9. LP Imagine John Lennon – september 1971

BFNLAlbum recensies, BFNL Columns, CAN YOU TAKE ME BACK?

Tracklisting: Imagine; Crippled Inside; Jealous Guy; It’s So Hard; I Don’t Want To Be A Soldier; Gimme Some Truth; Oh My Love; How Do You Sleep?; How?; Oh Yoko!

Dit album is al zo vaak besproken, dat een zinnige geest zich onmiddellijk zou afvragen: heeft dit zin? Ik denk het wel, daarom begeef ik mij, ondertussen verontschuldigend voor een eventuele mislukking, op onvermijdelijke bekende maar hopelijk ook op onbekende paden. Ik schuw geen kritiek en probeer hier en daar ook te acteren als een advocaat van de duivel.

Hoeveel releases van de Imagine songs zijn er? Goeie vraag voor een pub quiz. Teveel om op te noemen. De belangrijkste re-release is voor mij The Ultimate Collection, een box uit 2018, bestaande uit zes schijfjes, waar werkelijk alles op staat wat je over Imagine zou moeten weten.

Het album was Johns tweede post-Beatles album en verscheen allereerst in Amerika in september (Engeland volgde een maand later). Het was meteen raak: op 24 oktober kwam het album in Engeland binnen op nummer een en een week later volgde Amerika (in beide landen verdreef Imagine het album Every Picture Tells A Story van Rod Stewart van de toppositie). Een ongekend succes voor Lennon. De bekroning van zijn solo-talent. In Engeland zou de plaat tot in het voorjaar van 1972 blijven rondhangen in de top-20.

Lennon zou deze prestatie nooit meer overtreffen of zelfs evenaren.

De recensies waren unaniem positief. Dat had allereerst te maken met de kwaliteit van het werk. En terecht. Maar… (mijn theorie) het was ook een soort opluchting bij fans en critici dat de belangrijkste muzikant uit de jaren zestig in staat was een standaard neer te zetten voor het nieuwe decennium.

Lennon zou deze prestatie nooit meer overtreffen of zelfs evenaren. Imagine is het hart tussen twee extremen – het radicale drieluik Plastic Ono Band (1970) en Some Time In New York City (1972). Lennon noemde zijn creatie ‘radicalisme met een suikerlaagje’ en dat is natuurlijk precies wat het is. Venijnigheid en liefde, bitter en zoet, droom en nachtmerrie. Imagine jaagt, slaat rusteloos op pijnlijke plekken en bestrijkt alle registers van een perfecte popplaat. Maar het album leunt ook comfortabel terug in de kussens van een luie sofa. En dat is begrijpelijk: Lennon wilde eindelijk eens munt slaan uit zijn populariteit.

Het therapeutische gehalte van Plastic Ono Band (1970) hield sommige fans op afstand en Some Time In New York City (1972) joeg ze weg vanwege de holle politieke thema’s, al dat gezwets over abstracte gewelddadigheden interesseerde niemand. Lennons gebrek aan subtiliteit en zelfcensuur brak hem bij dit album op.

Maar tussen die twee stations verscheen Imagine. Dat album hypnotiseerde de massa, alsof de muzikale rattenvanger dit keer niet in Hamelen (of Liverpool/London) woonde maar in New York. Imagine volgt de middenweg en dat is precies wat iedereen wilde horen.

Imagine was het uur van de waarheid. Vergeldingsdrang. Volkomen losgaan op een beschaafde manier. Besefte John dat? Wellicht onbewust?

De titelsong stond als single op 13 en 20 november 1971 twee weken op nummer drie in Amerika. In Engeland haalde de single nummer zes, maar pas in 1975, toen het werd uitgebracht als opwarmer voor de compilatie Shaved Fish (UK 8, USA 12). Na Lennons gruwelijke dood werd de track opnieuw uitgezet en in januari 1981 werd het eindelijk een welverdiende nummer één hit. Daarna keerde de track regelmatig terug in de charts.

Het jaar 1971 was voor Lennon buitengewoon productief. Naast het in de zomer opgenomen Imagine album was er de succesvolle single Power To The People, de give-away God Save Oz en Happy Christmas (War Is Over).

Overigens was niet alles ‘instant creativity’. Lennon was een buitengewoon creatieve en originele geest, maar laten we eerlijk zijn: hij was ook niet vies van leentjebuur spelen. Neem het begin van Revolution (Do Unto Others van Pee Wee Crayton uit 1954) en de melodie van Happy Christmas (Skewball, een traditional uit de 18de eeuw, hoewel ik ervan overtuigd ben dat John zich liet inspireren door de ‘Stewball’ versie van Peter, Paul en Mary uit 1963).

Ik benoem deze voorbeelden niet om flauw te zijn (bewustzijn mag gedeeld worden), maar meer om aan te geven dat leentjebuur spelen een niet geheel onbelangrijke voetnoot is in het oeuvre van Lennon. Het album Imagine is een perfecte samensmelting van leentjebuur en het terughalen van oudere creatieve gedachten. Op deze plaat bereikt die combi een absoluut hoogtepunt.

Ik licht het toe.

Op deze plaat bereikt die combi een absoluut hoogtepunt.

De tekstuele inspiratie van de titelsong Imagine kwam van een gedicht van Yoko Ono uit haar 1964 boek Grapefruit: Cloud Piece. Lennon gaf de invloed direct toe en vanaf 2017 werd Yoko’s bijdrage uit de anonimiteit gehaald en sindsdien gaan de song credits (terecht) naar Lennon/Ono.

Crippled Inside lijkt verrekt veel op gedeelten van Black Dog van de folk groep Koerner, Ray en Glover, een nummer uit 1964, dat The Beatles ook speelden tijdens hun januari 1969 sessies.

In Jealous Guy leent John van zichzelf in die zin dat hij zijn eigen nummer Child Of Nature uit 1968 volledig herschreef van een meditatieve recital naar een verhaal over een buitengewoon jaloerse geest die zich schaamt voor zijn gedrag. Een meesterzet.

Op It’s So Hard excelleert saxofonist King Curtis. Lennon vroeg hem te spelen zoals op het liedje Honky Tonk uit 1956 van The Bill Dogget Combo. De overeenkomsten hoeven niet toegelicht te worden.

Give Me Some Truth en Oh My Love waren net als Child Of Nature originals uit de late Beatlestijd. Broedsels, die al een tijdje lagen te wachten maar pas in 1971 uit hun eieren mochten komen.

How is beeldschoon maar heeft met zijn stop-and-go ritme wel iets van The Long And Winding Road. Bewust?

De titel I Don’t Want To Be A Soldier komt van een bestaand lied uit de Eerste Wereldoorlog; de song is in feite een uit de hand gelopen jam.

Oh Yoko!, tenslotte, is een regelrechte bewerking van de klassieker Long Lost John van Lennons all-time hero Lonnie Donnegan. In 1980 zou John die titel nog parafraseren aan het einde van zijn pareltje I’m Losing You.

De vroegste sessies die gelinkt kunnen worden aan het Imagine project vonden plaats in februari 1971 in de Abbey Road Studios. Welke tracks waren daar te horen? It’s So Hard, I Don’t Want To Be A Soldier, (Well) Baby Please Don’t Go, Power To The People, I’m The Greatest, een vroege versie van Aisumasen (I’m Sorry) en nog wat rest materiaal.

Maar het hart van het nieuwe album lag in Tittenhurst Park (Ascot Sound Studios). Eind mei werden tien tracks opgenomen. John had een week nodig om alle basictracks op de rails te krijgen. En dat lukte. Alles werd extensief gefilmd voor een documentaire (mega veel opnames, waar we nu nog steeds lol van hebben).

Phil Spector fungeerde als co-producer. Niet zo gek, daar hij zeer succesvol was geweest op Instant Karma en het Plastic Ono Band album.

Alte freund aus Hamburg Klaus Voormann werd ook weer van stal gehaald. Blijkbaar was John zeer te spreken over zijn baswerk op het vorige album. Alan White (drummer op de Live Peace in Toronto happening en Instant Karma) en Jim Keltner werden gevraagd voor de drumpartijen (Ringo was overigens eerste keuze maar hij kon geen tijd vrijmaken vanwege filmopnamen).

Klaus Voormann is een man met een rijke historie. Los van de Hamburgse tijd, waar een levenslange vriendschap werd gesmeed, scoorde hij in 1967 een Grammy Award voor zijn 1966 cover van het Beatles album Revolver. In de jaren negentig was hij verantwoordelijk voor de covers van de succesvolle Anthology 1, 2 en 3 albums. Hij speelde in de jaren zeventig regelmatig mee met John, George en Ringo. Eigenlijk pas in een late fase met Paul (dan hint ik op zijn laatste album A Sidemans’s Journey – die titel zegt alles over zijn status – uit 2009, waar Paul en Ringo op te horen zijn).

Pianist Nicky Hopkins was een gevierde sessie muzikant die met alle groten der aarde speelde. John kende hem uiteraard vanwege de pianopartij op Revolution. Door zijn aandoening (de ziekte van Crohn – een waardeloze aandoening, waardoor je op de meest onverwachte momenten gigantisch naar de wc moet) kon Hopkins niet structureel toeren met bands als de Stones en de Who. We mogen hem dankbaar zijn voor het fantastische pianospel op Imagine. Later zou Hopkins ook meespelen op Living in The Material World, Ringo, Goodnight Vienna, Walls And Bridges en Flowers In The Dirt.

Jim Keltner is net zo legendarisch. Wat heeft de bebrilde meesterdrummer niet gedaan? Hij deed het Bangla Desh concert, speelde regelmatig met John, George en Ringo. Hij was Buster Sidebury, drummer van de Traveling Wilburys, op de twee onvergetelijke albums uit respectievelijk 1988 en 1990. Zijn laatste Beatles connectie waren de drumpartijen tijdens The Concert For George op 29 november 2002. Natuurlijk is er meer te vertellen over deze muzikale gigant maar daar gaat deze recensie niet over, dus ik laat het hier even bij.

Samengevat: John had een supercast om zich heen verzameld. Maar er kwam nog iemand buurten: niemand minder dan George Harrison. De ex-Beatle zou excelleren op vier tracks van het nieuwe album.

Daar over gesproken, het eindresultaat was meer dan bevredigend. Maar het was nog niet af. Daarom bracht Lennon de tapes naar New York waar ze in juni en juli 1971 werden bijgeschaafd en afgerond in de Record Plant Studios in New York.

Wat maakt het album zo sterk? Dat is onbetwistbaar het perfecte evenwicht. Alles klopt. Alles is met elkaar in balans. Lennons vindingrijkheid bereikt een ultiem hoogtepunt. Zelfs het niet echt spannende I Don’t Want To Be A Soldier heeft een plekje in het menu.

Lennon kiest voor een mooie drieslag: het statige Imagine, losse Crippled Inside en naar binnen gerichte Jealous Guy. Mooier gaan we het niet krijgen. Interessant is dat hij twee jaar later op het Mind Games album voor dezelfde muzikale opbouw kiest: eerst het epische Mind Games, dan de folk rock van Tight Ass en vervolgens de persoonlijke ballad Aissumasen (I’m Sorry).

Over het lied Imagine is al genoeg gezegd in de loop der jaren. Het is een eenvoudige song met een onweerstaanbare filosofische aantrekkingskracht.

In Amerika direct een hit in 1971, Engeland volgde in 1975.

Lennon presenteert zich hier als een humanist. Maar, tegelijkertijd is de tekst hier en daar wat vreemd. Enerzijds zingt de ex-Beatle ‘Imagine all the people, living life in peace’, terwijl hij tegelijkertijd fel tekeer gaat tegen Paul.

Ook schaart hij zich onder de dromers (‘You may say I’m a dreamer, but I’m not the only one’), terwijl hij eerder in het lied God op het album Plastic Ono Band aangaf dat de droom nu juist voorbij was en dat hij nergens meer in geloofde (behalve in zichzelf en in zijn vrouw). Dat is opmerkelijk of juist niet. Ik vermoed het laatste. Lennon was tot aan zijn tragische dood een onberekenbare geest. En dat maakt hem waarschijnlijk zo uniek.

Hij was wel zo eerlijk om al vroeg aan te geven dat de inspiratie van de tekst niet alleen van hem kwam maar zeker ook van Yoko. In 2017 werd die credit uiteindelijk formeel omgezet in een officieel samenwerkingsverband: Lennon/Ono.

Crippled Inside is een perfecte manier om na het statige volkslied Imagine even de teugels te laten vieren. De tekst is vilein maar door het losse spel van de muzikanten kijk je daar als luisteraar bijna overheen. Hoewel het natuurlijk Johns liedje is, worden de hoofdrollen vertolkt door George Harrison op dobro en Nicky Hopkins op piano. Die twee stelen absoluut de show. Ergens verborgen in de song zit nog een verwijzing naar ex-Beatle Paul (“You can life a lie until you die).

Dit nummer is onwerkelijk mooi en breekbaar.

Hoewel Oh Yoko! werd gezien als potentiele tweede single (die er niet kwam) zou ik al mijn kaarten op Jealous Guy hebben gezet. Dit nummer is onwerkelijk mooi en breekbaar. Wie geen tranen van ontroering krijgt wanneer John halverwege het liedje begint te fluiten, heeft geen hart en moet zich diep gaan schamen. Na Johns wrede dood scoorde Roxy Music in het voorjaar van 1981 een mega hit (hun enige nummer één in Engeland) met hun versie van Jealous Guy.

Uiteindelijk zou Jealous Guy wel op single verschijnen maar postuum. In Engeland in 1985 (no 65) en in Amerika in 1988 (no 65).

It’s So Hard is een recht toe recht aan 12-bar blues. Wat het nummer speciaal maakt zijn de bijtende vocalen, de snerpende sax, de gietijzeren gitaren, en het snijdende strijkje van The Flux Fiddlers (leden van het New York Philharmonic Orchestra). Eenvoudig maar buitengewoon doeltreffend. Lennon speelde het als tweede track tijdens zijn One To One concerten in New York in augustus 1972. Live staat het ook als een huis. Tenorsaxofonist en Meester Toeteraar King Curtis nam zijn solo op in New York. Hij was geen onbekende van John – in 1965 stond hij in het voorprogramma van The Beatles tijdens hun Amerikaanse tour.

Het sluitstuk van kant één is I Don’t Want To Be A Soldier. Net als It’s So Hard een track uit februari 1971 maar in tegenstelling tot dat nummer nu in een totaal ander arrangement. Grootheid King Curtis speelt ook hier weer mee. Bizar is dat hij op 13 augustus 1971, een maand na de sessies, werd vermoord in New York door een drugsverslaafde. Op zijn begrafenis waren grootheden als Stevie Wonder en Aretha Franklin aanwezig.

Gimme Some Truth werd geboren in India in 1968 en een klein jaartje later uitgeprobeerd in embryonale vorm tijdens de Get Back/Let It Be sessies. Paul had daar ook nog een aardig handje in. Op de tapes hoor je hem enthousiast van alles en nog wat roepen: no freaked-out, jelly belly, zelfs Gary Cooper komt langs in zijn associatie. Paul stuurt John zelfs hier en daar naar bepaalde akkoorden. Wat had die gast een energie!

Ik zou Gimme Some Truth dus een Lennon/McCartney willen noemen (net als I Me Mine een Harrison /McCartney compositie is omdat Macca de bridge leverde).

Dat zou Lennon een hoop problemen opleveren.

De 1971 versie is volmaakt en een fantastische wervelwind tegen hypocrisie in het algemeen (met een gekmakende solo van George Harrison als kers op de taart). Zelfs de Amerikaanse president Richard Nixon krijgt er van langs (Tricky Dickie). Dat zou Lennon een hoop problemen opleveren. De FBI kreeg de opdracht de Lennons te volgen en aan de overheid te rapporteren over hun politieke gedrag. Dat ging heel ver. Lennons telefoon werd afgeluisterd en hij werd vaak gevolgd.

Toen Nixon in november 1972 opnieuw werd gekozen voor een nieuwe termijn als president – en niet zo’n klein beetje ook, het was een mega overwinning op democraat George McGovern – was Lennon daar dus goed ziek van.

Op die legendarische avond was hij met Yoko te gast op een feestje van Jerry Rubin. John was zo in de war van de hele situatie dat hij teveel dronk en rookte en uiteindelijk met een meisje vertrok naar de andere kamer (hij kende geen rust – alsof hij weer een tiener was uit Liverpool). Iedereen hoorde wat er gebeurde, Yoko ook. Een bitter en pijnlijk moment. Daar werd ongetwijfeld de kiem gelegd voor het Lost Weekend van Lennon dat inzette vanaf het najaar van 1973. De crisis die hem naar Los Angeles bracht. Maar daarover later meer.

Met Oh My Love werden de sessies in Engeland afgesloten. Het is een delicate ballade die aan McCartney doet denken. Niet zo gek, want de vroegste demo stamt uit 1968. Eigenlijk is het dus een bonafide Beatles track. De tekst laat zich lezen als een gedicht over zelfbewustzijn. Het is overigens de enige co-write op het album tussen John en Yoko (later zou Imagine de tweede worden maar in 1971 dus nog niet). George Harrison speelt een glanspartij (naast de wandelende piano klanken van Hopkins).

Er hing ook een schaduw over het album want na het dromerig liefdeslied wordt het ineens nogal bitter. Voor het eerst en het laatst op het album heeft John geen tijd voor esthetiek (wellicht met uitzondering van sommige strofen van Gimme Some Truth, maar deze track gaat een stap verder). How Do You Sleep? is een regelrechte tirade naar een voormalige partner: Paul. John gaat voorbij elke vorm van speelsheid. Iedereen weet waarop hij zinspeelt. Lennon wil Macca een gevoelige klap uitdelen en laten voelen hoe laat het is. Te laat… (ik denk dan meteen aan King John van de koningsdrama’s van Shakespeare).

Blijkbaar vond John het volkomen legitiem om zijn broertje volledig af te branden. Zoals ik al zei, het is broedermoord à la Shakespeare. Een koningsdrama, maar dan in de 20ste eeuw. Rivaliteit (en zonder twijfel) afgunst. John vraagt zich zelfs af of zijn voormalige partner nog wel vredig kan slapen. Ik denk altijd: alsof hij Paul uitdaagde de handschoen op te nemen. The battle of the century. Gelukkig deed Paul dat niet. Hij was meer tactisch en zweeg (zijpaadje: het aan John gerichte Dear Friend was opgenomen voor Imagine verscheen).

Even los van de tekst, de melodie is hypnotisch en geniaal. Maar de woorden. Tja…. Later in de jaren zeventig zou John het allemaal afzwakken en zeggen dat Paul zijn beste vriend was en tegen je beste vriend mag je alles zeggen. Daar zit wel wat in. Toch moet het voor Paul (en Linda!) buitengewoon naar zijn geweest om al die insinuaties over jezelf te horen (vooral op een plaat die overal in de wereld maandenlang aan de top stond).

De zaak wordt nog bitterder omdat George Harrison meespeelt. De vermenging is volkomen geslaagd. Georges fills en solo zijn legendarisch en absoluut kippenvel van hier tot de overkant. Eigenlijk had Ringo moeten drummen maar hij was die beruchte week in mei 1971 niet beschikbaar. Dat was dus echt een mega statement geweest. Voeg daaraan toe dat niemand minder dan Allen Klein de regel ‘And since you’re gone, you’re just another day’ erbij verzon en de puzzel is af.

Van een muzikale dolkstoot naar het lieflijke How? is een grote stap maar het werkt. Is het toeval dat het stop-and-go ritme doet denken aan The Long And Winding Road van Paul? Lennon werkte eind 1970 al aan de song en het had dus een contender voor het Plastic Ono Band album kunnen zijn. Tekst gewijs zit dat nummer volledig in die sfeer met verwijzingen naar onzekerheid, afwezigheid van liefde en de naarheid van de wereld. John zet een stethoscoop op de harten van de luisteraar en iedereen begrijpt onmiddellijk wat er hier aan de hand is. Dit gaat over hem maar ook over jou. Wat een ongeëvenaarde klasse in de geschiedenis van de popmuziek. How? is een ultieme klassieker.

In één van de vroegste demo’s zingt John: How can I go home, when home is something I have never had?’ De ‘O, no’ knipoog/kwinkslag in het nummer is grappig en heeft een tweevoudige functie: liefde (Yoko) en afwijzing (o, no). De dubbelzijdige betekenis is een kwaliteit die je nergens zult aantreffen op het volgende album.

Het programma wordt upbeat afgesloten met het vrolijke Oh Yoko! Interessant, na twee titels met een vraagteken, volgt de afsluiter met een uitroepteken. Of het bewust is gedaan, weet ik niet, maar ik vind de symboliek erg mooi. Oh Yoko! is geen diepgraver, een geleende melodie van jeugdheld Lonnie Donnegan, maar de kracht van de track zit in de eenvoud. De schrijver houdt van zijn meisje. Hij denkt altijd aan haar. Tijdens het scheren, als hij aan het baden is (en symbolisch al het vuil van de dag van zich afwast), ‘s nachts en in een wolk – als hij droomt. Prachtige woorden. Simpel maar o zo effectief. Als single had het niet gewerkt, denk ik, maar als finale van het album is een perfecte krul ter afsluiting.

Afsluitend: waar ligt de kracht van Imagine? Niet in het gemak. Verre van dat. Wellicht puur in emotie en kwetsbaarheid. Twee basisemoties, waarbij John Lennon, als een soort goddelijk orakel/psychiater (overigens eerder in Griekse dan Bijbelse zin), de hele platen kopende wereld vanuit de spelonken van zijn ‘ik ‘ uitnodigt plaats te nemen op de sofa van de ziel. Dit ben ik, wie ben jij? Imagine is een cultuurfilosofisch meesterwerk. Complex, avontuurlijk en gelaagd.

Na deze plaat volgden nog meer mooie zelfbewuste songs die het Imagine-predicaat verdienden. Maar een doordacht effectief albumconcept a la Imagine (en wellicht John Lennon/Plastic Ono Band) zat er na 1971 niet meer in. Some Time In New York City faalde door haar absolutistische trekjes volkomen in haar (goedbedoelde) opzet. Teveel radicaal gebral en rijmelarij. Af en toe lijkt het wel propaganda en dat is een naar woord.

Mind Games (1973) en Walls and Bridges (1974) waren authentieke pogingen tot eenheid, ze kwamen absoluut dichtbij het creatieve niveau van Imagine en zaten tjokvol meesterlijke deuntjes. Toch bereikte deze pogingen nooit het bovennatuurlijke niveau van dat oer-album uit 1971. Rock ’N Roll uit 1975 was een samensmelting van opnames uit 1973 en 1974 en klonk daardoor ietwat onevenwichtig. Maar het is wel een genot: denk de urenlange versie van Ain’t That A Shame en het dronken gegil van Sweet Little Sixteen weg en je hebt een prachtig dik half uurtje.

Absoluut nobel streven maar het was geen onverdeeld succes.

Vijf jaar later probeerden John en Yoko de themadraad weer op te pakken met hun nieuwe album Double Fantasy, door het album neer te zetten als een integrale heartplay, een uitgebalanceerde dialoog tussen man en vrouw. Absoluut nobel streven maar het was geen onverdeeld succes. Geen top tien in Engeland en Amerika. Erger nog: de poging werd door de critici neergezet als een magere rode draad. En toen kwam acht december… (9 december in Liverpool).

Vanaf dat moment werd de geschiedenis herschreven en Double Fantasy opgenomen in de muzikale hemelen.

Wordt vervolgd: Wild Life Wings

– Robin Raven – 2019