17. LP Mind Games

BFNLBFNL Columns, CAN YOU TAKE ME BACK?

Tracklisting: Mind Games; Tight Ass; Aisumasen (I’m Sorry); One Day (At A Time); Bring On The Lucie (Freda People); Nutopian National Anthem; Intuition; Out The Blue; Only People; I Know (I Know); You Are Here; Meat City.

De opvolger van Some Time In New York City, het echec uit 1972, verscheen in de laatste week van oktober 1973, of eerste week november, daarover verschillen de bronnen. In ieder geval ruim op tijd voor de kerstinkopen. Interessant is dat op hetzelfde moment Ringo’s derde album Ringo uitkwam (US 2, UK 7), een buitengewoon succesvolle plaat, zowel kritisch als commercieel. Ook het vermelden waard is dat Yoko’s vierde album Feeling The Space (waar John aan meewerkte) de derde Apple-release was in deze periode. Yoko had het maar druk want in januari dat jaar was haar dubbelalbum Approximately Infinite Universe (US 193) verschenen. Oorspronkelijk zou Feeling The Space ook een dubbelaar worden, maar daar stak Apple Records een stokje voor. Leuk en aardig, maar Yoko’s soloprojecten waren geldverslindende ondernemingen (anders gezegd: de gemaakte winst vloeide net zo snel weer weg naar peperdure top-sessiemuzikanten, studioruimte en promotie).

Terug naar John: hij ‘leende’ de Feeling The Space-crew van Yoko en nam samen met hen het album Mind Games op. Dit gebeurde in de New Yorkse Record Plant-studio’s in de zomermaanden juli en augustus.

De critici waren meedogenloos.

Het was een moeilijke tijd voor ex-Beatle John Lennon. Het vorige jaar was hem zeker niet in de koude kleren gaan zitten en het begon allemaal nog zo veelbelovend. Imagine stond begin 1972 overal in de wereld nog hoog genoteerd en was zowel commercieel als kritisch een kraker van de hoogste orde. Lennons (korte) tv-optredens in Amerika trokken veel aandacht. In februari ’72 verzorgden hij en Yoko zelfs een hele week The Mike Douglas Show, maar toen kwamen de klappen. De aprilsingle Woman Is The Nigger Of The World (puike track, vind ik zelf) werd niet gedraaid en flopte, net als het daarop volgende Lennon/Ono-album Some Time In New York City. De critici waren meedogenloos. Radicale onzin. Creatieve zelfmoord. Hol activisme. John schrok zich dood en probeerde zijn credit terug te winnen door in augustus twee concerten te geven tijdens de One To One-charityhappenings in de Madison Square Garden in New York. In 1986 verscheen hier een zwaar geredigeerde versie van op vinyl, CD en video. In Engeland scoorde hij eind 1972 nog een top-vijfhit met het al in 1971 opgenomen Happy Christmas (War Is Over), maar daarna bleef het lang stil. Afijn, pas eind 1973 kon de wereld weer nieuw plaatwerk van John tegemoet zien. Zoals ik al eerder schreef, het was een moeilijke tijd. Zijn relatie met Yoko stond op springen, de Amerikaanse regering wilde hem het land uit hebben en zijn samenwerking met Phil Spector voor een Rock ’n’ Roll-album ontaarde in totale chaos.

John had zijn radicaliteit afgezworen en probeerde het publiek terug te winnen, maar hoe doe je zoiets? Simpel, door een plaat te maken die net zo goed is als Imagine. Dat lukte helaas niet, maar met de elpee Mind Games keerde Lennon in ieder geval weer terug in de wereld van succes en (redelijke) waardering.

Voor het menu schreef hij in het voorjaar snel een aantal nieuwe songs. Daarnaast greep hij terug op zijn verleden. De titelsong Mind Games bijvoorbeeld, wortelde al in 1969 en werd eind 1970 in twee demo’s uitgewerkt als I Promise en Make Love Not War. De uiteindelijke titel Mind Games werd geleend van Mind Games: The Guide To Inner Space, een boek van Jean Houston en Robert Masters. Aisumasen (oertitel: Call My Name), Bring On The Lucie, Only People en Meat City (oertitel: Shoeshine) waren demo-probeersels uit 1971, die voor de nieuwe plaat in een definitief jasje werden gehesen.

John maakte de hoes zelf. Je ziet hem staan met een hoed in de hand, in een kaal veld (geen bloemen, bomen, of water). Nutopia is het zeker niet, eerder een niemandsland. Het lijkt een verbeelding van de Nowhere Man. In de verte doemt, onder twee manen, een megagebergte op met het silhouette van Yoko. Enerzijds is ze dichtbij, tegelijkertijd ook weer mijlenver. John heeft zijn gezicht van haar weggedraaid. Het lijkt alsof hij zich van haar afkeert. Op de achterzijde van de hoes staat hij zelfs nog een stukje verder. Daar zijn de manen ingewisseld voor een regenboog: een teken van hoop? De positionering symboliseerde ongetwijfeld de relatie op het moment van release, want John en Yoko gingen uit elkaar. Nu weten we dat die split in het voorjaar van 1975 ongedaan werd gemaakt, maar eind 1973 leek het erop dat de ‘John en Yoko’-idylle voorbij was.

John produceerde de plaat zelf, dit keer zonder hulp van Phil Spector en Yoko (hoewel de laatste wel bij een aantal sessies aanwezig was).

De single haalde de Amerikaanse top 20.

De titelsong Mind Games opent het album in grootse stijl, Spectoriaans, een grandeur, die merkwaardig genoeg daarna niet meer terugkomt in de andere songs. In die zin is Mind Games een vreemde eend in de bijt. De slepende melodielijn in de coupletten is onweerstaanbaar, de tekst een mix van esoterische kreten (eerlijk gezegd kan ik er zelf niet zoveel mee). De twee bruggen brengen de song tweemaal naar een prachtig hoogtepunt (eigenlijk drie keer, want de derde brug zit in de fade-out). De single haalde de Amerikaanse top 20 (nummer 16 in Nederland en 26 in Engeland). Geen mega-hit, dat niet, maar de track bracht John in ieder geval weer terug naar de subtop van de internationale charts.

Tight A$ is als titel een woordspelletje dat zowel ‘strak achterwerk’ als ‘zo strak als…’ kan betekenen en om het nog verwarrender te maken: bij de albumvermelding staat in plaats van een dubbele s een dollarteken. Tight A$ is een soepel countryrockdeuntje dat ondanks de veelbelovende titel toch niet lang blijft hangen. De tekst is inventief en grappig, de band speelt lekker door, de solo’s zijn nice, maar uiteindelijk blijf ik na de fade-out toch een beetje met een teleurgesteld gevoel achter. Was dit het nou? Aisumasen (I’m Sorry), daarentegen, is een prachtige ballade, waarin John zoals zo vaak, over zijn eigen onzekerheid zingt. De emotionele zeggingskracht laat niemand onberoerd. De solo van David Spinozza aan het einde vind ik zelf de mooiste die ik ooit op een soloplaat van Lennon gehoord heb.

Tot nu toe doen de eerste drie tracks (wat betreft opzet) vaag denken aan Imagine. Eerst een episch titelnummer (Imagine/Mind Games), dan een rocker (Crippled Inside/Tight A$) en dan een ballad (Jealous Guy/Aisumasen). Bewust? Ik vermoed van wel.

Het enige probleem is dat de Imagine-songs gewoon beter zijn. One Day (At A Time) is een opmerkelijk deuntje. Beetje Beatle-achtig. Hier zingt John het met een hoge stem (op advies van Yoko). Op de John Lennon Anthology-box uit1998 (UK 62, US 99) horen we de guide vocal met de ‘gewone’ stem. Hoewel veel mensen de guide vocal prefereren, heb ik geen moeite met de falsetto op het album. De tekst neigt naar rijmelarij maar is ook wel weer charmant en de melodie verrassend.

De drie achtergronddames (waaronder Jocelyn Brown, van wie we later nog veel zouden horen) tjilpen in grootse stijl mee. Niet storend voor mij. Het doet me een beetje denken aan het smaakvolle achtergrondkoortje bij Starting Over (later op het album duiken de dames van Something Different ook op bij Out The Blue en You Are Here). Elton John was zodanig van One Day (At A Time) gecharmeerd dat hij de song opnam als B-kantje voor zijn hitsingle Lucy In The Sky With Diamonds uit 1974 (UK 10, US 1).

Het had in ieder geval een fijne tweede single geweest.

In Bring On The Lucie (Freda Peeple) toont John voor het eerst op deze plaat zijn activistische gezicht. Net als in 1972, alleen nu zonder irritant en belerend te zijn. De tekst is goed, de stem haarscherp en er wordt uitstekend gemusiceerd. Het is een van mijn favoriete tracks van het album. Fantastisch hoe het nummer in de fade-out in de versnelling gaat (en Lennon ‘Bring On The Lucie!’ roept). Volgens Wikipedia was Lucie zelfs een single in Venezuela. Het had in ieder geval een fijne tweede single geweest (of Out The Blue), maar dat kwam er helaas niet van.

Nutopian National Anthem sluit kant A af. Het zijn drie seconden van stilte. Niets nieuws onder de zon. John Cage deed dat al in 1952 met de compositie 4.33. Op 1 april 1973 had John tijdens een persconferentie in New York het fictieve land Nutopia aangekondigd.

Een geintje. Moet kunnen. Bij het album was een vel opgenomen met een zogenaamde verklaring: een Declaration Of Nutopia.

Kant twee opent met het verrassende Intuition. Ik noem het verrassend omdat het klinkt als een elegant McCartney-nummertje van Red Rose Speedway. Zo springerig en vrolijk. It’s good to be alive! en dat uit de mond van John Lennon! Het enige dat het liedje nog mist is een Macca-brug! Verder is het snel klaar en dat helpt. Lennon worstelde een beetje met het lied, hij kwam er niet helemaal uit. Op de demo uit voorjaar 1973 haalt hij er nog stukjes How? en God bij om de track te voltooien. Beetje irritant zijn de ‘aaah’-verzuchtingen, die in het refrein elke keer zijn te horen. Eén keer is leuk, maar niet het hele nummer door.

Out The Blue is een ode aan Yoko en een fantastische track. Je wordt vanaf de eerste seconde meegesleept door de gitaren en vocalen. Goede tekst ook (‘Like a UFO, you came to me’ en ‘Al my life has been a slow knife’). Kijk, dat ga je bij Paul nou niet vinden. Let ook even op het gedreven pianospel van Ken Ascher. Naast Bring On The Lucie een absolute favoriet. Beide songs hadden zo op een Beatlesplaat kunnen staan (maar daar kom ik straks op terug).

In Only People toont John voor de tweede keer zijn activistische gezicht. Het begint lekker, leuk introotje en dan Johns ‘Let’s go!’ Dat had hij beter niet kunnen zeggen, want de rest van het liedje valt een beetje tegen. Op zich een fijne melodie, meezinger á la Power To The People, maar het is het allemaal net niet. Only people know just how to talk to people, only people realize the power of people. Tja, dat is op het randje, het gaat bijna op de lachspieren werken. Dat vond Lennon later zelf ook. Ergens deep down zat een goed nummer, zei hij, maar het kwam er niet goed uit. Beter kan ik het zelf niet verwoorden. Daarnaast duurt de coda te lang.

I Know (I Know) is weer van grote klasse. Let op het I’ve Got A Feeling-begin, een knipoog naar Paul, maar dan zonder kleerscheuren. Dat zou de dubbele titel ook kunnen zijn. Paul zong namelijk Some People Never Know op de elpee Wild Life. Tenslotte is de regel Today I love you more than yesterday ook best wel dubbelzinnig. Afijn, terug naar het lied. De harmonie in de brug is prachtig (gorgeous, vind ik eigenlijk een mooier woord) en doet denken aan het Beatlesverleden. Prima tekst, lekkere melodie en een opmerkelijk stop-and-go-ritme aan het einde (vier herhalingen). Sommige mensen vinden dat die coda niet deugt, maar ik kan het hebben.

Niks meer aan doen, zeggen ze dan.

You Are Here is een hypnotisch droomlied. Vier minuten sheer magic. Luister eens naar die stijlvolle aankleding. Alsof je je waant op een eiland in de Stille Zuidzee. Op de Lennon Anthology is een versie te vinden met een extra couplet, maar voor mij is de albumversie helemaal top. Het dameskoortje Something Different draagt weer op een hele fijne manier bij aan de exotische sfeer. Niks meer aan doen, zeggen ze dan.

Meat City sluit het geheel in grootse stijl af. Grappig, het album opent met een song die eigenlijk helemaal niet in het menu thuishoort en eindigt ook weer met een track die zijn gelijke niet kent. Vanaf het moment dat Lennons stem uit de boxen knalt ben ik verkocht. Wat een energie. Het zwabbert alle kanten op, maar toch, als luisteraar blijf je genieten van het tempo, de geluidseffecten en de scheurende gitaren. Het zou een muzikale vertaling van het bruisende en krankzinnige New York kunnen zijn en als dat zo is, is Lennon daar volkomen in geslaagd. Ik hou hiervan. Dit is zo lekker alle remmen los. Leuk feitje: Meat City was de B-kant van de Mind Games-single. Op de single hoor je na het eerste couplet de kreet Check The Album (achterstevoren) en op het album Fuck A Pig. Uiteraard ook weer achterstevoren. Ach, waarom ook niet?

Samenvattend! Mind Games is een moeilijk album. Het ademt een verlangen uit dat Lennon niet helemaal kan waarmaken. In die zin verwart het een beetje en dan niet in de zin van Some Time in New York City (dat album verwarde ook, maar was wel een op elkaar afgestemde punch in the face). Nee, het verwart eerder in de zin van: wat wil je hier nou precies mee?

Op de keeper beschouwd is Mind Games een combinatie van geslaagde elementen en twijfelstukken. Een euvel dat we regelmatig op soloplaten van The Beatles aantreffen. Betekent deze constatering dat Lennon zijn ‘touch’ kwijt was? Zeker niet. Hij musiceerde nog steeds op hoog niveau – vind ik – alleen leek een volledig album (zonder partners) iets teveel van het goede. Laat ik een voorbeeld geven om die stelling te onderbouwen. Een gedachtenexperiment. Wat bracht Lennon op het laatste Beatlesalbum Abbey Road? Come Together, I Want You, Because, Sun King, Polythene Pam en Mean Mr Mustard. Leg die zes songs nu eens naast de zes beste tracks van Mind Games: Mind Games zelf, Bring On The Lucie, Out The Blue, I Know (I Know), You Are Here en Meat City. Als je het zo bekijkt, had Lennon in een parallel universum op een 1973-Beatlesalbum totaal niet ingeboet aan kwaliteit. Integendeel (maar dat wordt een lange discussie en die gaan we hier niet voeren)!

Een kaskraker was het niet, maar toch deed het album het niet slecht. Top tien in Amerika, nummer dertien in Engeland en zeven in Nederland. Lennon deed ter promotie een paar grote interviews en zelfs tv-spotjes met Apple pr-man Tony King. Zoals ik al eerder zei, het was een moeilijke tijd voor hem. Huiselijk geluk was ver te zoeken. Na Mind Games ging John Lennon een duistere en verwarrende periode in (The Lost Weekend) waar hij pas begin 1975 weer uit zou klauteren. Godzijdank.

Wordt vervolgd: Ringo van Ringo Starr

– Robin Raven 2021 –