55 jaar geleden: The Beatles tekenen hun eerste contract met Brian Epstein

WebmasterNieuws

Tegen het eind van 1961 waren de BeatlesJohn Lennon, Paul McCartney, George Harrison en drummer Pete Best –  een van de populairste bands in Liverpool, maar ze waren naarstig op zoek naar een manager die hen aan een opnamecontract kon helpen. 

Eerder dat jaar had de band ruzie gekregen met hun eerste manager, Alan Williams, die optredens voor hen had geregeld in het Duitse Hamburg. En toen was daar Brian Epstein, wiens familie de plaatselijke platenzaak NEMS bezat.  Epstein, die geen managerservaring had, besloot om de groep te vertegenwoordigen nadat hij ze had zien optreden in de Cavern Club in Liverpool. Op 24 januari 1962 ondertekenden de Beatles een contract voor vijf jaar met Epstein.

Epstein had zijn huiswerk gedaan voor hij de Beatles een officieel aanbod deed. In Epsteins biografie The Man Who Made the Beatles staat uitvoerig beschreven hoe de manager in spé Williams benaderde, die een verschil van mening had met de groep over provisie waarop hij dacht recht te hebben. “Ik hoop niet dat je het me kwalijk neemt dat ik je hulp vraag, Allan. Ik denk eraan om manager te worden van de Beatles”, zei Epstein

“Het is een fantastische groep, maar ze laten je vallen”, antwoordde Williams. “Mijn advies is: bemoei je absoluut niet met ze”. Williams voegde eraan toe: “Ze zijn keihard. Wees voorzichtig wat je tekent als het om contracten gaat. Zorg ervoor dat je er altijd, op elk moment, vanaf kunt komen.” Maar Epstein was onder de indruk van de muzikale vakmanschap van de groep en hun humor. Hij won de Beatles voor zich tijdens een aantal ontmoetingen in NEMS in december 1961. “Op een avond gingen we naar de NEMS-winkel”, herinnert Paul zich in Anthology. “We gingen naar boven naar Brians kantoor om het contract te tekenen. Ik was met hem aan het praten, probeerde bij hem af te dingen, want ik kende het spel: probeer om de manager akkoord te laten gaan met een laag percentage. En de anderen probeerden het ook, maar hij ging niet lager dan 25 procent. Hij zei, “Zo is het goed, nu ben ik jullie manager”, en we gingen akkoord.

“Epstein werkte in een platenwinkel en hij had niks te doen. Hij zag dat die rockers, vetkuiven en namaak-vetkuiven harde muziek speelden en dat heel veel kinderen daar interesse in hadden”, zei Lennon tegen Hit Parader in 1975. “En hij dacht: ‘Nou, in deze business moet je dus zijn.’ 

En hij vond het leuk – wat hij zag beviel hem. Hij wilde onze manager zijn en wij hadden geen betere optie, dus we zeiden: oké, doe jij het maar.

Het contract werd ondertekend in het ouderlijk huis van Best, in een buitenwijk van Liverpool. In de kelder zat de Casbah Club, een koffiebar die werd gerund door Mona, de moeder van Best. Als bandleden van de Quarrymen speelden Lennon, McCartney en Harrison een aantal van hun eerste optredens in de Casbah in 1959. Het contract gaf Epstein recht op 10 procent van de verdiensten van de Beatles, tot een bedrag van £ 1.500 per jaar, ongeveer € 1.750 in 1962. In 1963 was Epsteins commissie 25% van het inkomen van de Beatles. Alle Beatles ondertekenden het contract, maar Epstein niet. Het lijkt erop dat Epstein Williams advies opvolgde: “Zorg dat je er op elk moment uit kunt stappen.”

In zijn autobiografie A Cellarful of Noise legt Epstein het uit. “Waarom ik het niet had ondertekend? Ik denk dat het was omdat, ook al zou ik me aan elke clausule houden in het contract, ik geen 100% vertrouwen had in mezelf dat ik de Beatles op een adequate manier kon helpen. Met andere woorden, ik wilde de Beatles niet verplichten als ik voelde dat ze ergens beter af waren.”

Epstein tekende wel een nieuw vijfjaarscontract met de band in oktober 1962. Maar Harrison en McCartney zeiden in Anthology dat ze zich afvroegen of de Beatles echt wel beter af waren met Epstein als manager. “Brian was niet erg goed in deals sluiten”, zei Harrison. EMI gaf jaren achtereen aan ieder van ons één cent voor elke single en tien cent voor elk album.”

 “Brian heeft een paar waardeloze deals gesloten en hij heeft ons contracten laten tekenen voor jarenlange slavenarbeid, waar ik nog steeds mee te maken heb”, zei McCartney. “Als wij in 1962/63 hadden geweten wat we nu weten, of zelf wat we wisten in 1967”, voegde Harrison eraan toe, “dan had dat een enorm verschil gemaakt.”

(Vert: Linda Weller)