De Vijfde Beatle (1): Bernard Purdie

BFNLBDJ´s Cellar Full Of Remixes, BFNL Columns

Wie was de Vijfde Beatle? Er zijn heel wat kandidaten voor deze eretitel: sommigen vinden zichzelf de vijfde Beatle, anderen zouden het kunnen zijn door hun verdiensten voor de Beatles. Daarom beginnen we een serie over Vijfde Beatles: als eerste beschrijven we Bernard “Pretty” Purdie. Purdie heeft zichzelf namelijk duidelijk kandidaat gesteld met zijn boute uitspraken:

  • “Ik overdubde het drumwerk op 21 nummers van de eerste drie Beatles-albums”.
  • “Er zijn vier drummers op de Beatles platen, maar Ringo staat er niet bij”
  • “Brian Epstein belde me en bracht me naar Capitol’s 46th Street studio (New York). Epstein zette alles op alles wat er gedaan moest worden”.

Op het eerste gezicht lijkt het makkelijk om aan te tonen dat Purdie geen gelijk kan hebben: Ringo speelde de nummers tijdens talloze concerten precies zoals op de plaat. Verder zijn er vele getuigen van het drummen van Ringo in de studio, zelfs zijn er outtakes, foto’s en filmfragmenten.

Met de 4 drummers kan Purdie het wel een beetje bij het rechte einde hebben.

Met de 4 drummers kan Purdie het wel een beetje bij het rechte einde hebben, als we Ringo erbij betrekken: Pete Best, Andy White, Jimmy Nicol en Ringo (of Purdie)?

Het lijkt bijzonder onwaarschijnlijk dat Brian Epstein naar New York gevlogen zou zijn om daar opnames met een sessie drummer te organiseren; Epstein bemoeide zich nauwelijks met de opnames zelf van de Beatles. Bovendien had George Martin de sessiedrummer Andy White al geregeld om Ringo Starr te vervangen op de Amerikaanse single-release van Love Me Do. Als Martin echt geloofde dat Ringo ontoereikend was, dan was hij mogelijk definitief uit The Beatles gezet, net zoals gebeurde met de vorige drummer van de Beatles, Pete Best.

Het enige liedje dat Purdie noemt is getiteld “Yeah Yeah Yeah”; dit is raadselachtig, want er is geen Beatle liedje met die titel. Weet Purdie dat niet? In boeken kom je tegen dat Purdie waarschijnlijk “She Loves You” bedoelt, waar veel Yeah Yeahs in te horen zijn. Er was echter geen tijd tussen de opname (1 juli 1963) en het mixen van de single (4 juli 1963) van She Loves You om een overdub sessie te doen in New York.

Wie is Bernard Purdie

Als het zomaar grootspraak zou zijn van een willekeurige persoon, dan zouden we het hierbij kunnen laten. Maar Bernard “Pretty” Purdie is niet zomaar iemand: hij is een bekend, zo niet wereldberoemd, drummer (https://bernardpurdie.com). Met credits die sessies bevatten voor Aretha Franklin, BB King, Steely Dan, Miles Davis, de Rolling Stones, Dizzy Gillespie, Hall & Oates, James Brown, Paul Simon, Cat Stevens, Ray Charles, en Jeff Beck. Purdie’s lijkt zijn plek in de muziekgeschiedenis wel veilig gesteld te hebben.

Purdie staat bekend als een ‘groove-drummer’ met een vlekkeloze timing en maakt gebruik van precisie-halve noten, backbeats en grooves. Zijn groove combineert soms verschillende invloeden, zoals swing, blues en funk. Hij creëerde het nu bekende drumpatroon “Purdie Half-time Shuffle”, dat een blues-shuffle-variant is met de toevoeging van ghost notes op de snaredrum . Variaties op deze shuffle zijn te horen op nummers als “Fool in the Rain” van Led Zeppelin, The Police’s “Walking on the Moon”, Death Cab For Cutie’s “Grapevine Fires” en Toto’s “Rosanna”, Steely Dan’s “Babylon Sisters” en “Home At Last” Hij wordt alom gewaardeerd en bewonderd om zijn drum prestaties, dus waarom zou hij dit soort rare dingen zeggen?

Wat kan er achter Purdie’s uitspraken zitten?

Als we ervan uitgaan dat Ringo de drummer is op de platen van de Beatles, hoe kunnen we dan verklaren dat Purdie deze uitspraken doet? En hij heeft het niet een keertje tussen neus en lippen gezegd: een interview in de New Yorker van 1967 was de eerste keer dat hij het erover had, in 1978 (Gig Magazine), en in zijn boek (https://www.bernardpurdie.com/book).

We kunnen dit raadsel alleen oplossen als we ervan uitgaan dat Purdie de klok heeft horen luiden maar vergeten is waar de klepel hangt; met andere woorden, Purdie vertelt een kern van waarheid, maar de details zijn onnauwkeurig en hij overdrijft graag. Die eigenschappen heeft hij wel, zie bijvoorbeeld dit interview:

De meest plausibele verklaring is dat Purdie enkele van de (tien)duizenden opnamesessies waar hij op speelde door elkaar haalt.

Mogelijk speelde Purdie drums op budgetlabels die de Amerikaanse markt overspoelden met Beatles lookalikes na de eerste verschijning van de Beatles op de Ed Sullivan Show. De vraag naar het Beatles-product was zo groot op het hoogtepunt van Beatlemania in februari 1964, dat talloze platenmaatschappijen albums uitbrachten van studio groepen als: The Buggs, de Beetles, the Liverpools, de Manchesters, die waren opgericht om ouders en kinderen een pseudo-Beatles-album in de maag te splitsen. Purdie heeft misschien drums hierop gespeeld en hij heeft dit simpelweg verward met het de echte Beatles werk. Dat Purdie het niet bestaande liedje “Yeah Yeah Yeah” noemt zou ook deze theorie kunnen ondersteunen.

Maar er zijn ook meer spectaculaire verklaringen: is een scenario mogelijk dat Purdie drums overdubde bij opnames van de Beatles met Pete Best, dus van voor de tijd dat Ringo ging drummen?

Plaatopnames met Pete Beste en de Beatles

In juni 1961 waren The Beatles (met Pete Best op drums) halverwege hun tweede verblijf in Hamburg. Ze speelden in de Top Ten Club, net als Tony Sheridan en zijn band.

Polydor, een Duits platenlabel, was geïnteresseerd in Sheridan als een vocalist, maar ze vonden dat de band van Sheridan zwak was. Dus besloot producer Bert Kaempfert (de meneer op de foto achter het mengpaneel) om The Beatles te gebruiken als sessie muzikanten voor de opnamesessie van Sheridan. Bert Kaempfert  was een Duits orkestleider, muziekproducer, arrangeur en songwriter. Hij maakte eenvoudige luister- en jazzgeoriënteerde platen en schreef de muziek voor een aantal bekende nummers, waaronder ‘Strangers in the Night’ en ‘Moon Over Naples’. Wonderland by Night, opgenomen in juli 1959, was in Duitsland geen succes. In plaats daarvan bracht Kaempfert het nummer naar Decca Records in New York, die het in 1959/1960 in Amerika uitbracht; de single bereikte nummer 1 op de Amerikaanse hitlijsten en veranderde Bert Kaempfert  en Orchestra op slag in internationale sterren.

Op 23 juni 1961 in de Friedrich Ebert Halle in Harburg namen Sheridan en The Beatles verschillende nummers op, waaronder “My Bonnie”, “The Saints”, “Why,” en “Cry For a Shadow”;

De Friedrich-Ebert-Halle in Hamburg-Harburg was een multifunctionele zaal uitgerust met podiumfaciliteiten. Het werd gekozen door Kaempfert vanwege zijn goede akoestiek. Je kunt dat op de liedjes horen als je goed luistert: de galm (in het rechterkanaal) van de stem van Sheridan (opgenomen in het linkerkanaal) is niet het lekken van het linkerkanaal aan de rechterkant, maar de omgevingsakoestiek, dat wil zeggen, de echo van de stem in de kamer. Kaempfert wist wat hij deed: Sheridan en the Beatles waren uitvoerende artiesten, dus zette hij ze op een podium om er het beste uit te halen.

De nummers werden ‘live’ gespeeld, dus (vrijwel) zonder overdubs.

De opnames werden gemaakt op een draagbaar 2-track deck en ‘live’ gemixt in stereo. Dit zijn dus de eerste echte stereo opnames met de Beatles: de zang netjes in het midden en de instrumenten gespreid over het linker en rechter kanaal. Nadeel van deze manier van opnemen, is dat het meteen goed moet zijn; het is niet mogelijk de zang nog eens in te zingen, of luider/zachter te maken. Met de techniek van George Martin (zang links, alle instrumenten rechts) kon dat wel.

De eerste single, My Bonnie, bereikte de vijfde plaats in Duitse “Top Twenty” en verkocht ongeveer 180.000 exemplaren in Duitsland. Vergelijk dit met hun eerste single in Engeland in 1962/3, Love Me Do: deze verkocht slechts 116.000 exemplaren, en piekte op nummer 17!

My Bonnie is ook om andere redenen belangrijk: op 28 oktober 1961 liep Raymond Jones de muziekwinkel in van Brian Epstein en vroeg om “My Bonnie”, van The Beatles. De winkel had het niet, maar Epstein was zo geïntrigeerd door het idee dat een Liverpool-band een eigen plaat had gemaakt, dat hij het persoonlijk opvolgde. Deze gebeurtenis leidde tot zijn ontdekking van de Beatles.

Hoewel de deskundigen het niet eens zijn, lijkt het waarschijnlijk dat de opnmames voortgezet werden op 25 juni in Studio Rahlstedt (een modernere studio in het centrum van Hamburg). Hier worden “Ain’t She Sweet”, “Take Some Insurance On Me” en” Nobody’s Child ” opgenomen. Deze liedjes werden pas 2 jaar later uitgebracht. De volgorde van opname van de nummers is niet bekend. De master tapes en documentatie van Bert Kaempfert Produktion gingen verloren bij een brand.

Een vernederende ervaring voor Pete Best.

Het was niet alles koek en ei bij deze opnames: Kaempfert was ontevreden over het drummen van Pete Best: hij hield geen goed tempo. Kaempfert nam drastische maatregelen: hij verwijderde de basdrum en de tomtom van Pete Best, die dus achterbleef met alleen de snare drum, cymbalen en hi-hat. Moet een vernederende ervaring voor Pete geweest zijn, een voorbode van wat George Martin voor hem in petto had. Verder instrueerde Kaempfert dat Best niet te hard mocht spelen.

Het resultaat is dat op de opnames van de andere nummers de drums nauwelijks te horen zijn. Uitzondering daarop vormt My Bonnie, waar de drums luid en duidelijk zijn. Hier hoor je ook handen klappen in het tempo; wellicht werd Pete Best door deze handklappen in het juiste tempo gehouden?

Het contract tussen de Beatles en Kaempfert werd pas getekend op 1 juli 1961, dus nadat de opnames al voltooid waren. In februari 1962 verzoekt Brian Epstein om dit contract te ontbinden; mogelijk gaat Kampfaert hiermee akkoord onder voorwaarde dat de Beatles nog 1 keer opnames met hem maken. Vanaf 11 April 1962 zijn de Beatles weer in Hamburg . Zij spelen in de Star Club, waar Gene Vincent ook optreedt. Op 24 mei gaan ze opnames maken in Studio Rahlstedt. Het lijkt erop dat eigenlijk niemand veel zin had in deze opname sessie; Lennon en McCartney kwamen niet met eigen liedjes, en Kampfaert had alleen 2 liedjes die Sheridan ook al eerder had opgenomen – zonder de Beatles: Swanee River (helaas nog (?) niet teruggevonden) en Sweet Georgia Brown (verschenen op de Tony Sheridan EP “Ya Ya”). Roy Young (de vaste pianist van de Star Club) speelde piano op Sweet Georgia Brown. Sheridan nam de zang apart op (in Juni) en dacht toen waarschijnlijk dat Paul piano had gespeeld; vandaar Sheridan’s uitroep “Tell it to ‘em, Paul”, bij de piano solo. Kampfaert deed met de drums hetzelfde als in bij de eerste opname sessie: Pete Best kreeg alleen maar een snare drum om te spelen.

De volgende dag werd het contract met Kampfaert ontbonden, en in juni 1962 tekenen de Beatles bij EMI/Parlophone. De rest is historie……..

De Amerikaanse producties

Drie jaar later, toen The Beatles in Amerika populair geworden waren, wilde het Duitse Polydor een album met het Sheridan materiaal uitbrengen in Amerika.

Decca bracht al in 1962 de My Bonnie/The Saints single uit (zonder veel succces) en later (1964) kocht MGM de rechten en bracht de single opnieuw uit. Deze keer bereikte de single nummer 26 in de Billboard hitparade. Dat is niet slecht: in dezelfde maand (Februari 1964) bereikte de single From Me To You slechts plaats 41!. Please Please Me (3) en I Saw Her Standing There (14) waren wel hoger geklasseerd die maand.

Het label Atco Records (onderdeel van Atlantic) verkreeg de rechten op de overige vier vroege Beatles-nummers die de groep in Duitsland opnam met Tony Sheridan: “Nobody’s Child”, “Ain’t She Sweet,” “Take Out Some Insurance On Me Baby,” en ” Sweet Georgia Brown (opgenomen in 1962).”

Atco verpakt vervolgens deze vier Beatlesongs met acht extra nummers van een andere Britse ‘beat’-groep genaamd The Swallows en publiceerde het als “The Beatles: Ain’t She Sweet, hoewel de Beatles hoogstens verantwoordelijk waren voor een derde van het album.

Atco vond (Pete Best’s) drumwerk te zwak op deze vier nummers. Atco huurde een sessiedrummer in en voegde zo overdubs toe aan het drumwerk op de mono versies van de vier Beatles-nummers. Ook werden er wat gitaar klanken toegevoegd. Er is (nog) geen documentatie gevonden met de namen van deze sessiemuzikanten….

Overdubs door Purdie?

Als Bernard Purdie de drummer was op deze Atco-overdubs, dan zou Purdie’s bewering dat hij op verschillende Beatles-opnames had gespeeld waar zijn, al was het maar in beperkte zin.

Wat pleit er voor Purdie als sessiedrummer?

Het staat vast dat Purdie in die tijd inderdaad ook ander drumwerk voor Atco deed, o.a. voor King Curtis en later Aretha Franklin.

Purdie zegt dat hij over een andere drummer heen speelde: dat klopt met de opnames van Pete Best, die alleen maar – zachtjes- op de snaar drum mocht spelen van Kampfaert.

De 21 nummers die Purdie claimt lijkt overdreven, maar het waren er toch wel 4. Dit kunnen er nog meer geweest zijn als Purdie ook drumde op andere nummers die Sheridan in Duitsland had opgenomen – zonder de Beatles. Atco bracht een LP uit (Ain’t She Sweet) met de 4 Beatles nummers, aangevuld met 8 nummers gespeeld door de Swallows. Verder bracht Polydor nog een hele serie liedjes uit van ‘Tony Sheridan en de Beat Brothers’. Ook daar zou Purdie drums op gespeeld kunnen hebben. Dit zou ondersteund kunnen worden door het nummer ‘Yeah, Yeah’ dat Purdie genoemd heeft. Sheridan had namelijk het nummer “Ya, Ya” opgenomen met Kaempfert in 1962 (te horen op de LP “My Bonnie”); deze LP werd in 1964 (“The Beatles First”) en 1984 (“The Early Tapes of the Beatles”) opnieuw uitgebracht. Ya Ya heeft Lennon later ook (2x) opgenomen (Walls & Bridges, Rock’n Roll).

Hoewel Brian Epstein niet in New York geweest zal zijn, is het wel mogelijk dat Kaempfert  daar was; hij had al een no 1 hit gehad in Amerika, en wellicht wilde hij aanwezig zijn terwijl zijn eigen opnames werden overdubd? Brian Epstein was in die tijd niet bekend bij het grote publiek, zodat Purdie hem verwisseld kan hebben met Kampfaert.

En tot slot: er is in de afgelopen 55 JAAR geen andere drummer naar voren gekomen die zegt dat hij de drummer op de Amerikaanse platen van Atco is; en daar zou nu toch flink geld (en roem) mee te verdienen zijn. Purdie beweert al sinds 1967 dat hij deze sessie drummer is, dus heeft hij wel een claim op het voordeel van de twijfel!.

Verschillen met de Amerikaanse versie

Van de 4 nummers die Atco uitgaf zijn zowel de Duitse als de Amerikaanse versie in omloop. Hier hebben we een remix gemaakt van de Duitse, en de Amerikaanse versie van “Take out some insurance on me”. Atco voegde gitaar, drums en mondharmonica toe. De drums zijn duidelijk verbeterd, een hi -hat fout van Pete Best tegen het einde is weggewerkt. De bewerking verwijdert “some goddam”van de regel aan het einde waar Sheridan zingt “”ooh some goddam insurance on me baby”.

Dit zijn de belangrijkste verschillen bij de andere 3 nummers die Atco uitbracht:

  • “Ain’t She Sweet”, De drums zijn duidelijk verbeterd. Er zijn nieuwe zeer vloeiende drumvullingen, vooral merkbaar op het laatste couplet, een extra tromgeroffel na elk couplet en een hi-hat in het bruggedeelte. De single bereikte no 19 in Amerika. Om onduidelijk redenen is deze Amerikaanse versie op de Anthology 1 uitgebracht (1995). Purdie speelt dus echt op een Beatle CD mee! Te beluisteren op diverse Polydor uitgaven en vervolgens op Anthology 1 in 1995.
  • Sweet Georgia Brown: verbeterde drums, extra gitaar vooral in het 1e couplet en aan het einde.
  • “Nobody’s Child” heeft geen overdubs ontvangen, maar is bewerkt van 3:52 tot 2:54. Het merendeel van het tweede couplet en de gitaarakkoorden aan het einde zijn verwijderd.

Dus toch wel Purdie?

Als we alles overzien, dat het lijkt het mogelijk dat Purdie heeft gedrumd op de Amerikaanse versie van enkele nummers van Tony Sheridan en de Beatles. Je kan zelfs zeggen dat hij op een Beatles plaat staat, want Ain’t She Sweet is – met Purdie op drums – op de Anthology CD terecht gekomen. Ook heeft hij gelijk dat Ringo niet drumt op de nummers waar hij meespeelt, want het betrof Pete Best! Maar verder lijkt Purdie te overdrijven als hij het heeft over 21 nummers op 3 LP’s. Maar op hoeveel Beatles nummers moet je meespelen om de Vijfde Beatle genoemd te worden?

– Bob de Jong –