De spectaculaire comeback van George Harrison: Wat 1979 betekende voor zijn post-Beatles carrière

BFNLNieuws

Zijn alcoholisme bedwongen en met een nieuw gezin onder zijn hoede, hier lees je hoe Harrison het plezier terug vond met zijn gelijknamige elpee.

Nadat hij zich in 1970 met het zeer succesvolle ‘All Things Must Pass’ stijlvol had bewezen als solo-Beatle, was George Harrison ook begonnen aan een gestage omwenteling naar een langdurige periode van slechte gezondheid en persoonlijke vertwijfeling. Voor de ‘Stille’ Beatle bereikte het leven zijn nulpunt in 1974, toen zijn huwelijk met Pattie Boyd op de klippen liep. Tegen de tijd dat zijn album ‘Thirty Three & 1/3’ in januari 1977 een top-30 hit scoorde met ‘This Song’, bevond Harrison zich in erbarmelijke omstandigheden.

Het afglijden van de ex-Beatle begon ironisch genoeg met de uitgave van zijn single ‘My Sweet Lord’, die overal ter wereld in de hitlijsten kwam. Vanaf 1971 was hij verwikkeld in een langgerekte juridische strijd met Bright Tunes Music, die bleven volhouden dat Harrison zich schuldig had gemaakt aan plagiaat, door de merkwaardige overeenkomsten tussen ‘My Sweet Lord’ en de hit van de Chiffons ‘He’s So Fine’ uit 1963.

In ‘This Song’, dat geschreven werd tijdens de jurische machtstrijd over het lot van ‘My Sweet Lord’ zong Harrison “This tune has nothing Bright about it”, een duidelijke verwijzing naar de aanklager.

Terwijl Harrison in de studio zwoegde om ‘Thirty Three & 1/3’ – de titel verwees zowel naar zijn leeftijd in de zomer van 1976 als naar de vereiste snelheid om een vinyl elpee af te spelen op een platenspeler – vernam hij het verlies van de zaak over de schending van het auteursrecht, in ieder geval voor dat moment; de soap over ‘My Sweet Lord’ versus ‘He’s So Fine’ zou voortslepen tot 1998, en werd een van de langstlopende juridische gevechten in de geschiedenis van de Amerikaanse jurisprudentie.

Onvoorstelbaar maar toch, verergerde de situatie voor Harrison drastisch nadat hij hepatitus had opgelopen, als gevolg van een langdurige periode van overmatig alcohol en drugs gebruik. Jaren later zou Harrison ironisch opmerken: “ik had de hepatitus nodig had om te stoppen met drinken.” Zijn gevecht met hepatitus was dan misschien de ultieme aanmoediging om van zijn drankverslaving af te komen, de echte elixer in zijn leven was Olivia Arias, een medewerkster van de marketing afdeling van Harrison’s nieuw opgerichte Dark Horse platenlabel.

Met Arias deelde Harrison de interesse in Oosterse spirtualiteit en vegetarisme. Nadat zij een verhouding kreeg met de ex-Beatle in 1975 leidde Arias haar lief richting natuurlijke genezingswijzen, zoals acupunctuur. In augustus 1978 schonk zij zoon Dhani het leven en een maand later trouwde ze George tijdens een privé ceremonie. Zoals zij het zag was haar huwelijk met Harrison vrij letterlijk een hemelse aangelegenheid, na haar observatie dat “als je iets hogers nastreeft in een volgend leven, heb je het een stuk gemakkelijker in dit.”

Na het bedwingen van zijn alcoholisme en omringd door zijn nieuwe gezin kwam Harrison in een heel andere gemoedstoestand. Toen hij in 1978 begon met de opnames voor zijn volgende album was hij een waarlijk toonbeeld van tevredenheid. De jonggehuwden verdeelden hun tijd tussen hun estate Friar Park in Engeland en het Hawaise eiland Maui. Het mag geen verrassing zijn dat zijn nieuwe album – met de naam ‘George Harrison’ – was overgoten met goede vibraties. Zelfs de gelijknamige titel gaf de suggestie van wedergeboorte, alsof de schrijver van het album was begonnen aan een persoonlijke reanaissance – wat, op vele manieren, ook klopte.

Dankzij co-producent Russ Titelman kon George Harrison profiteren van een topklasse studioband, met Steve Winwood op keyboard, Willie Weeks op basgitaar, Andy Nemark op drums en Ray Cooper op percussie. Tijdens de opnames was Harrisons typerende slide gitaarsound op zijn best, wat de elpee versiert met luchtigheid en positivisme.

Feitelijk zat er in het ‘George Harrison’ album zoveel optimisme dat zijn schepper er zelfs in was geslaagd om ‘Not Guilty’, dat The Beatles oorsponkelijk 11 jaar eerder hadden opgenomen tijdens de sessies voor het Witte dubbelalbum, nieuw leven in te blazen. Terwijl de originele versie een weerklank was van de verslechterende onderlinge relaties van de bandleden, voelde Harrison’s nieuwe, mildere take van het nummer – gecompleteerd met jazzy keyboardklanken van Winwood en de parmantige bas van Weeks – als een teug frisse lucht.

Andere hoogtepunten van de elpee zijn de opgewekte opener ‘Love Comes To Everyone’ en ‘Here Comes the Moon’, een duidelijke verwijzing naar de Beatles’ klassieker ‘Here Comes the Sun’. ‘Here Comes the Moon’ vond zijn oorsprong in Maui, terwijl de songwriter de zonsondergang op zee observeerde. “De zon ging onder boven de oceaan en dat wordt behoorlijk sensationeel,” herinnerde Harrison zich later. “Ik was totaal gelukzalig, en toen draaide ik me om en zag een grote volle maan opkomen. Ik lachte en bedacht me dat het onderhand tijd werd dat iemand, en waarom dan niet ik, de maan zou geven wat hem toekomt.”

Terwijl nummers als ‘Dark Sweet Lady’ en ‘Soft Touch’ romantische lofliedjes aan zijn vrouw voorstelden, droeg Harrison ook een track van de elpee op aan zijn groeiende voorliefde voor de Formule 1 racesport, die hij had opgevat tijdens de periode die hij doorbracht met enkele bekende motorsport coureurs in 1977. Van ‘Faster’ gaf Harrison toe dat hij het had geschreven als hommage, met het commentaar destijds dat “het gemakkelijk is om te schrijven over V-8 motoren: vroem vroem – maar dat zou onzin zijn. Maar ik ben blij met de lyrics want het kan worden opgevat als een verhaal over een specifieke courier (het meest voor de hand liggend is Jackie ‘De Vliegende Schot’ Stewart) of welke coureur dan ook.”

Destijds in 1979 zal ‘Blow Away’ voor de meeste luisteraars de eerste kennismaking met het nieuwe album van Harrison zijn geweest, de debuut single van het album werd veel gedraaid op de radio dat voorjaar. Ondersteund door de lichtvoetige electrische piano van Neil Larsen en Harrison’s hoogstaande gitaarsound komt de tekst over de kalmte na de storm helder tot leven. Hoewel het nummer staat voor een van de beste hits uit het post-Beatles werk van Harrison, kwam het niet hoger in de Billboard hitlijsten dan nummer 16.

In alle eerlijkheid, een dergelijke aanduiding was niet zozeer een reflectie van de kwaliteit van Harrison’s composities maar meer het resultaat van de felle competitie die er toen was tussen de hitlijsten. In de eerste maanden van 1970 waren de radiogolven volledig gefocust op pop-hits en werden gedomineerd door nummers als ‘Sultan of Swings’ van Dire Straits, ‘YMCA’ van de Village People, ‘I Want You To Want Me’ van Cheap Trick, ‘I Will Survive’ van Gloria Gaynor, ‘Tragedy’ van de Bee Gees, ‘The Logical Song’ van Supertramp en ‘Do Ya Think I’m Sexy?’ van Rod Stewart.

Maakt niet uit. Het album ‘George Harrison’ was een verfrissende omwenteling, weg van de ‘Sturm und Drang’ van de voorgaande jaren. Voor de ‘Stille’ Beatle was het album niets minder dan een spectaculaire wederopstanding.

(Bron: salon.com)

(Vert: Marijke Snel – van Asperen)