Abbey Road / The Analogues 30 juni 2019

BFNLBFNL Columns, Nieuws

De Japanse dame staat er bij als een soort verstilde robot. Een been ver in de lucht gestoken, een arm vooruit, de ander achter haar lichaam. Verkeer staat voor de zoveelste keer gelaten te wachten. Plaats delict is een niet zo willekeurig zebrapad in de wijk St. Johns Wood. Abbey Road uiteraard. En ze is niet de enige die in die houding blijft staan. Ik vind het altijd wat vermakelijk en even genant gezicht. Want in een poging de beroemde hoesfoto van The Beatles te creeeren lijkt het beeld meer op de hoesfoto van Paul is Live dan op Abbey Road.

The Beatles liepen gewoon over het zebrapad in plaats van stil te staan. Argeloos en zich waarschijnlijk niet bewust van het feit dat een simpel stel strepen op de weg een bedevaartsoord zou worden. Ik ben er vaker geweest en ik hoef niet zo nodig op de foto op de zebra. Die foto moet er ergens zijn. Van een jaar of 30 terug. Ik sjok, tegendraads als ik ben, vanaf de verkeerde kant over de zebra naar de andere kant. De studio. Voor het hek en de immer volgekalkte muren heb ik ook vaker gestaan. Net als voor het hek van Paul’s huis aan Cavendish Avenue waar we vlak daarvoor ook even een kijkje nemen en waar het aanzienlijk rustiger is. Op geen van beider lokaties is het mij nooit gegund geweest om door het hek te mogen. Maar vandaag zal één van de twee plekken haar deur voor mij openen.

De Abbey Road Studios. Vroeger gewoon de EMI-studio genoemd. Hij is zelden voor niet-musici toegankelijk. In 1983, toen de befaamde Abbey Road Video Show er werd vertoond was ik net te jong. Ik moest het doen met de filmbeelden. Niet alleen van die Video Show maar ook andere beroemde filmbeelden. All You Need is Love en de opnamen van het orkest voor A Day In The Life uit studio 1 bijvoorbeeld. Maar vooral de magische beelden uit de beroemde studio 2 waar The Beatles het leeuwendeel van hun repertoire opnamen.

Zo onwerkelijk als het vooruitzicht voor mij is om daar naar binnen te mogen, moet het wellicht ook voor The Analogues zijn. Er was een tijd dat ze voor niet geheel gevulde zaaltjes speelden. Dat duurde niet lang want iedereen die daar bij was vertelde het zijn Beatles-kennissen. Die band moet je checken. Van een deels gevuld Paard in Den Haag (waar ik ze voor het eerst zag) naar uitverkochte theatertours en zelfs een uitverkocht Ziggodome. Een platencontract met Universal. Dat opent deuren. In dit geval letterlijk die van de Abbey Road Studios waar op 30 juni in twee sessies voor een geselecteerd publiek het album Abbey Road live wordt opgenomen. De rij voor de hekken is lang en er wordt minder vaak Nederlands gesproken dan je zou verwachten. De grootste afstand wordt afgelegd door een stel uit Australië die speciaal voor deze gelegenheid naar Londen zijn gevlogen.

De middag wordt ingeleid door dé Beatlesbiograaf. Mark Lewisohn.

Na half 2 begint er beweging in de rij te komen. Langzaam, want nagenoeg iedereen wil zichzelf laten vereeuwigen op de trap naar het heilige der heiligen. Daarna wordt iedereen geleidt naar Studio 1 waar een podium opgesteld is met, zoals wij gewend zijn van The Analogues, een imposant scala aan instrumenten en waar stoelen staan voor de genodigden. De middag wordt ingeleidt door dé Beatlesbiograaf. Mark Lewisohn. Hij vertelt waar wie stond bij de opnames van All You Need is Love en A Day in the Life in die zelfde studio. En dat de Analogues eigenlijk een beetje valsspelen. Want op de plaat horen we een Moog. Een van de allereerste synthesizers, in eigendom van George Harrison. Een dermate imposant groot apparaat dat het simpelweg te veel ruimte in zou nemen. Gekozen is daarom voor een minimoog (die overigens precies de zelfde klanken voortbrengt).

Deze introductie is een mooi moment om naast het verhaal van Mark ook de studio te absorberen op mijn netvliezen. Wat een enorme ruimte. Tegelijk is er ook een gevoel van teleurstelling. We zouden toch een rondleiding krijgen door Studio 2?

Dat gevoel is weg op het moment dat de eerste tonen van Come Together worden ingezet. Voor ons staat een goed op elkaar ingespeelde band. Het is verradelijk want bij de doorgewinterde fans is elke noot bijna in ons DNA gekrast en het is verleidelijk om te gaan luisteren of elke noot ook gespeeld wordt.

En natuurlijk wordt er af en toe gesmokkeld. Zo missen we de handklapjes in Here Comes the Sun (het is immers lastig klappen terwijl je een instrument bespeelt). Maar daar staat tegenover dat het een feest is om het aanbeeld tijdens Maxwell’s Silver Hammer (toch bepaald niet mijn favoriete nummer van de plaat) “bespeeld” te zien worden. Om de blazers en strijkers live te horen. Om die gecompliceerde muziek live te zien.

Jan van der Meij maakt door Tinnitus tijdelijk niet deel uit van de basisopstelling van de band maar zijn gastoptreden op Oh Darling en I Want You (She’s so Heavy) zijn een schot in de roos. Oh Darling bevat – zacht uitgedrukt – niet bepaald de makkelijkste zangpartij uit de Beatlescatalogus, die door Van der Meij met verve wordt vertolkt. Het is een genot om de hele band bezig te zien tijdens I Want You (She’s So Heavy). De betoverende gitaarpartijen die maar door en door gaan en even abrupt als op de plaat eindigen.

The Analogues spelen het album nagenoeg probleem- en foutloos live.

The Analogues spelen het album nagenoeg probleem- en foutloos live. Geen makkelijke opgave want ingewikkelde meerstemmige zang zoals op Because wordt foutloos gereproduceerd. Een genot voor het oor. Slechts twee nummers kennen een kleine valse start. Here Comes the Sun door een technisch probleempje met de gitaar (“We moeten even de plaat omdraaien”) en het begin van Her Majesty wordt de eerste keer niet synchroon ingezet (niet heel raar, de oorspronkelijke eerste toon (een elektrische gitaar en cymbaalslag) zijn eigenlijk de laatste noot van Mean Mr. Mustard en de laatste afgebroken noot is de eerste van Polythene Pam. Het nummer werd er uitgeknipt en uiteindelijk uit de vuilnisbak gevist en aan het eind van de tape geplakt).

Een dikke drie kwartier magie in studio 1. Maar daarmee is het verhaal niet ten einde. Natuurlijk spelen The Analogues een aantal toegiften. Alleen niet in studio 1, want het publiek wordt uitgenodigd om die te aanschouwen in de legendarische studio 2. Een totaal andere ervaring dan de prachtige Studio 1. Het ziet er nog precies zo uit als ik ken van de talloze filmpjes en foto’s. Eigenlijk zou dat als vergane glorie afgedaan kunnen worden, maar het draagt alleen maar meer bij aan de magie. De ietwat gehavende gele gordijnen die voor de acoustiek moeten zorgen. De beroemde klok. De witte muren. De trap naar de ruimte met de mengtafels die The Beatles ongetwijfeld honderden keren betreedt hebben om naar hun resultaten te luisteren.

Die toegiften van The Analogues gaan eerlijkgezegd wat aan mij voorbij. Ik geef mij over aan de studio. De gedachten aan vier jongens die de muziekwereld veranderden. In een hoek van de studio tref ik een oude piano. Stiekem doe ik de klep open en zie toetsen waar het ivoor grotendeels van verdwenen is. Als de toegiften er op zitten en The Analogues verdwenen zijn, open ik de klep en sla ik wat noten aan. Tacky. Het geluid van Rocky Raccoon. Dit moet die piano zijn, de Mrs. Millspiano. Een ietwat geirriteerde beveiliger spreekt mij vermanend toe. Afblijven. Er is niemand die deze ervaring van mij afneemt. Een prachtig optreden van The Analogues. Maar vooral dat half uurtje op voor mij heilige grond.

Na afloop tref ik Har van Fulpen, de oprichter van de fanclub, aan. Dat hij vlak bij mij stond tijdens de toegiften is mij in alle emoties ontgaan. Buiten poseren we samen op de trap en hoewel ik normaliter niet meer de behoefte heb om mijzelf op de zebra te fotograferen (of mijzelf terug te zoeken op de webcambeelden die continue worden opgenomen) maak ik voor Har graag een uitzondering. Zo vaak kom ik er nu ook weer niet.

– Ron Bulters – Voorzitter Beatlesfanclub.nl