Eerbetoon na het overlijden van Pete Shotton – de beste vriend van John Lennon

WebmasterNieuws

Pete Sholton schreef mee aan ´ I Am The Walrus ´ en startte de restaurantketen Fatty Arbuckle op.

Pete Shotton overleed aan een hartstilstand thuis in Knutsford (Cheshire) waar hij ook zal begraven worden. Pete ging naar de lagere school in Dovedale en later naar de Quarry Bank Hoge School samen met zijn maatje, de latere Beatle, John. Ze speelden ook samen bij The Quarrymen. Pete bespeelde het wasbord. Op school werden de onafscheidelijke vrienden ‘Shennon en Lotton’ genoemd of ‘Lotton en Shennon’.

Pete kocht, met de financiële steun van zijn goede vriend Jonn, een supermarkt in Hayling Island (nabij Portsmouth), en startte later de succesvolle keten van restaurants ‘Fatty Arbuckle op. Hij verkocht die begin 2000. Pete schreef mee aan het boek ‘John Lennon: In My Life’ dat werd gepubliceerd in 1983, en later heruitgegeven werd onder de title ‘The Beatles, Lennon and Me’. Hij bleef altijd de beste vriend van John, ook tijdens de hoogdagen van The Beatles. Philip Gouldbourn, zijn stiefzoon,  verteld aan Echo: ‘Hij (Pete) was heel trots dat hij steeds de enige persoon was buiten The Beatles, de producer, de ingenieurs en technici die de toestemming kreeg om in de studio binnen te gaan terwijl zij aan opnames bezig waren.’

Pete had een zoon, een stiefzoon en 2 keinkinderen en genoot van zijn kleine inbreng bij het schrijven van liedjes met de Fab 4. Toen hij in 1967 John thuis (Kenwood, Weybridge, Surrey) opzocht schreef hij mee aan ‘I Am The Walrus’. John was het liedje aan het vervolledigen en vroeg zijn vriend naar een bepaald kinderrijmpje dat ze vroeger op de speelplaats altijd zongen … en Pete kon het zich nog herinneren “Yellow matter custard, green slop pie/All mixed together with a dead dog’s eye/Slap it on a butty, 10 foot thick/Then wash it all down with a cup of cold sick.”

John werd hierdoor geïnspireerd en schreef: “Yellow matter custard, dripping from a dead dog’s eye.” Phillip voegt eraan toe: “Pete bleef steeds in Johns’ nabije omgeving tot Yoko Ono verscheen. Zij maakte van John meer dan een gewone popster. Zij maakte van hem een echte artiest en Pete respecteerde dat en zette een stapje terug’. Bill Harry, de stichter van de krant The Mersey Beat en een goeie vriend van John op de Kunstacademie in Liverpool zegt: ‘Pete was de beste vriend die John ooit had. John respecteerde Pete omdat zij wat op elkaar leken – een beetje sarcastisch, een beetje hetzelfde humeur en humor. John vroeg Pete vaak om raad. Hun vriendschap dateerde van op de schoolbanken en zij bleven goede vrienden tot eind de jaren 60. Ik weet  dat ze elkaar ook nog in de jaren 70  een keertje hebben ontmoet in New York.’

John vroeg Pete vaak om raadJohn vroeg Pete vaak om raad.

Nadat Pete de school verliet werd hij politieagent, maar dat was niets voor hem. Bill voegt er aan toe: ‘John gaf hem het duwtje in de rug om zijn eigen zaak op te starten. En Pete die heel actief was, werd een heel succesrijk zakenman.’ En Carl Cookson, die een vriend en buurman van Pete was in Knutsford, zegt: ‘Hij was een zeer bescheiden man – een echt warm en aardig persoon.”

(Bron: liverpoolecho.co.uk)

(Vert: Janien Nuijten-Colans)