In Mono

BFNLBFNL Columns, Then There Was Music

Het komt waarschijnlijk doordat het ideaalplaatje intussen veranderd was, maar toch is het gek. The Beatles waren tot 1969 enkel geïnteresseerd in mono. Het mixen van de stereo-versies van albums lieten ze aan anderen over, terwijl ze zich wél met de mono-mix bemoeiden. Na ‘The White Album’ (in Amerika al mét ‘The White Album’), ging de knop om. Stereo moest het zijn en mono werd iets van het verleden. Daardoor verliep de kennismaking met wat gedurende het grootste deel van hun bestaan in essentie een monoband was, voor de meeste mensen die er, zoals ik, na 1970 mee in aanraking kwamen via een stereo-klankbeeld. En dat is dus wel een beetje gek. Gedurende decennia wordt het beeld van de klank van Beatles-albums dat je in je hoofd opbouwt bepaald door de klank van de over twee speakers verdeelde geluidswereld. Bij de albums gemaakt tijdens de jaren dat ze nog optraden zelfs de geluidswereld van twee speakers met een zo goed als leeg centraal punt tussen de speakers. Een ‘leeg’ midden.

De mono-sets (1)

Al in 1971 (en dus amper drie jaar na ‘The White Album’, het laatste Beatles-album dat ook in mono verscheen (de mono ‘Yellow Submarine’ is grotendeels een folddown), wekte het bevreemding dat McCartney een mono-versie van ‘Ram’ liet maken.

Waarom? Mono was toch behelpen? Dat was helemaal niet interessant en ouderwets! De tijden waren veranderd. Stereo was het helemaal. Stereo, hét woord voor de moderne luisteraar.

De enkele mono-boxset (b.v. de rode uit 1982), verandert niets aan het plaatje; de band die vooral creëerde in een mono-wereld, was in de beleving van de (nieuwe) fans een stereo-band geworden.

Met het verschijnen van de cd boxset ‘The Beatles in Mono’ (2009) en later (2014) de vinylversie van die box (ja ik weet het; een helemaal nieuwe aanpak dus niet 1 op 1 de vinylversie van…..), werd meer algemeen bekend dat de band een grotere affiniteit had gehad met mono dan met stereo. In het verlengde daarvan werd bekend dat er destijds ook veel meer aandacht besteed werd aan de mono-albums en dat de bandleden zelf actief betrokken waren bij de mono-versies. Wilde je weten hoe de albums bedoeld waren? Beluister de mono-set!

Ik was sceptisch en vermoedde een marketingtactiek. Stereo had altijd voldaan en mono was iets dat hoorde bij lange wollen onderbroeken en kolenkachels. Toch? Maar ja, als fan die al in geen tijden iets echt nieuws van The Beatles had kunnen kopen, ging ik voor de bijl en kocht de mono-cd-box in 2009 en een paar jaar later de vinyl-box.

De recensies waren ongelooflijk. Dit was het helemaal. Mooier werd het niet. En mij viel de cd-set ongelooflijk tegen. In de eerste plaats bleek het geen goed idee mono door een hoofdtelefoon te beluisteren. Dat klonk gewoon voor geen meter. Maar via de speakers afgespeeld miste ik ook de dynamiek van stereo. Was dit het nu? Op vinyl zou het wel beter zijn toch? In 2014 was ik hoopvol gestemd; ik zou nu kunnen ervaren waarover men zo enthousiast was. Het bleek beter, maar ik miste de stereo-klank waarmee ik was opgegroeid en de eerste kennismaking met mono bood te weinig ter compensatie. Het bleef een redelijke mate van ijlheid houden.

De installatie

De cd-box stond, naast de vinylset, vergeten in een kast. Tot ik het tijd vond worden om mijn speakers en versterker te vervangen, waarna ik besloot eerst maar eens de cd-set een tweede kans te geven. Wie schetst mijn verbazing? Mono bleek niet alleen mooi, maar het liet stereo kansloos achter zich. Het bleek een bijna driedimensionale kwaliteit te bezitten. Een soort natuurlijk stereo 2.0, zonder echt stereo te zijn. Het klonk ook, vooral in het geval van The Beatles-set, heel erg modern. Zeker in vergelijking tot hun stereoalbums.

Ik kwam er meer en meer achter dat de mono-ervaring, veel meer dan stereo, afhankelijk was van details m.b.t. installatie, perfecte luisterplek t.o.v. de speakers etc. Daarmee begon mijn zoektocht naar het optimale mono. Een zoektocht beginnend met een mono-stylus. De meest logische en meest eenvoudig te realiseren eerste stap.

Het schijnt, door het beperktere vlak waarbinnen alles zich afspeelt, veel moeilijker te zijn om een goede mono-mix te maken dan een goede stereo-mix. Elke gemaakte keuze heeft gevolgen voor al het andere in het plaatje. Bij stereo zijn de ruimtes groter. Het is grappig dat dit ‘alles moet kloppen’ een parallel kent in het hoe van het beluisteren. Hier geldt ook; alles moet kloppen. Of; hoe beter het klopt, hoe mooier het resultaat. Stereo klinkt eigenlijk altijd wel minimaal prima.

Er werd mij geadviseerd een Grado mono cartridge te kopen. Volgens de man van het advies een element met een warme klank. Wat hij als warm ervoer, vond ik echter een levenloze muffe klank. Op fora lees je soms dat mono-albums veel beter klinken wanneer ze afgetast worden met een stereo-element en ik zou het daar helemaal mee eens geweest zijn als de Grado mijn enige ervaring zou zijn gebleven.

Ter vervanging van de Grado koos ik een Ortofon 2M Mono. Ik had al een 2M Black en was daar meer dan tevreden over.

Dit mono-element heeft een 1 millimeter stylus. Het formaat van de gloriejaren van mono. Tegenwoordig worden monoalbums gesneden met een stereo-‘cuttinglathe’ waardoor de groeven, evenals bij stereoplaten het geval is een breedte hebben van 0,67mm. Hierdoor zakt een mono element van 1mm niet tot op de bodem van de groef van de nieuw gesneden mono-albums. Dat is geen probleem omdat de informatie in het bovenste stukje van de groef zit. Toch vind ik het jammer dat ik pas na de aanschaf van de 2M mono las dat er een 2M mono SE bestaat die wel een stylus van 0,67mm heeft. Dit element is speciaal voor de ‘The Beatles in Mono’ box ontwikkeld met in acht neming van alle specificaties van deze set. Ooit ga ik erachter komen of dit idd nog mooier is, maar om een element dat nog niet overdreven veel uren gespeeld heeft en meer dan prima bevalt te vervangen gaat me toch iets te ver.

Voor mensen die de mono-ervaring willen benaderen, maar geen mono-stylus willen aanschaffen én geen mono-functie op de versterker hebben: in de video over de Rolling Stones Singles Boxset deel 1 (eveneens een mono-set) van Parlogramauctions (YouTube) beschrijft Andrew een mooi en goedkoop alternatief. Twee kabels waarbij de eerste aan één kant twee tulpstekkers male heeft en aan de andere kant één female en een kabel die daarvan het spiegelbeeld is: twee female en één male.

Koppel deze kabels door de enkelvoudige stekkers te verbinden en verbind je speler via deze constructie met de voorversterker. Het mono dat de speler verlaat via een stereokabel komt zo als één signaal bij de voorversterker. Ik heb er zelf geen ervaring mee, maar als Andrew het zegt geloof ik direct dat het werkt.

Het is opvallend hoeveel beter een monoalbum gespeeld met het perfecte mono-element klinkt in vergelijking tot dezelfde ervaring via een stereonaald. Je zou denken; de informatie is mono, dus wat maakt het uit. Nou, heel veel dus. Nu hoorde ik nog meer waarom men zo enthousiast was.

De mono-ervaring werd er één die iets dubbels had. Enerzijds klonk de muziek duidelijk vanuit een centraal punt (het punt dat bij jaren ‘60 stereo juist vaak te leeg is), aan de andere kant had het een ruimtelijkheid die stereo zelfs niet benaderen kan.

Er is (vanuit het centrale punt) een meer rechts, meer links ervaring, maar verrassend genoeg ook een dichterbij of verder weg gevoel. Ja zelfs een: veel hoger of veel lager in het klankbeeld idee.

De mono-sets (2)

De 2014 vinylset is helemaal analoog. Ook zijn de oorspronkelijke aantekeningen voor deze set gebruikt. Je zou denken dat het resultaat daardoor ongelooflijk dicht ligt bij de eerste mono-persingen. Niets is minder waar. De aantekeningen geven een ideaalbeeld weer. Een ideaalbeeld waarvan men destijds bewust afweek. Had men de albums gemaakt zoals dat volgens de aantekeningen wenselijk was, EMI zou te maken hebben gekregen met stapels retourzendingen omdat de platenspelers van de doelgroep (de jeugd) op alle fronten tekort schoten.

Ze missen de warmte die de 2014 set heeft

In de eerste plaats zou de optimale basweergave de inferieure naalden aan matige armen uit de groef hebben doen springen en op de tweede plaats zou, door de speakers van menig koffergrammofoontje, elk HiFi gemastered album dof klinken. Dat laatste zorgde er destijds voor dat men ervoor koos die albums (en met name de vroegste albums) met veel meer hoog af te leveren. Dat maakt dat ze op hedendaagse spelers (meer HiFi) beluisterd, hoog en schril kunnen klinken. Ze missen de warmte die de 2014 set heeft.

Daar komt nog bij dat de eerste persingen moeilijk in goede staat te vinden zijn. De schijven zelf vallen over het algemeen nog wel mee en zijn er meestal beter aan toe dan stereo-lp’s uit hetzelfde jaar, maar de hoezen zijn vaak dramatisch. Nicotinevlekken, handtekeningen op hoes en label, vuil langs de flipbacks, verkleuringen van de niet gelamineerde achterkanten, scheuren langs de randen en wat al niet meer. Het is moeilijk mooie exemplaren te vinden en als je ze al vindt zijn ze prijzig.

Deze cd’s klinken ongelooflijk goed

De 2014 set is inmiddels onbetaalbaar en een heruitgave lijkt heel ver weg. De beperkte oplage verkocht destijds niet goed, maar nadat zo ongeveer de laatste box verkocht was en meer algemeen bekend werd hoe fenomenaal de set is, werd het een collectors item.

Wat te doen als je niet bij de gelukkigen hoort die wel een box hebben bemachtigd? Ik heb naast de 2014 set, op The White Album na, van elk album minimaal één vroegste mono-persing. En ik heb de 2009 ‘In Mono’ cd-set.

Hoewel ik een bijna obsessieve vinylfanaat ben, moet ik toch zeggen dat, na de 2014 vinylset voor mij de 2009 cd-box de beste luisterervaring biedt. Deze cd’s klinken ongelooflijk goed en als je de vinylset niet kent zou je kunnen denken dat er echt geen betere manier is om The Beatles in mono te beluisteren. Het team achter deze uitgave heeft zich ongelooflijk beheerst. Geen boost van de bas, geen egalisering van het geluidsniveau van de tracks etc.

Een warme klank en een prachtig breed en diep mono-spectrum. Een aanrader en volgens mij nog steeds makkelijk te krijgen. Overigens is ‘Revolver’ inmiddels in mono te koop in de boxset van de jongste heruitgave. Dit lijkt de ultieme mono-versie van dit album te zijn. Ze klinkt zelfs nog beter dan de ‘Revolver’ in de 2014 box. Deze schijf is echt het hoogtepunt in een box (‘Revolver’) met enkel fraaie schijven.

Conclusie

Het is te hopen voor de mensen die er geen hebben kunnen bemachtigen dat er over niet al te lange tijd een heruitgave van de vinylversie van de ‘In Mono’ set komt. De kans daarop lijkt echter klein. De set verkocht, zoals gezegd, aanvankelijk niet goed en pas nadat ze uitverkocht was werd het een beetje de heilige graal van The Beatleswereld.

Apple, of eigenlijk Universal lijkt niet genegen naar de wensen van fans te luisteren. Er wordt al zo’n tien jaar gevraagd om een nieuwe uitgave van de vinyl stereo boxset, maar dan niet gemaakt met digitale masters, maar geheel analoog zoals ook bij de ‘In Mono’ set gedaan is.

Een kansloos verzoek zo lijkt het. De 2014 box en de 1962/1966 en 1967/1970 dubbel lp’s laten horen hoe gaaf een analoge stereo-set zou kunnen klinken. Ook maakt men telkens weer duidelijk dat een heruitgave van de mono-set erg onwaarschijnlijk is.

Gelukkig is, zoals eerder gezegd, de cd-set nog wel te krijgen. Een geweldig alternatief. Veel en veel beter gedaan dan de stereo-set uit 2009.

Er is meer zorg aan de mixen besteed

Het is mooi dat de cd en vinyl ‘In Mono’ set naast elkaar bestaan. Door de afwijkende uitgangspunten zijn er wezenlijke verschillen in klankbeeld. En nu komen met het toenemend aantal album-boxsets steeds meer albums buiten de ‘In Mono’ boxsets om beschikbaar in de oorspronkelijke mono-mix. Aanvankelijk op Blu-ray of cd, maar ‘Revolver’ ook op vinyl. Meerdere opties om elk album in mono te beluisteren.

Keuzestress. Heerlijk!

Er zijn, zoals gezegd, meerdere goede redenen om naar The Beatles in mono te luisteren.

Het klinkt zoals de bandleden het bedoeld hebben. Er is meer zorg aan de mixen besteed. Het klinkt vaak veel beter dan de albums in stereo met hun wat verouderde keuzes rond een leeg midden.

Een heel goede bijkomende reden voor fans die, zoals ik, al decennia lang naar deze muziek luisteren: het biedt de kans om het meer dan vertrouwde weer als nieuw te ervaren. Door de mix-verschillen zowel in gekozen takes als in plaatsing van instrumenten en stemmen in het klankbeeld, klinkt de herinnering aan de kennismaking weer mee. Deze combinatie van vertrouwd zijn met en de wow-factor van het dat heb ik nog nooit (zo) gehoord is geweldig. Een erg prettige ervaring.

Ton Steintjes