In veilinghuis Christie´s in New York werd op 4 februari een opmerkelijk Beatlesproduct geveild. Het betrof een uniek schilderij dat gemaakt was door John, Paul, George en Ringo. Het kunstwerk ging van de hand voor het astronomische bedrag van 1,7 miljoen dollar (1,6 miljoen euro).
Op 21 juni 1966 hielden The Beatles hun laatste opnamesessie voor het Revolver album. De track She Said She Said werd in vier takes opgenomen. Opvallend voor deze sessie was dat Paul tijdens een argument boos wegliep. Dat kwam niet vaak voor, nooit eigenlijk. Veel tijd om bij te komen was er niet want op 24 juni vertrokken de heren alweer voor een korte wereldtournee naar West-Duitsland, Japan en de Filippijnen.
Tijdens het verblijf in Japan (waar ze vijf concerten zouden geven in de Nippon Budokan Hall) was er weinig tijd om te genieten. De Japanse organisatie had elke vrije seconde van het bezoek dichtgesmeerd met protocollen en procedures. Dit omdat Japanse nationalisten kwaad waren dat de Beatles de heilige Budokan hal kwamen onteren met hun vuige popmuziek. Hierdoor restte de groep niets anders dan een oersaai verblijf in hun Tokyo Hilton hotel.
In het midden van het papier stond een kleine lamp.
Omdat er geen tijd was om te shoppen werden mogelijke snuisterijen naar boven gebracht. George Harrison zei hierover: ‘They would bring big boxes and trunks full of golden kimono’s, jade, incense-holders and little carved objects, which we would buy’.
Tourpromotor Tats Nagashima liet – ongetwijfeld om de verveling te verdrijven en zijn gasten bezig te houden – schilderspullen naar boven brengen en dat konden de Beatles wel waarderen. Volgens de legende werd een groot papier op tafel gelegd en gingen de mannen er met hun verf en penselen omheen zitten. Ieder maakte een gedeelte van het schilderij dat de naam Images Of A Woman kreeg. In het midden van het papier stond een kleine lamp. Toen die na afloop werd verwijderd, werden in het overgebleven witte rondje vier handtekeningen gezet. Na twee dagen was het kunstwerk klaar.
Nagashima stelde voor het werk te veilen en daar gingen de Beatles mee akkoord. Het werd verkocht aan de voorzitter van de Japanse Beatlesfanclub Tetsusaburo Shimoyama. Daarna werd het meerdere keren aangeboden en verkocht voor steeds hogere prijzen.
Gelukkig hebben we de foto’s nog want fotograaf Robert Whitaker legde het gehele proces vast op de gevoelige plaat. Whitaker was in die tijd erg close met de Beatles. Zijn meest beruchte sessie met hen was ongetwijfeld die van 25 maart 1966 toen in zijn studio in Chelsea de ‘butcher cover’ sessie werd geënsceneerd.
Eén van de Tokyo Hilton foto’s van Whitaker zou overigens ook de backcover sieren van het verzamelalbum A Collection Of Beatles Oldies… But Goldies dat in december 1966 werd uitgebracht.
– Robin Raven –
