SCHAKEN

BFNLBFNL Columns, Then There Was Music

Het kon niet op: twee tussenuren elke donderdagochtend tijdens één van de laatste jaren van de middelbare schooltijd. Marco, mijn vriend gedurende die jaren en ik brachten deze uren afwisselend bij hem en bij mij thuis door, om te schaken en naar muziek te luisteren. In mijn weken was de keuze Beatles of… ja, Beatles dus, maar bij Marco stond een heel gevarieerde platencollectie van een oudere broer. CCR ‘Greatest Hits’, CSN&Y ‘Deja Vu’, Al Stewart ‘Year Of The Cat’, Gerry Rafferty ‘City To City’, ELO ‘Out Of The Blue’ enz. Er stond ook één Beatles-lp en toevallig was dat de enige Beatles-lp die ik niet had: ‘Magical Mystery Tour,’ de rond die tijd in de officiële The Beatles-canon opgenomen Amerikaanse versie van de oorspronkelijke Britse dubbel-ep.

Ik had deze lp niet, omdat veel ervan op de blauwe dubbelaar (1967-1970) stond die ik wel had. Wat ontbrak – en dat in een tijd waarin het niet-fysiek hebben van nummers betekende dat je ze ook echt niet kende, of moeilijk kon leren kennen – waren ‘Flying’, ‘Blue Jay Way’ en ‘Your Mother Should Know’. Omdat achter ‘Blue Jay Way’ George Harrison als componist vermeld stond, bleven er eigenlijk maar twee onbekende nummers over waar ik nieuwsgierig naar was. Het heeft lang geduurd voor ik de Harrison van 1967 als componist ben gaan waarderen. Ik had destijds helemaal geen begrip voor zijn vermenging van Westerse en Oosterse muziek. Een lp kopen voor twee nummers ging me toch een beetje te ver, maar om de andere week was er een kans op ‘Your Mother Should Know’. Voor Marco was elke lp een gelijkwaardige optie en terugkijkend ben ik hem daar heel erg dankbaar voor: alles wat ik door hem heb leren kennen heeft inmiddels een plekje in mijn collectie gevonden. De keren dat MMT wél op de draaitafel belandde was het wachten vooral op ‘Your Mother Should Know’.

‘Your Mother Should Know’ is Pauls tweede uitstapje (na ‘When I’m 64’) in een wat oudere stijl. Het staat in A mineur/ C majeur en begint met een sprong van een kwart omhoog (van een noot naar een noot vier hoger), op de eerste tel. De kwart is eigenlijk meer een soort opmaatinterval als die gebruikt wordt om een zin te beginnen. Het Wilhelmus begint bijvoorbeeld met een kwart waarbij het accent valt op de tweede noot: Wil-hél-mus. De noot op Wil voelt als het opstapje voor wat daarna komt. Een kwart associeer je dus met een ‘licht-zwaar’-verbinding als deze staat aan het begin van een frase. In dit nummer begint de zang op de eerste tel waardoor je een ‘zwaar-licht’-volgorde op de kwart hebt. ‘Your Mother’ gebruikt dus dit ‘opstapjes’-interval, maar zonder dat er een opstapje is. Dit werkt heel erg goed, maar is tegelijkertijd ook een beetje vreemd. Onder ‘and DANCE’ speelt de bas een F waardoor het Am moeiteloos verandert in een Fmaj7- akkoord. De gegronde duidelijkheid van Am gaat over in het prachtig zwevende van een majeur-septiemakkoord. Omdat de noot die Paul op ‘dance’ zingt een syncope is die begint in de ene maat en nog klinkt in de volgende, vindt dit wisselmoment precies onder deze noot plaats. Dit is een E; de kwint van Am wordt de grote septiem van Fmaj7.

Vanaf ‘hit before’ beweegt de harmonisatie zich in kwinten. De eerste keer wat meer binnen de toonsoort: A7-Dm-G7-C, de tweede keer (onder ‘Your Mother Should Know’) in een reeks tussendominanten; d.w.z. dezelfde reeks maar nu allemaal als dominantseptiemakkoord, waardoor elk akkoord dwingt naar het volgende akkoord dat dan weer i.p.v. een rustpunt te zijn voor wat was, diezelfde dwang geeft naar weer het volgende akkoord. Eigenlijk een aaneenschakeling van spanningsmomenten die enerzijds oplossen in een rustpunt, maar waarbij anderzijds de totale ontspanning niet gevonden wordt omdat het rustpunt een vergelijkbare spanning geeft veroorzaakt door de septiem boven een majeurakkoord. Een leerling van mij zou het ‘Hup en door muziek’ noemen en dat dekt de lading behoorlijk. Hier ziet deze tussendominantreeks er als volgt uit: A7-D7-G7 en dan eindelijk de totale ontspanning van een C-akkoord zonder septiem onder het laatste ‘Know’. Onder ‘Sing It Again’ klinkt een E7-akkoord om terug te leiden naar het A-mineur van het begin.

Een harmonisatie in kwinten werkt erg vloeiend en natuurlijk; het klinkt heel vanzelfsprekend, of je dat nu doet zoals de eerste ronde hier met de te verwachten akkoorden, of zoals de tweede ronde in een tussendominant-keten. Het jaren dertig-, veertiggevoel van dit nummer wordt voor een groot deel verkregen door deze harmonische beweging, die hét kenmerk is van de muziek uit die tijd. Volgens Paul (in de tekst van dit lied) ‘a song that was a hit before your mother was born’. Dat is een beetje overdreven: ik weet niet of Pauls moeder van dansen hield, maar als ze dat graag deed heeft ze ongetwijfeld op vergelijkbare muziek gedanst.

Het tussenspel laat de dominant E7 naar Am gaan om vervolgens een extra ronde naar E7 te maken: Am- Fmaj7- Fmaj7 over een G-bas waardoor Paul naar C kan om dan af te sluiten op E7 als dominant voor genoemde tweede ronde. Eigenlijk is het hele lied niets anders dan een herhaling van dezelfde twee bouwstenen.

In mono is het ook veel moeilijker om het totaalplaatje goed te krijgen.

In stereo is ervoor gekozen om Pauls zang per vers anders in het klankbeeld te plaatsen, in mono blijft daarentegen alles op dezelfde plek in het klankbeeld. Mijn voorkeur gaat uit naar mono: de jaren ‘6- trucjes die hun oorsprong vaak vinden in het nieuwe van stereo en het feit dat het nu allemaal kan en daarom ook gebruikt ‘moet’ worden, komen erg onrustig over. Onnatuurlijk ook. Mono (en modern stereo) klinken zoals het klinkt als er echt mensen voor je zitten te musiceren. In mono is het ook veel moeilijker om het totaalplaatje goed te krijgen: er is veel minder ruimte in het klankbeeld waardoor elke keuze invloed heeft op al het andere in het plaatje. Mono heeft ook een gaaf soort ruimtelijkheid: er is wel degelijk sprake van een rechts-linksverdeling in het klankbeeld, maar daarnaast klinken dingen ook dichterbij of juist verder weg, hoger of lager in het plaatje. Dus gewoon zoals muziek klinkt als er in een grotere ruimte gemusiceerd wordt door veel mensen die niet allemaal naast elkaar zitten, maar ook achter elkaar. Heel recent opgenomen stereoalbums komen in bepaalde opzichten dicht bij het plaatje van mono: klankopbouw vanuit een centraal punt, uitwaaiend naar (soms meer extreem dan bij mono) rechts en links, maar zonder dat je dat ‘tegenover elkaar’ van jaren ’60-stereo krijgt en dat is heel veel fijner om naar te luisteren.

‘Your Mother Should Know’ ken ik inmiddels van binnen en van buiten en omdat de lp waar dit nummer opstaat nog een flink aantal ijzersterke nummers meer heeft heb ik de ‘luisterachterstand’ aardig ingelopen; hij staat al decennia lang tussen mijn andere lp’s. Het schaken is een ander verhaal. Na de middelbare school zijn Marco en ik elkaar uit het oog verloren en daarmee kwam er ook een eind aan mijn uren achter het schaakbord. Schaakmat zeg maar.

– Ton Steintjes –