13. LP 1962-1966

BFNLAlbum recensies, BFNL Columns, CAN YOU TAKE ME BACK?

The Beatles – april 1973

Track listing: Love Me Do; Please Please Me; From Me To You; She Loves You; I Want To Hold Your Hand; All My Loving; Can’t Buy Me Love; A Hard Day’s Night; And I Love Her; Eight Days A Week; I Feel Fine; Ticket To Ride; Yesterday; Help!; You’ve Got To Hide Your Love Away; We Can Work It Out; Day Tripper: Drive My Car; Norwegian Wood (This Bird Has Flown); Nowhere Man; Michelle; In My Life; Girl; Paperback Writer; Eleanor Rigby; Yellow Submarine.

Eindelijk was het zover. De eerste compilatiealbums van The Beatles lieten lang op zich wachten. Het duurde tot april 1973 (bijna drie jaar na het uiteenvallen van de groep) tot de dubbelaars 1962-1966 en 1967-1970 eindelijk werden uitgebracht. Het dubbelalbum The Beatles uit 1968 werd al snel in de volksmond The White Album genoemd. Dat proces herhaalde zich in 1973. De 1962-1966- en 1967-1970-collecties werden door de fans en critici respectievelijk omgedoopt tot de Red Album en de Blue Album. Eerlijk is eerlijk: het bekt een stuk makkelijker dan al die getalletjes. Volgens bepaalde intimi was de kleurstelling een knipoog naar voetballend Liverpool: rood voor Liverpool en blauw voor Everton. Ik geloof dat niet zo, maar alles moet benoemd worden.

De verkoop was fenomenaal. Mondiaal werden er miljoenen exemplaren omgezet. Red haalde nummer één in Engeland en bleef in Amerika steken op een verdienstelijke derde plaats. De eerste cd-uitgave in 1993 leidde tot een derde plaats in Engeland. In 2010 beleefde het album zijn derde zegetocht: nummer zes. Interessant voor de statistieken: ik kan me geen ander (dubbel) album voor de geest halen dat op drie verschillende momenten in de tijd de Engelse top-tien wist te kraken. Of, toch wel. U raadt het al. The Beatles 1967-1970 stond in 1973 nummer twee (één in Amerika), in 1993 nummer vier en in 2010 nog eens nummer vier. Deze duizelingwekkende cijfertjes zeggen toch wel iets over de mythologische (en onverwoestbare) status van het rode en blauwe plaatwerk. Nog een laatste feitje om het af te leren: mede dankzij het succes van Red en Blue (zoals ik ze vanaf nu noem) scoorden The Beatles in de jaren negentig van de vorige eeuw maar liefst zes dubbel-cd’s in de Engelse top-tien (deze twee plus Live At The BBC en de drie Anthology’s). Ongekend. Ook in Nederland werd Red een hit. In 1973 nummer twee en de rerelease in 1993 piekte op vier.

De release van de albums was trouwens geen spontane actie. Het was een reactie op de illegale Amerikaanse Alpha Omega-albums, uitgebracht eind 1972. Maarliefst honderdtwintig Beatles- en solo-hits die – mede dankzij heavy tv advertisement – prima verkochten in Amerika. Nadat Apple/EMI in actie was gekomen en de Alpha Omega-productie was gestopt, stelde Allen Klein in alle haast de Red- en Blue-collecties samen. Daarbij ging hij alleen voor origineel werk van Lennon, McCartney en Harrison (een commerciële overweging, jammer, want daardoor misten we wel een kraker als Twist And Shout).

De hoes werd gemaakt door Angus McBean. We schrijven 5 maart 1963 en we zien het trappenhuis van het EMI-kantoor aan Manchester Square.

Ga er niet naar op zoek als je in London bent, want het gebouw bestaat niet meer. De binnenhoes is gemaakt op 28 juli 1968 tijdens een lange fotosessiedag.

Terug naar het officiële The Beatles 1962-1966-album. Het was eind jaren zeventig mijn eerste kennismaking met de groep. Het was een onvergetelijke ervaring. Ik heb de zwarte schijven volkomen grijsgedraaid. Wat een klasse, wat een schoonheid!

Wat mij nog het meest verbaasde was de ontwikkeling van het onschuldige Love Me Do naar de totale eenzaamheid van Eleanor Rigby. Wat een inventiviteit! Daar konden The Sweet, ELO, Slade, de Osmonds en al die anderen niet tegenop.

Vier plaatkanten met 26 songs. Dat was in de jaren zeventig natuurlijk acceptabel, niks mis mee, daar kon ik mijn middelbare schooltijd wel mee overleven, maar in de wereld van cd’s klonk dat een beetje mager.

Alle songs zouden op een enkele cd passen en dan heb je nog tijd over! Ik vond het in 1993 een gemiste kans dat men, gezien de beschikbare ruimte, niet koos voor een grotere selectie songs (bv minimaal 20 tracks per cd), maar EMI meende dat die oplossing het authentieke karakter van het project zou aantasten. Vreemd, want dat ‘authentieke’ karakter wordt nu natuurlijk ook op de proef gesteld. Nu staan er dertien liedjes achter elkaar op één cd. Op de LP had je er zes en zeven per plaatkant. Onzin, dus.

Met maarliefst zes liedjes vormt Rubber Soul nu het hart van de rode collectie.

De selectie had op artistieke gronden zinnig aangevuld kunnen worden met songs als I Saw Her Standing There, This Boy, It Won’t Be Long, I Should Have Known Better, No Reply, I’m Down en veel meer werk van Revolver. Met maarliefst zes liedjes vormt Rubber Soul nu het hart van de rode collectie. Dat was indertijd een arbitraire beslissing van Allen Klein, het hadden er net zo goed zeven van het eigenzinnige Revolver kunnen zijn. Het was mooi geweest als er in de release van 1993 wel aandacht was geweest voor Taxman, Here There And Everywhere, Good Day Sunshine, Got To Get You Into My Life en Tomorrow Never Knows. Helaas.

Genoeg gemekkerd! Wat kunnen we zeggen over de kwaliteit van de songs? Die is gewoon ongekend goed. We zijn de laatste jaren verwend met uitstekende geluidsproducten en die trend zet zich vredig voort op de rode dubbelaar. Ik hoor eigenlijk geen verschillen met de 1993-uitgave (daar was het gefluister bij het intro van I Feel Fine ook al weggepoetst). De vroege songs overtuigen door hun frisheid, daarnaast overrompelt het gasgeefbegin van She Loves You (Vroam!Vroam!) mij nog iedere keer. Het jazzy Can’t Buy Me Love is onweerstaanbaar, net als de wervelstorm van A Hard Days Night. De rollende donder van Ticket To Ride neemt iedereen mee, Yesterday betovert, het Gregoriaanse begin van Nowhere Man is spookachtig mooi en het eigenzinnige Paperback Writer (een samensmelting van Dylan, Beach Boys en The Who – de eerste Beatlessingle die niet de over liefde ging) blijft een knap en vooral raar stukje werk.

De Amerikaanse en Britse versies verschilden nogal wat betreft stereo en mono. De Amerikaanse Red had zelfs nog een koddig James Bond-themaatje voor het begin van Help!

Afsluitend: een overbekende verzameling songs uit de muzikale Champions League. Holy ground. Grappig genoeg geen Greatest Hits (zo worden de compilaties altijd genoemd) maar een overzicht, waarin de klasse en vooral de ontwikkeling van de groep op duizelingwekkende wijze zichtbaar wordt.

Wordt vervolgd: The Beatles 1967-1970 The Beatles

– Robin Raven 2020 –