EEN AVOND MET ROBERT WHITAKER

WebmasterBFNL Interviews

Op vrijdagavond rijd ik van kantoor naar Zwolle. Het is druk op de A1 rond Amsterdam, de rit zal langer duren dan ik had gepland. Gelukkig ben ik op tijd vertrokken. A Day In The Life knalt uit de speakers; wat is dat nummer toch ongelooflijk goed. Hoe vaak ik McCartney ook hoor, Lennon blijft mijn favoriet. Via Hoevelaken draai ik de A28 op, op weg naar Zwolle.

Drie kwartier later sta ik op de stoep bij IQ, een kunstuitleen en —verkoop gevestigd op een industrieterrein buiten de stad. Het ziet er goed uit, rode koorden langs de ingang, hostesses met bladen fris en wijn, ik krijg meteen het gevoel dat het helemaal goed komt vanavond. Ik ben hier voor de vernissage van een foto-expositie van Robert Whitaker, wereldberoemd fotograaf van The Beatles, Cream, Salvador Dalí en nog veel meer.

Ik loop nieuwsgierig naar binnen — ik vergeet zelfs een biertje aan te pakken — en onderwerp me aan het visuele geweld. Wat een prachtige foto’s. Iedereen kent natuurlijk de Butcher Cover, de gewraakte cover van het Amerikaanse Yesterday en Today-album. Als ik goed heb geteld hangen hier vier verschillende versies — op groot formaat! En dat is lang niet alles.

Het is nog niet zo druk, dus ik neem de tijd om de vele afbeeldingen op halve posterformaat tot me te nemen. Mijn bewondering voor Whitaker neemt zienderogen toe. De foto’s zijn kunst. Behalve de registratie van een beeld heeft elke foto iets unieks. Meer dan uniek, deze foto’s vertellen een heel verhaal. Ik wil verder gaan en draai me om en sta ook in oog met een in het zwart geklede oudere man. Het is Robert Whitaker!
‘Vind je hem mooi?’
‘Ik vind hem prachtig. Deze is uit de Paperback Writer periode’, zeg ik.
‘Ja, inderdaad, wat goed dat je dat weet!’

Ik stel me voor en vertel dat ik hier namens Beatlesfanclub.nl ben. En omdat ik zijn werk bewonder, niet alleen omdat hij The Beatles jarenlang heeft vastgelegd, maar bijvoorbeeld ook vanwege zijn foto’s van Salvador Dalí. Hij is warm en belangstellend. We raken allengs aan de praat.

Robert, als ik naar jouw foto’s kijk, zie ik geen foto’s maar kunstwerken.
Dank je wel. Ik denk dat je gelijk hebt. Een foto is een registratie van de werkelijkheid. Vaak zie je lachende gezichten en dat soort dingen, maar ik wil geen lachebekjes fotograferen. Ik probeer mijn onderwerp zo goed mogelijk te portretteren. Op een manier die er uit springt en die je jaren later nog wil zien. De oudste foto’s die hier hangen dateren van 1964. En kijk eens: ze leven nog steeds.

Heeft het te maken met je opleiding?
Dat weet ik niet. Ik heb de kunstacademie in Melbourne (Australië) gevolgd, maar eigenlijk alleen maar om te leren goed te tekenen en schilderen. De kunstwereld waar ik in Melbourne in belandde, is overigens wel bepalend geweest voor mijn loopbaan. Ik kwam via de Mora familie — kunsthandelaars/restaurateurs — in contact met vele leidende kunstenaars en schrijvers. Ik heb altijd oog gehad voor kunst.

Hoe ben je in aanraking gekomen met The Beatles?
Ik dreef een free lance fotostudio in Melbourne toen ik Brian Epstein ontmoette tijdens de Australische/Aziatische tournee van de band in juni 1964. Hij vroeg me hem te fotograferen. Ik vond Brian een trotse man (een ‘peacock’) en tekende pauwenveren naast zijn hoofd op de foto. Brian was verrukt en nadat hij later een expositie van me had gezien bood mij een baan aan als staffotograaf van NEMS. En dat was het begin.

Dat bedoel ik nu met de kunstzinnigheid van je foto’s.
Ha ha, ik begrijp je. Maar inderdaad, van het een kwam het ander. Ik werkte vanaf dat moment voor The Beatles en moest alles vastleggen wat er tijdens de tournee gebeurde. Het lijkt slopend, maar dat was het helemaal niet. De jongens maakten zich klaar, gingen het podium op en werkten zich in het zweet. Alles wat ik moest doen was zo nu en dan een foto maken. Ik vond dat niet bijzonder vermoeiend. Voor The Beatles was het zwaarder.

Maakte je exclusief foto’s van The Beatles?
Nee, ik fotografeerde de gehele stal van NEMS, waaronder Billy J. Kramer & The Dakotas, Gerry & The Pacemakers en Cilla Black. Maar dat waren meer vluchtige contacten, met The Beatles was er sprake van genegenheid en in sommige gevallen vriendschap. In de gehele periode, ik heb drie jaar met ze gewerkt, heb ik een enorme hoeveelheid foto’s van ze gemaakt. Ik heb de tournee door Amerika van 1965 met ze gedaan, de wereldtournee van 1966. Allemaal bijzondere en unieke ervaringen.

Kon je het met alle vier The Beatles goed vinden?
Ja, ik had stuk voor stuk een goede verhouding met ze, en in het bijzonder met John. Ik kan geen muziekinstrument bespelen, wat lastig was als de band backstage aan het improviseren was. Ik vond John de geestigste en meest kunstzinnige van de vier. John kon enorm goed tekenen en hij hield ervan te filosoferen. John en ik hadden samen lange en ook diepzinnige gesprekken. Wij konden samen bijzonder goed opschieten. Ik beschouw John als een vriend.

Wil je iets over de Butcher Cover vertellen?
Het idee voor de foto was van mij. Het was oorspronkelijk de bedoeling om een drieluik te maken als satirische pop art observatie van de roem van The Beatles, maar toen Capitol een hoesfoto nodig had voor een LP, wilde de band die specifieke foto gebruiken. Voor zover ik weet, was dat nooit uit protest tegen het slagerswerk van Capitol bij de Amerikaanse LP’s van The Beatles. Ik wist overigens niet dat de foto als cover zou worden gebruikt. Ik dacht aan het drieluik. De Butcher-foto moest daar een onderdeel van worden. Het is overigens opmerkelijk dat de Butcher-foto voordat Capitol de plaat uitbracht, al drie maal in de Engelse pers werd getoond, zonder problemen. De foto met de koffer, die uiteindelijk is gebruikt voor de hoes, heb ik ook gemaakt.

En na 1966?
Toen The Beatles stopten met toeren was er voor mij niet zo veel te doen. Ik heb de foto-shoots voor Paperback Writer/Rain en de LP Revolver nog gedaan; daarna begon ik te werken met Cream. Ik maakte de psychedelische hoesfoto voor Disraeli Gears. Verder heb ik meegewerkt aan Oz magazine, een undergroundtijdschrift. We hebben onder andere een controversiële prent afgedrukt van de Kerstman die vrijt met Rupert de Beer. Dat is destijds uitgelopen op een fikse rechtszaak, die de staat heeft verloren. John Lennon heeft nog vijfduizend pond gestort voor de kosten die we hebben gemaakt. En zelfs een nummer geschreven: Do the Oz! Dat was tof. Langzaamaan verliet ik de popwereld en keerde terug in de kunst. Ik heb vijf jaar af en aan opgetrokken met Salvador Dalí. Ik wilde echt in zijn hoofd kruipen. Daarmee ontwikkelde ik een extreme close-up stijl.

Je bent ook oorlogscorrespondent geweest. De foto’s daarvan zijn zeer indringend.
Ja, ik heb in Vietnam, Cambodja en Bangladesh gefotografeerd. Oorlog is vreselijk, dus de foto’s die ik heb gemaakt zijn ook vreselijk. Je ziet de wanhoop van de gewonden, de schijnonoverwinnelijkheid van de soldaten en natuurlijk de radeloosheid van de soldaten. Ik ben van de flowerpower generatie, mijn vader was squadron leader bij de RAF in de Tweede Wereldoorlog. En ik respecteerde hem. Helaas kun je echter geen vrede bewerkstelligen door alleen maar ‘Love, Love, Love’ te roepen. Dat is onmogelijk. Maar oorlog is wreed.

Robert, dank je wel voor ons gesprek. Ik heb nog een laatste vraag.
‘Zeg het maar.’

‘Wil je mij fotograferen?’
‘Ja natuurlijk. Dat doe ik zelfs graag!

Aldus geschiedde. Robert Whitaker heeft mij vereeuwigd onder het toeziend oog van Ned Kelly (gespeeld door Mick Jagger)

© Beatlesfanclub.nl – Nuno Spier van Zwicht