55 Jaar Geleden: De Beatles Starten Met Het Filmen Van ‘Help!’

BFNLNieuws

Op 23 februari 1965 begonnen John Lennon, Paul McCartney, Harrison en Ringo Starr met het filmen van de tweede Beatlesfilm. Oorspronkelijk werd de film ‘Eight Arms To Hold You’ genoemd (een onschuldige, maar profetische frase die in elk geval beter was dan de werktitel Beatles 2). Uiteindelijk werd de titel veranderd in Help! en dat was exact de noodkreet van de band in die tijd. De vier wisten dat hun ´fab-heid´ aan het tanen was. Beatlemania begon zijn tol te eisen, doordat het onmogelijk voor ze was uit de zeepbel van roem te ontsnappen. Het viertal raakte steeds meer verwijderd van het normale leven, dat de inspiratie vormde voor de nummers die diezelfde zeepbel juist hadden gecreëerd. Lennon wist precies wat hij deed toen hij het titelnummer schreef. “Het is gewoon werkelijkheid”, zei hij later. “Het was gewoon ikzelf die ‘help’ riep en ik maakte geen geintjes.” Tijdens een andere gelegenheid in 1980 vertelde hij aan Playboy dat hij destijds “dik en depressief was, en het een noodkreet voor hulp was”,van hem. McCartney zei daar onlangs over: “Hij zei niet: ‘Ik ben nu dik en voel me ellendig’. Hij zei: ‘Toen ik nog jong was, zoveel jonger dan nu’. Oftewel, hij bralde zich erdoorheen. Zo voelden we ons allemaal.” Hoe dan ook, ”Help!” is een van een handvol Beatlesnummers waarop Lennon geen kritiek had, alhoewel hij wel zei: “Ik vind de opname niet zo geweldig, het nummer zelf wel. We deden het te snel om commercieel proberen te zijn.”

Natuurlijk zou een Beatlesfilm altijd commercieel moeten zijn. Regisseur Richard Lester had het roer weer in handen, na het succes van A Hard Day’s Night uit 1964 en beschikte nu over een verhoogd budget zodat hij in kleur kon opnemen. Hij had een goed idee wat hij met Help! wilde bereiken, maar deelde zijn visie niet echt met de sterren van de film. “Wij hadden geen invloed op de film”, zei Lennon in de jaren ‘60. “Bij A Hard Day’s Night hadden we veel input en was het semi-realistisch, maar bij Help! vertelde Dick Lester ons niet waar het over ging.”

Het ging erom een parodie te maken op de spionagefilms die op dat moment in de mode waren, met een gezonde dosis Britse naoorlogse humor, geïnspireerd door Spike Milligan en zijn Goon Show (ook met Peter Sellers en deze show zou een grote invloed hebben op het Monty Phyton-team). De show vond een ongezouten, absurde manier om de draak te steken met de hogere stand, die de gewoonte leek te hebben vastberaden een oorlog te beginnen en de arbeidersklasse liet omkomen nog voordat er werd bepaald (als dat al gebeurde) wat er bereikt diende te worden met al dat bloedvergieten. Er restte niets anders dan te lachen om die situatie.

De Beatles hadden hetzelfde gevoel voor humor, en zowel Lester als muziekproducer George Martin hadden connecties met de Goons. Dat zou dus een perfecte match moeten zijn geweest. Lennon heeft later erkend dat dit ook zo was. “Achteraf gezien realiseer ik me hoe vooruitstrevend het was”, vertelde hij auteur David Sheff tijdens het laatste grote interview met hem. “Het was de voorloper van Batmans ‘Pow! Wow!’ op tv, dat soort dingen. Maar [Lester] heeft dat nooit zo aan ons uitgelegd. Misschien deels, omdat we niet veel tijd samen hadden doorgebracht tussen A Hard Day’s Night en Help! en deels, omdat we in die periode marihuana rookten als ontbijt. Niemand kon met ons communiceren; het was constant wazige blikken en gegiechel, we waren in onze eigen wereld. De meeste tijd hoefden we niks te doen, maar we moesten toch al om zeven uur ’s morgens opstaan, dus we verveelden ons.” Het klopt dat de band de filmopnames later omschreven als “gedaan door een waas van marihuana”. “We kwamen enigszins stoned aan, lachten veel en hoopten dat we erdoorheen zouden rollen”, gaf McCartney toe in de Beatles Anthology-interviews. “Het maakt niet uit als je waar dan ook de slappe lach krijgt, maar bij films wel, omdat de technici pissig op je worden. Die denken: ‘Die zijn niet erg professioneel’. Dan ga je denken: ‘Het is niet erg professioneel – maar wij hebben wel hartstikke veel lol.’”

Starr beaamde dat er “een vreselijk grote hoeveelheid wiet werd gerookt, toen we de film maakten. Het was geweldig. Het zorgde ervoor dat we erg veel lol hadden.” Hij herinnert zich een scène waarin hij en McCartney weg moesten rennen voor een curlingschijf, met daarin een bom. “Paul en ik renden zo’n tien kilometer, we renden en renden, alleen maar zodat we konden stoppen en een joint konden roken voor we weer terug moesten”, zei hij. “Als je foto’s van ons ziet, zie je heel veel opnames met rode ogen. Die waren rood van de dope die we rookten.”

profiteren van de lokale belastingwetgeving

Het filmen begon met scènes waarin de Beatles doen alsof ze naar de Bahama’s gaan, om de media en fans af te schudde, en zich niet realiseren dat ze het doelwit zijn van een Indiase dodencultus die een heilige ring terugwil, die door een fan naar Starr is gestuurd, maar de drummer wilde echt naar de Bahama’s, dus deden ze dat. Naar verluidt koos manager Brian Epstein het eiland om te profiteren van de lokale belastingwetgeving: door daar een korte tijd te verblijven, waren hij en de groep in staat verblijfstatus te claimen en de hogere Britse rekeningen te vermijden. Jammer genoeg waren de zomerscènes, die ze wilden opnemen in strijd met het koude winterweer op de Bahama’s, zodat de acteurs zich door hun optreden heen moesten bibberen.

De opnames werden op 14 april 1965 afgerond* en een aantal van de grootste Britse acteurs van die tijd – Leo McKern, Roy Kinnear, Patrick Cargill en Victor Spinetti – hadden ook hun talenten bijgedragen aan het onwerkelijke, zelf-verwijzende stuk gekkigheid, dat door veel recensenten destijds werd verafschuwd, maar nu wordt Lester geroemd om de creatieve toepassingen van opzet, filter en tempo, die later standaard werden in muziekvideo’s en gelijksoortige luchthartige films over bands, evenals in de tv-show The Monkees.

De verworpen titel Eight Arms to Hold You (oorspronkelijk een zinspeling op de armen van de Fab Four) was profetisch, omdat het ook kon verwijzen naar het beeld van de oosterse godheid, dat te zien was in de openingsscène van de film. Tijdens het maken van Help! kwam Harrison voor het eerst in aanraking met Indiase muziek en Indiase instrumenten, wat deels leidde tot de opwindende nieuwe richting waarnaar de Beatles zo wanhopig op zoek waren.

(Bron: ultimateclassicrock.com)
(Vert: Liesbeth te Boekhorst)

*Noot van de redactie: De opnames werden pas afgerond op 16 juni 1965. Bron: Mark Lewisohn, The Complete Beatles Chronicle, blz. 195.