20. LP Walls And Bridges

BFNLBFNL Columns, CAN YOU TAKE ME BACK?

Tracklisting: Going Down On Love; Whatever Gets You Thru The Night; Old Dirt Road; What You Got; Bless You; Scared: No 9 Dream: Surprise Surprise (Sweet Bird Of Paradox); Steel And Glass; Beef Jerky: Nobody Loves You (When You’re Down And Out); Ya-Ya. John Lennon – 26 september, 1974.

Walls And Bridges is de enige soloplaat die John Lennon maakte zonder enige assistentie van zijn vrouw Yoko Ono. In die zin is het dus een uniek album. Het werd gemaakt gedurende zijn zogenaamde Lost Weekend periode. Een tijdspanne die ongeveer liep van eind 1973 tot begin 1975.

In die periode nam John niet alleen Walls And Bridges op (en tracks voor zijn volgende plaat Rock ´n Roll), maar hij was ook actief voor en met Harry Nilsson, Ringo Starr en Elton John. Eigenlijk vreemd om de periode waarin hij het meest actief was een Lost Weekend te noemen. Maar die term had een andere reden die ik zal toelichten.

Vanaf 1972 liep het allemaal niet zo lekker meer tussen John en Yoko. Ze waren een radicaal-politieke koers gaan varen, gericht op actualiteiten, maar hoe goed bedoeld ook, dat bleek een doodlopende straat, die leidde tot veel (negatieve) aandacht en gebrek aan commercieel succes. Het album Some Time In New York City werd bijvoorbeeld onverschillig ontvangen en kwam niet hoger dan een dramatische 48ste plaats in Amerika. In Engeland bleef het album steken op 11 (overigens was die Britse notering nog altijd twee plaatsen hoger dan Double Fantasy, voordat…). Er ontstonden spanningen in het huwelijk en eind 1973 vertrok John met May Pang naar Los Angeles. Daar ging hij stevig aan de rol met vrienden als Ringo, Harry Nilsson, Alice Cooper, Micky Dolenz, David Cassidy en andere drinkebroers. In die periode kwam Lennon meer dan eens in het nieuws vanwege niet geheel correcte escapades (veroorzaakt door dronkenschap en meestal in gezelschap van beroepsdrinker Harry Nilsson). Maar er werd ook gewerkt.

John produceerde onder andere het album Pussycats voor Harry (US 60). Ook werkte hij mee aan Ringo’s vierde solo album Goodnight Vienna (US 8, UK 30). Hij schreef speciaal voor de drummer het titelnummer, dat als derde single in Amerika de top-40 wist te bereiken (US 31). Daarnaast hees John de klassieker Only You in een nieuw jasje. Hij gaf de prachtige uitvoering aan Ringo (die alleen maar over Johns guide vocal heen hoefde te zingen). Die opname was de eerste single van Ringo’s nieuwe album en een grote hit (US 6, UK 28). Verder speelde Lennon mee op Ringos albumtrack All By Myself.

Het waren allemaal bekende namen uit zijn muzikale verleden.

Walls And Bridges werd opgenomen in de maanden juli en augustus van 1974. John verzamelde in de Record Plant East Studios in New York een fijne kern muzikanten om zich heen, die hij schertsend de Plastic Ono Nuclear Band noemde. Het waren allemaal bekende namen uit zijn muzikale verleden: Klaus Voormann, Jim Keltner, Nicky Hopkins, Jesse Ed Davis, Eddie Mottau, Arthur Jenkins en Bobby Keys. Elton John kwam ook nog om de hoek kijken, maar daar ga ik dieper op in bij de bespreking van Whatever Gets You Thru The Night.

De prachtige flapcover is een verhaal op zich. John gebruikte foto’s gemaakt door Bob Gruen en tekeningen uit zijn jeugd als fundament. Eigenlijk was dit bedoeld (en logischer) voor het Rock ’n Roll album, maar dat project bleef maar op de planken liggen door de capriolen van Phil Spector en het gedram van muziekproducent Morris Levy. Hier meer over bij de bespreking van dat oldies album, waarvan de sessies al begonnen in 1973, en dat eindelijk met veel hangen en wurgen verscheen in februari 1975 (UK 6, US 6).

Het boekje bevat jeugdtekeningen en songteksten. Buitengewoon grappig is de laatste bladzijde. We zien John met vijf brillen op en een tekst uit een genealogisch boek over Ierse families. Blijkbaar had nog niemand met de naam Leonard zich onderscheiden als buitengewoon speciaal. John schrijft daar zelf onder: ‘O yeah?’

Met het prachtige Going Down On Love wordt het menu geopend. Het zal geen verrassing zijn dat Walls And Bridges doordrenkt is van intense observaties en Yokoisms, en in deze eerste track worden we dan ook niet teleurgesteld. John is godzijdank geen binnenvetter en geeft meteen aan hoe laat het is: Got to get down, down on my knees. Verder komt ook zijn zelfmedelijden (en Beatlesverleden!) aan bod: ‘Somebody please, please, help me’. In 1966 was het nog een ‘Sea of green’, in 1974 is het ‘A sea of hatred.’

Hoewel de tekst dus borrelt van zelfmedelijden en een sombere toon neerzet, is de melodie juist het tegenovergestelde. Het ritme is sprankelend, in de middenstukken met de sax zelfs een beetje vrolijk. Wat mij betreft had dit een goede derde single van het album kunnen zijn (maar dat vind ik ook van Bless You).

De eerste single was natuurlijk Whatever Gets You Thru The Night. De titel was geleend van een Amerikaanse tv-predikant. Lennon was een tvzapper van het eerste uur en tijdens dat geknipper kwam hij deze frase tegen. Het beviel hem zo goed dat hij er een volledig lied omheen bouwde. Het ritme was lichtelijk geïnspireerd op de hit Rock Your Baby van George McCrae, hoewel daar in de eindversie weinig tot niets van te bemerken is.

De samenwerking met Elton John is bekend. Elton kwam langs in de studio en vroeg of hij mocht meedoen. Afijn, dat ‘meedoen’ ging iets verder dan meehummen en klappen want het lied is eerder een duet dan een solosong. De luisteraar wordt vanaf de eerste saxofoonstoot meegenomen in een lekkere alle-remmen-los song. Lennon klinkt optimistisch, alledaags, misschien zelfs nihilistisch (Whatever gets you thru the night, it’s allright, it’s allright’). Het ontbrak hem in die periode gelukkig niet aan de benodigde zelfspot. Wat dat betreft staat het lied regelrecht tegenover de smeekbedes van Going Down On Love. Aan het einde van de track hoor je Lennon nog vaag Can you hear me, mother?’ roepen. Dat is een knipoog naar de Engelse komiek Sandy Powell (1900-1982) die deze zin regelmatig riep tijdens zijn radioshows voor de BBC.

De Amerikanen vraten het aanstekelijke nummer en tilden het in november 1974 naar de eerste plaats van de charts. In Engeland bleef WGYTTN steken op 36 en in Nederland nummer 21. Het liet zien dat Lennons fanbase in Amerika stukken groter was dan die in Engeland en Europa.

Elton liet John beloven met hem te komen zingen als WGYTTN de top haalde. Toen dat gebeurde – wat Lennon nooit in zijn levensdagen had verwachtmoest hij natuurlijk zijn belofte inlossen. Dat deed hij op 28 november tijdens het Thanksgiving concert van Elton in het Madison Square Garden. Ze speelden samen WGYTTN, Lucy In The Sky With Diamonds (dat een maand later een nummer 1 hit voor Elton in Amerika werd) en I Saw Her Standing There. Het korte optreden was een klinkend succes. Volgens Lennon werd daar ook weer de relatie met Yoko hersteld, hoewel ik daar vraagtekens bij zet, omdat John in december 1974 nog met May Pang en Julian vakantie hield in Disney World en pas begin 1975 weer terugkeerde in het Dakota gebouw in New York.

John en Harry Nilsson gingen vaak samen op pad om lol te maken, maar er werd ook hard gewerkt. Naast het productiewerk op het album Pussycats is de ballad Old Dirt Road daar een mooi voorbeeld van. Ze schreven het samen tijdens de opnamen van Pussycats en het is een bloedmooi nummer, bijna Beatle-achtig. Harry nam het zelf ook op voor zijn album Flash Harry uit 1980. Op die versie speelt Ringo Starr drums.

In de brug wordt gezongen over ‘Cool clear water’. Dat is een directe referentie naar het lied Cool Water, dat Bob Nolan schreef in 1936. 

Die song werd een klassieker en is door vele artiesten uitgevoerd, o.a. ook door Bob Dylan. Het gaat over een man en zijn ezel die voortsjokken op de stoffige weg (de Old Dirt Road) en overal droombeelden zien. Maar ze moeten door, ‘Keep-a-moving’. Ook die verwijzing horen we terug in de coda van Old Dirt Road.

Met het manische What You Got krijgt het menu weer een beetje pep. Het ritme doet denken aan For The Love Of Money van de O’Jays of Superstition van Stevie Wonder. De zin ‘You don’t know what you got (until you lose it)’ was overigens de titel van een lied uit 1961 van Ral Donner. The Beatles (met John als leadzanger) schijnen dit nog gespeeld te hebben, dus wellicht dat die titel in 1974 bij Lennon onbewust (of bewust – hij leende wel vaker melodieën en teksten) naar boven kwam. Hij refereert ook nog even aan Rip It Up van Little Richard. Dat lijkt op het eerste gezicht een te verwaarlozen dwarsverband, maar waar de laatste het weekend ziet als een groot hoogtepunt en het leven viert, neemt John zichzelf op de korrel en ziet hij de vrije dagen als één grote kaalslag en opgave. Hij verkeert in een existentiële crisis (‘You know it’s such a drag to face another day’) en iedereen mag het weten. In die zin spiegelen de liedjes elkaar op een interessante manier.

Het had een derde single kunnen zijn.

Bless You heeft een zwevende, bijna etherische melodie, die je meteen bij de keel grijpt. Het is een ode aan Yoko (Johns zoveelste), maar het nummer verveelt geen seconde. Mooie zinnen dwarrelen in het rond en de begeleiding is top notch. Het had een derde single kunnen zijn.

Scared opent met huilende wolven. Dat lijkt me een slecht voorteken en dat is het ook. John is moe, bang en getekend. Hij zal Walls And Bridges op dezelfde noot beëindigen als hij het zwaarmoedige Nobody Loves You (When You’re Down And Out) zingt. In verkeerde handen liggen zulke nummers zwaar op de maag, maar John is geen groentje en weet precies wat deze songs nodig hebben. Scared is een spannend nummer vol suspense dat je tot in het diepst van je ziel raakt. In de uitgeklede versies die later opdoken, klinkt het nog beter. Een soort John Lennon/Plastic Ono Band vibe, maar dan in 1974.

Hoewel Whatever Gets You Thru The Night de grote hit was, is het No 9 Dream (US 9, UK 23) dat er m.i. met de hoofdprijs vandoor gaat. Het sublieme lied opent kant 2 in grootse stijl. De melodie ontstond tijdens de Pussycats sessies met Harry Nilsson. John maakte een arrangement voor Many Rivers To Cross en was daar zo mee in zijn nopjes dat hij besloot het opnieuw te gebruiken, maar dan voor hemzelf. Dat bleek een gouden zet. No 9 Dream wordt gezien als een meesterwerk en dat is het ook. In de brug horen we May Pang de naam John fluisteren (één keer zelfs achterstevoren, alsof het weer 1966 is). In de clip die Yoko Ono jaren later liet maken, zie je haar gezicht als de naam John wordt uitgesproken. Dat is uiteraard een stukje geschiedvervalsing, want vergeet niet, ten tijde van de opnames van Walls And Bridges waren John en Yoko uit elkaar. Het album draagt niet voor niets alleen zijn naam.

Nu de naam May Pang gevallen is, kunnen we meteen verder met het volgende nummer want dat gaat over haar. Dit was de eerste song die Lennon schreef voor het nieuwe album. De titel Surprise Surprise (Sweet Bird Of Paradox) laat niets te wensen over. Lennon zegt het overduidelijk: ‘She makes me sweat and forget who I am’. Elton John is ook weer van de partij, maar zijn vocals zijn grotendeels vervangen door die van Lennon. Alleen in de code (‘Sweet, sweet, sweet, sweet love’), wat uiteraard een knipoog is naar de coda van Drive My Car, is hij nog te horen.

Steel And Glass komt op uit de diepte. This is a story about your friend and mine’ zegt iemand uit het niets en schaduwstemmen reageren onmiddellijk als een Grieks koor:Who is it? Who is it?’ Prachtige start van een slepende song. Over wie gaat het? Allen Klein? John zelf? De meningen zijn verdeeld. Stijl technisch is het zeker een 2.0 versie van How Do You Sleep. ‘There you stand, with your LA tan’ kan over Klein gaan, maar ook over Lennon zelf. Hetzelfde gaat op voor ‘Your mother left you when you were small’. Johns moeder stierf door een auto-ongeluk, maar Klein verloor zijn moeder aan kanker toen hij twee was. Beetje vaag dus allemaal, maar misschien moeten we er niet teveel achter zoeken. Los van de tekstduiding geven de snijdende violen, vette blazers en de lange uithalen van John me altijd instant kippenvel.

Lennon was zeer gecharmeerd van Let Me Roll It. 

Beef Jerky is een lekker instrumentaal nummer dat begint en eindigt met een soort UFO-landing. Het geheel klinkt goed, de gitaren gaan lekker tekeer en de blazers krijgen alle ruimte. Ik zei het al bij de bespreking van Band On The Run, maar nog even een korte herhaling. Lennon was zeer gecharmeerd van Let Me Roll It. Hij vond het een dijk van een nummer en parafraseerde de riff in dit nummertje (check de gitaar bij 45 sec en 1.30 sec). Verder valt er weinig over te zeggen.

Dan de grote finale: Nobody Loves You (When You’re Down And Out). Optimistisch eindigen zit er dit keer niet in. Kant één eindigde met een treurzang, kant twee doet dat nog eens dunnetjes over, maar dan in grootse orkestrale stijl. Prachtig hoe eerst de violen binnen komen zeilen en dan de blazers inzetten. John zingt ook werkelijk alsof hij er helemaal klaar mee is. Zwartgalligheid ten top: ‘I’ll scratch your back and you’ll knive mine’. Dat moet toch een van de meest tragische en confronterende zinnen uit de geschiedenis van de popmuziek zijn! Net als bij What You Got lijkt de titel een onschuldige leentjebuur op het bluesnummer Nobody Knows You When You’re Down And Out van Jimmy Cox uit 1923.

Om niet helemaal platgeslagen en depressief te eindigen, komt daar ineens een olijk fragmentje van de Lee Dorsey hit Ya-Ya voorbij. Een duetje tussen John en de elfjarige Julian! De band tussen John en zijn zoon werd rond 1974 (dankzij May Pang) godzijdank stevig aangehaald en dat resulteerde in dit stukje huisvlijt. ‘Lets do “Sitting in the lala” and get rid of that!’ zegt John. Hij zingt en speelt piano, Julian drumt met één stokje (wat ook goed te horen is). Later zei Julian daarover: ‘Als ik had geweten dat pa dat stukje op de plaat zou zetten, had ik wel beter mijn best gedaan!’

De opmerking van John verwees uiteraard naar het akkefietje dat hij had met Morris Levy, de muziekuitgever van onder andere You Can’t Catch Me (de minimale uitvoering van YaYa was een geintje, maar ook een eerste plichtpleging), maar op die beerput kom ik op terug tijdens de bespreking van het Rock ’n Roll album.

Walls And Bridges deed het uitstekend in de mondiale charts (US 1, UK 6, NL 16). Het bracht Lennon op zekere hoogte weer terug in de spotlights. Critici stelden unaniem dat Lennon de weg naar boven weer had teruggevonden. Hoewel John, geïnspireerd door de complimenten en het succes, sprak over een opvolger, bleef nieuw werk uit. In 1975 verscheen in februari Rock ’n Roll en later dat jaar de verzamelaar Shaved Fish (US 12, UK 8). In 1976 werkte John nog even kort samen met Ringo voor zijn Ringo´s Rotogravure album, maar daarna werd het oorverdovend stil tot de zomer van 1980.

Na Johns dood verschenen er veel albums met materiaal uit de jaren zeventig. Albums als Menlove Avenue, The John Lennon Anthology en Acoustic bevatten allemaal outtakes van Walls And Bridges. Soms interessant om te horen, soms niet. Ik vind Walls And Bridges een prachtige plaat. Op Mind Games lijkt Lennon nog een vorm te zoeken, maar hier heeft hij die gevonden. De plaat is een wervelende mix, maar toch een eenheid. Alle songs horen bij elkaar en achter elk liedje (op Beef Jerky na) gaat wel een verhaal schuil. Dat is ook de kracht van dit album. Het is een muzikale vertaling van een reis vol geweldige beschrijvingen en wij mogen stiekem over Johns schouder meekijken. Soms is het pijnlijk wat we horen, soms ontroerend, grappig of confronterend, maar zoals ik al eerder stelde: John was geen binnenvetter. Hij zet zichzelf hier waardig neer. Niet als een karikatuur, maar als een mens van vlees en bloed met dilemma’s die we allemaal kennen (en misschien ook wel herkennen).

Wordt vervolgd: Goodnight Vienna van Ringo Starr

Robin Raven 2023