziende eigenaar van  een platenwinkel aan Times Square met de naam ‘Lawrence LeFevre’, om het album uitbundig te prijzen als “een muzikaal evenement dat vergelijkbaar is met een noemenswaardige nieuwe opera of symfonie.”

Zoals te verwachten viel, inspireerden de toejuichingen waarmee ‘Sgt. Pepper’ in de zomer en herfst van 1967 werd overladen een kritische tegenbeweging. Richard Goldstein’s a-muzikale verwerping van het album als “een album vol speciale effecten, betoverend maar ultiem frauduleus,” in de Times leidde tot een orkaan aan boze ingezonden brieven aan de redacteur, die eindeloos door de krant werden gepubliceerd, week na week. Maar de meest vooruitziende kritiek kwam van de Engelse criticus Nik Cohn, die erkende dat ‘Sgt. Pepper’ “daadwerkelijk een doorbraak was”, maar klaagde dat “het niet veel met popmuziek te maken had. Het was niet snel, flitsend, sexy, luid, vulgair, monsterlijk of gewelddadig.

”De woorden van Cohn voorspelden de opkomst van punk, die een decennium later boven kwam drijven als een correctie van de rock-als-kunst pretenties die ‘Sgt. Pepper’ representeerde.” “The Beatles maken goede muziek, zonder enige twijfel,” was de conclusie van Cohn, “maar sinds wanneer heeft popmuziek iets van doen met goede muziek?”

Je zou nu kunnen stellen dat ‘Sgt. Pepper’ gezien kan worden als het kwaliteitsmerk van een tijdperk, dat liep van midden ’60-er jaren tot midden ’70-er jaren van de vorige eeuw, toen popmuziek heel veel van doen had met goede muziek – toen een deel van de meest diepgaande en provocerende muziek die werd gemaakt ook behoorde tot de meest populaire en commercieel succesvolle muziek.

Deze apotheose van rock en soul muziek, die tien jaar duurde, was het resultaat van een unieke versmelting van cultuur, commercie en technologie, waarin het samenspel van Afrikaans-Amerikaans en Engels-Amerikaans talent dat de sound van populaire muziek in Amerika en Engeland sinds midden van de 19e eeuw had vormgegeven, werd aangejaagd door de komst van de meersporen opnametechniek, die opnamestudio’s tranformeerde tot compositorische laboratoriums en muzikanten de mogelijkheid boden van het streven naar een auteurs-achtige souvereiniteit over hun werk.

Tegelijkertijd gaven de komst van stereoplaten en FM radio uitzendingen deze artiesten het platform dat zij nodig hadden om de langspeelplaat, in plaats van de drie-minuten durende singles, te transformeren tot de commerciele basis van de popmuziek.

Hoewel ‘Sgt. Pepper’ bij de release werd ontvangen als een technisch innovatief wonder, stond de meersporen opnametechniek in 1967 nog maar in de kinderschoenen en het album was dan ook samengesteld met gebruikmaking van een geimproviseerd systeem van aan elkaar gekoppelde tape decks waarmee elke laag van instrumenten en stemmen werd gepremixed en opgenomen op een andere tape om ruimte te maken voor aanvullende overdubs. Tijdens het proces van deze zogenaamde ‘reductie mixen’ ging van de intensiteit en de helderheid van de oorspronkelijke opnamen veel verloren.

Stereo opnamen waren in die tijd in Engeland nog ongebruikelijk – zo ongebruikelijk dat de Beatles zich zelf helemaal niet bemoeiden met de stereo mixen van het album, die vooral werden gemaakt voor de Amerikaanse markt. Kleine verbeteringen zijn gerealiseerd toen ‘Sgt. Pepper’ door Beatles produces George Martin in de ’90-er jaren (van de vorige eeuw) werd geremastered voor de uitgave van het album op CD. Maar, gedurende heel de afgelopen halve eeuw, kwam “the act you’ve known for all these years” tot ons in een vrij onbehouden stereo opmaak, waarbij de stemmen en instrumenten of aan de ene of aan de andere kant werden gezet met bar weinig er tussenin.

George Martin overleed in 2016, maar zijn zoon Giles had met hem samen gewerkt tijdens de laatste 10 jaar van zijn carrière en zich in die periode een groot deel van zijn vaders expertise, begaafdheid en onberispelijk muzikale smaak eigen gemaakt. Bij zijn voorbereidingen voor de zilveren jubileum editie van ‘Sgt. Pepper’ heeft Giles, met volledige goedkeuring van de nog levende Bealtes, de archieven van EMI’s Abbey Road Studios doorgespit om de originele, ongereduceerde banden die waren opgenomen tijdens de marathon sessies die liepen van begin winter tot eind voorjaar 1967, op te graven.

Hij heeft deze banden gedigitaliseerd en door een moderne mixtafel geleid om die het vervolgens aan de hand van de door The Beatles goedgekeurde mono mix, om te zetten in een getrouw stereo album. Voor Beatles aanhangers die er geen genoeg van kunnen krijgen is de nieuwe uitgave van ‘Sgt. Pepper’ ook verkrijgbaar in een deluxe uitvoering met een ruime selectie aan ongebruikte opnamefragmenten, die een fascinerende blik werpen op het proefondervindelijke proces van hoe The Beatles met hun werk omgingen.

Ter gelegenheid van de 50e verjaardag van het album, hoe verhoudt zich het succes van deze opgeknapte versie van ‘Sgt. Pepper’? De beroemde hoes foto, geënseceneerd door Pop schilder Peter Blake, ziet er nu net zo gedateerd uit als het Edwardiaanse portret waarvan het een satire moest verbeelden. Toch, door alle identificatie met Swinging London, de Height-Ashbury en de Summer of Love, overstijgt het album zonder moeite de grenzen van zijn historische succes. Zoals Ned Rorem gezegd zou kunnen hebben, ‘Sgt. Pepper’ is een meesterwerk zelfs al weet iedereen al lang dat het een meesterwerk is. De wervelende, uitnodigende belofte van de popmuziek (“We’d love to take you home with us!”) oefent nog steeds zijn verleidelijke macht uit over de populaire verbeeldingskracht.

In de wereld is nog steeds vol van meisjes als de vluchtige ‘Lucy In The Sky’, en de aardse ‘Lovely Rita’, wanhopige waaghalsen als Mr. Kite en blij hervormde huiselijke tirans zoals die in ‘Getting Better’. De ervaring van het jezelf onderdompelen, als luisteraar, in de rijke stylistische draaikolk van satire, sentiment en sensatie van de Pepper Show, om enkel even weg getrokken te worden, helemaal aan het eind, door de majestueuze sublimiteit van ‘A Day in the Life’,  waarbij The Beatles de opzichtige zelfoverschatting van hun Pepper Band personages verlaten om de diepe bron van vervreemding en kwestsbaarheid te etaleren die achter het masker van de publiek-minnende entertainer ligt – niets van dit alles heeft iets verloren van de kracht om te verbazen, verlichten en verrukken.

Jonathan Gould is de Schrijver van ‘Can’t Buy Me Love: The Beatles, Britain & America’ en ‘Otis Redding: An Unfinished Life’.

(Bron: newyorker.com)

(Vert: Marijke Snel – Van Asperen)