Ingenieur Al Schmitt won 23 Grammys en vertelt over de samenwerking met Frank Sinatra, Paul McCartney & Steely Dan

BFNLNieuws

Al Schmitt is een naam die heel vaak terug te vinden is op platen die in je platenkast hebt staan. De opnametechnicus werkte als producer samen met Frank Sinatra, Barbra Streisand, Miles Davis, Ray Charles, Neil Young, Quincy Jones, Paul McCartney, Bob Dylan, Diana Krall, Toto, Steely Dan en honderden andere bekende en minder bekende namen. Hij nam meer dan 150 platen op die goud of platina kregen.

Hij won 20 Grammys en ook een Latin Grammy en een Lifetime Award Gramy en is daarmee de opname-ingenieur die de meeste awards kreeg in de geschiedenis van de Grammys. Voor zijn werk met Ray Charles – Genius Loves Company in 2004 – kreeg hij 5 beeldjes op één avond. Wellicht zou hij veel meer Grammys hebben maar pas in 1999 werd de categorie Grammy voor de beste ingenieur toegevoegd en uitgereikt.

Als kleine jongen groeide hij op in Brooklyn en volgde zijn oom die producer was overal als een schaduw. Thuis deed hij wat hij zag nog eens over, hij had van zijn oom een klein platenspelertje gekregen en luisterde naar alle grote bands uit die tijd. Hij luisterde naar de snaarinstrumenten, waar het ritme in de muziek veranderde, naar hoe de vocalist klonk. Zo leerde hij als kind al, wat belangrijk was bij een opname.

Schmitt, 88 jaar, heeft het boek On the Record: The Magic Behind the Music (Hal Leonard Books) geschreven, een samenvloeien van herinneringen en hoe ga je te werk als producer/opnameleider. Het boek dat uitgebracht werd op 6 november schreef hij samen met ingenieur Maureen Droney – het werd een boeiend levensverhaal samen met een gids over opnametechnieken en verhalen over de samenwerking met de meest belangrijke artiesten/muzikanten ter wereld.

Schmitt sprak met Billboard in de overbekende toren van Capitol in Hollywood waar hij op het gelijkvloers een eigen opnamestudio had sinds 1976 en waar hij samen werkte met Sinatra, McCartney, Toto, Sam Cooke en nog vele anderen.

Je was niet weg te slaan uit de opnamestudio’s van je oom – had je ooit een plan B?

Neen niet echt! Ik wilde opnametechnicus worden net als mijn oom.

Een van mijn indrukken bij het boek is dat je als groot opnametechnicus blijft proberen, fouten maakt en altijd flexibel blijft.

Yep … het blijft experimenteren. Iemand vroeg me eens ‘Waar steek je de microfoon?’ En ik antwoordde ‘Altijd waar het het beste klinkt!’

Je bent nu 88 en nog steeds bezig! Hoe heb je je gehoor beschermd?

Ik luister nooit naar heel luide muziek en als een muziekgroep het geluid harder wil is dat voor mij OK, ik zet het geluid harder maar ga dan naar buiten. Ik hoef er helemaal niet bij te zijn als zij luisteren.

Toen je begon werd alles opgenomen op 1 spoor. Nu zijn er 128 sporen.

Op het album van Bob Dylan uit 2016 –Shadow in the night’ deden we het zoals 40 jaar geleden en het was fantastisch. Ik denk dat er veel pareltjes verloren gaan door het overdubben – een gitarist speelt zijn bijdrage in Phoenix, de drummer doet zijn ding in San Diego. Als je samen in dezelfde kamer zit, hou je veel meer rekening met elkaar. Het is een heel verschil, een andere dimensie! .

Je houdt van je microfoons!

Capitol heeft de originele microfoon van Frank Sinatra en ik gebruik hem vaak. Het is de eerste microfoon die ik ooit gebruikte en bij iemand opstak. Soms is het niet de juiste microfoon voor iemand maar meestal als je zegt dat dit de microfoon van Frank is of dat ze op dezelfde stoel als Frank zitten, of achter de piano van Nat King Cole voel je het wow-gevoel, voel je ze denken nu ga ik veel beter presteren.

Moest je Frank Sinatra op de juiste weg zetten?

Neen, niemand kon dit doen. Frank deed zijn eigen regie van het begin tot het einde. Als hij het ritme niet juist vond legde hij de opname stil en verbeterde daar waar nodig. En er was niemand die daar tegenin durfe te gaan. Soms daagde hij niet op, soms kwam hij en bleef amper 5 minuutjes. Dan zei hij ‘Vandaag lukt het niet guys!’ en hij had altijd gelijk, want je voelde dan dat het niet goed zat!

Wat maakte hem zo ‘groots’?

Hij is de beste zanger waar ik ooit mee samen werkte. Hij bestudeerde zijn liedjesteksten, hij kende ook de meeste mensen die liedjes voor hem schreven. Hij begreep ook waar de liedjes over gingen. Hij articuleerde ook zo goed, je kon elk woord begrijpen. Hij was absoluut de top!.

Je won een Grammy in 1977 voor Aja van Steely Dan. Iedereen weet dat het perfectionisten zijn. Was er ooit een moment waarop je dacht, ‘Jongens het is goed geweest, ik stop er mee!’

Hij lacht! Oh, er waren verschillende momenten waarop ik dacht het is genoeg geweest maar ik bleef verder met hen werken en we hebben ook veel gelachen. En uiteindelijk kregen we wat we wilden!

Het enige album waarin je in je boek over zegt dat iedereen dit album moet gehoord hebben is dat van Ray Charles en Betty Carter uit 1961. Wat herinner je je nog over hen?

We namen het hele album op in amper 2 dagen. Marty Paich zorgde voor de arrangementen en we namen alles live op. Ray Charles was nog heel jong. Hij speelde op de piano en Betty stond naast hem met één hand op zijn schouder. Het was fantastisch toen ze samen ‘Baby it’s Cold Outside’ deden. Op dat moment had Ray een drugsprobleem. Dus moesten we elke 10 minuten een pauze inlassen. Hij liet zich dan naar de badkamer brengen maar niemand weet wat daar gebeurde! Het was zielig om hem zo te zien maar toen hij zong samen met Betty gebeurde er iets ongelooflijks. Dit is echt één van mijn favoriete platen!

Paul McCartney schreef het voorwoord voor je boek. Jullie werkten samen in 2012 voor het album ‘Kisses on the Bottom’.

Een klein verhaaltje over deze samenwerking: we waren samen in Londen voor de opname van het album en die dag was mijn dochter jarig. Ik belde mijn dochter op om haar een gelukkige verjaardag te wensen. Paul kwam naar me toe, nam de telefoon van me af en zong ‘Happy Birthday’ voor haar!

Het traditionele ‘Happy Birthday’ of ‘Birthday’ van The Beatles?

Het echte traditionele ‘Happy Birthday’. Paul is zo’n fantastische kerel. Hij is waarachijnlijk de liefste persoon die ik ooit tegen kwam in de muziekwereld. Hij is zo lief, en een echte gentleman. Ik hield er van om met hem samen te mogen werken!

Waarom zijn er zo weinig vrouwelijke opnametechnici en procucers?

Ik vind dat zo triest en ik breng het steeds weer onder de aandacht omdat ik vind dat hier een gemiste kans ligt! In de lessen die ik gaf waren er steeds ongeveer 15 leerlingen en toch maar 2 vrouwelijke leerlingen. En toch ben ik er van overtuigd dat ook vrouwen geschikt zijn voor dit soort werk. Sylvia Massey en Leslie Jones, zij was lang mijn assistente, deden fantastisch werk!

Waaraan werk je nu?

Ik nam net 18 liedjes op van The Carpenter voor het album ‘Carpenters with the Royal Philharmonic Orchestra’ dat uitkomt op 7 december. Het zijn de oude nummers met Karen en we voegden er verschillende instrumenten aan toe, en we veranderdn sommige van de drum- en keyboardpartijen.

Je bent nu 88 – beschouw je jezelf als gepensioneerd?

[Lacht] Neen hoor of misschien een klein beetje als de telefoon niet rinkelt! .

(Bron: bilboardcom)

(Vert: Janien Nuijten-Colans)