INTERVIEW HARRY BENSON

WebmasterBFNL Interviews

Een jarenlang verblijf in de Verenigde Staten kan zijn Schotse accent niet verhullen. Harry Benson.

De man die elke Amerikaanse president vanaf Eisenhower voor zijn camera kreeg. Hij stond naast Robert Kennedy toen deze vermoord werd. Fotografeerde Michael Jackson en Amy Winehouse. En The Beatles. Terwijl hij op het punt stond naar Afrika te vertrekken werd hij door zijn werkgever gedwongen naar dat Liverpoolse bandje te gaan dat begin 1964 in Parijs optrad. Hij bleef bij hen tijdens de eerste tour door de Verenigde Staten, was er bij toen ze in Nederland optraden en was ook aanwezig tijdens de laatste tour door de Verenigde Staten.

Maandag 2 juli 2012, de John Lennon Suite in het Hilton Hotel in Amsterdam. De ruimte die in 1969 de plaats was voor de Bed-in van John en Yoko en overspoeld werd door de internationale pers, wordt nu bevolkt door Harry en zijn vrouw Gigi. Ondanks zijn hoge leeftijd is Benson een perfecte gastheer en schenkt voor ons water in voordat hij zich in zijn stoel laat zakken, maar niet voordat hij onze namen probeert te onthouden.

Benson vertelt het verhaal over hoe hij door de krant gedwongen werd om The Beatles te fotograferen. Hij beschouwde zichzelf als een serieuze journalist en voelde er weinig voor om naar Frankrijk af te reizen om The Beatles te fotograferen. Hij voerde toch de wil van zijn werkgever uit en ging naar het concert in Versailles. Benson vertelt ‘Ik ging nog wat apparatuur uit mijn auto halen en toen ik terug kwam hoorde ik (Benson zingt met Schots accent: ) ‘Close your eyes and I’ll kiss you’ en ik dacht ‘Geweldig, ik zit op het goede verhaal. Je zag de Beatlemania ontstaan’.

Een van Bensons beroemdste foto’s is die van het kussengevecht tussen The Beatles, gemaakt in Parijs op de avond dat de band hoorde dat ‘I want to hold your hand’ de toppositie had gehaald in de Verenigde Staten en dat ze op zouden gaan treden in de Ed Sullivan Show. Harry vertelt dat de foto niet in scene is gezet.

Een van de Beatles merkte op dat ze de onlangs een enorm kussengevecht hadden gehad. Benson daagde de band opnieuw uit voor een kussengevecht voor de camera. ‘Aanvankelijk waren ze er wel voor in. John zei echter dat ze waardiger en volwassener moesten overkomen, dus de anderen gingen daarin mee. Maar na een paar drankjes brak alsnog een kussengevecht van een half uur uit dat alle kamers afging en eindigde in de kamer van Ringo. Zo’n foto kun je nooit in scene zetten. Het viel gewoon op zijn plek en dat laat mijn boek goed zien. Een openhartige blik op The Beatles. Ik wil mensen fotograferen zoals zij denken dat ze zijn. Niet zoals ik wil en denk dat ze zijn. En ik hou niet van studiofoto’s, want die kun je namaken. Een goede foto kun je nooit opnieuw maken. Het is het moment en deze foto’s waren spontaan.’

De eerste tour van The Beatles in de Verenigde Staten was een vrolijke aangelegenheid en hoewel de Beatlemania hoogtij vierde liet Benson zich niet door de concurrentie wegduwen. ‘Ik was ze gewoon een stap voor’ merkt hij op. De laatste tournee in 1966 was in een hele andere sfeer. Na de beruchte uitspraak van Lennon dat The Beatles beroemder waren dan Jezus werd de band bedreigd en werden in het diepe zuiden van de VS hun platen massaal verbrand en verbannen. Benson was echter nooit bang. ‘Het was eigenlijk ook een deel van de lol die ik er aan beleefde. John was wel bang en ik denk dat het ook een van de redenen is dat hij uiteindelijk de band verliet. Ik herinner me dat hij mij vertelde dat hij niet veel meer dan dit kon verdragen’.

De band was makkelijk benaderbaar. Was hij close met ze en had hij een persoonlijke favoriet? ‘Ik was waarschijnlijk het meest close met George, met wie ik soms een kamer deelde en we hebben over heel veel gepraat. Maar ik besprak ook veel met John en Paul. John was een aardige vent en ik mis hem het meest. Hij was menselijk en praatte veel over vrede – kijkt rond in de Lennonsuite – zoals je kunt zien in deze kamer. En ik wist dat hij problemen zou krijgen met de Amerikaanse autoriteiten. Het is een ding als je iets zegt in Nederland, maar als je het in Amerika zelf zegt.. Het viel daar niet heel goed.’

In 1970 gaf John Lennon zijn beruchte interview aan Jann Wenner voor Rolling Stone. Lennon liet zich in dit interview uitermate kritisch uit over veel zaken, wellicht als gevolg van de ‘Primal Scream’-therapie die Lennon destijds volgde. Een van de dingen die Lennon opmerkte was dat de Beatlestournees veel weg hadden van Satyricon van Fellini met orgies, drank en drugs. Dat deze verhalen nooit naar buiten kwamen, kwam omdat de pers in ruil voor een aandeel in de drank, drugs en vrouwen er hun mond over hielden. Klopt dat verhaal? Benson geeft aarzelend antwoord. ‘Ik kan alleen maar praten over wat ik op de foto heb gezet. Ik heb nooit iets onbehoorlijks gezien. Brian Epstein was wel zo zorgvuldig om geen 15-jarigen toe te laten en ik heb ook nooit drugs gezien. Wel veel drank, maar zeker geen drugs en soms was ik iedere avond bij ze. En ik heb geen enkele reden om iets verborgen te houden’. Ook het verhaal dat The Beatles opgesloten zaten in hun hotelkamer wordt door Harry bijgesteld. ‘Er was altijd wel een manier om ze een hotel uit te krijgen. Met een wagen van de stomerij of zo. Het gebeurde geregeld. Geloof me, ik heb er vaak genoeg aan meegewerkt’.

‘In Amsterdam ging Paul ook vermomd de straat op. Maar ze waren erg ontdaan dat het publiek zo dicht bij ze mocht komen bij de TV-opnames. Ze hadden al eerder gezegd dat het niet toegestaan was en in Nederland werden de snaren van de gitaren getrokken en hun instrumenten beschadigd en dat was in Amsterdam (Benson bedoelt waarschijnlijk Treslong in Hillegom). Ik was er bij en heb er foto’s van gemaakt… Jimmy Nichol verving Ringo… de boottocht over de grachten…. Ik herinner mij dat John opmerkte dat Jimmy Nicol een betere drummer was dan Ringo’. Diezelfde Lennon merkte ooit op, toen hem gevraagd werd of Ringo de beste drummer van de wereld was ‘Ringo was niet eens de beste drummer in The Beatles’. Benson lacht:  ‘Als John dat gezegd heeft kun je er zeker van zijn dat hij dat niet eens grappig bedoelde. Hij meende het. Ik mocht John erg graag. Als ik in een ruimte zat en Lennon en McCartney zaten achter een piano en ik bood John een biertje aan kreeg ik nooit te horen ‘Kan je niet zien dat we aan het werk zijn?’ Misschien later wel met anderen, maar nooit met mij.’

Hoewel hij veel mensen op de gevoelige plaat heeft vastgelegd, hebben de Beatles een belangrijke plaats in zijn carrière ingenomen. Hij had echter nooit gedacht dat er vijftig jaar later nog over gesproken zou worden. Toen was het gewoon een baan voor hem, maar Benson is er van overtuigd dat ze de grootste componisten zijn van de vorige eeuw en in een adem genoemd mogen worden met Beethoven en Mozart. Net als dat Benson er van overtuigd is dat die ook kussengevechten hielden! Harry Benson zag ze nooit als idolen maar gewoon als mensen en fotografeerde ze ook zoals zij dachten dat ze waren. Het was nieuws en geen geschiedenis destijds.

Harry Benson weet niet precies hoeveel foto’s hij van ze gemaakt heeft. ‘Honderden. Maar mijn vrouw is degene die van het tellen is (echtgenote Gigi, die inmiddels op het enorme bed is gaan zitten dat achter een kamerscherm staat, merkt op: ‘Ik hoor het!’).

Benson is blij dat hij foto’s maakte op een eerlijke openhartige manier. Nu kunnen ze op de computer makkelijk een foto maken, waarop The Beatles staan met de paus. ‘Alles is mogelijk en ik hou er niet van. Ik ben blij dat ik eerlijke foto’s maakte. En het was in zwart-wit. Kleur behoort aan artiesten toe. Die hadden al duizenden jaren kleur maar zwart-wit was het medium van fotografen.’ Benson was ook nooit jaloers op andere fotografen. Het beïnvloedde zijn eigen stijl niet.

De fotoapparatuur heeft ook een prominente plaats naast het bed in de Lennon Suite, want Harry Benson kan het fotograferen niet laten en heeft gepoogd een foto van zichzelf te maken op bed. ‘Mijn vrouw heeft ‘m genomen. Maar ze is niet zo’n goede fotograaf’ grapt hij.

Het verveelt hem ook niet om over The Beatles te praten. Ze zijn in zijn ogen een fenomeen en belangrijke componisten. Als we opmerken dat The Beatles waarschijnlijk over 200 jaar nog beluisterd worden, lacht Benson ‘Ik hoop het wel want dan kan ik mijn boek nog steeds verkopen’. Om er serieus aan te voegen dat hij daar destijds nooit over nadacht. ‘Het was toen maar een baan en ik had nooit gedacht 50 jaar later met een Beatlesfanclub over mijn foto’s te praten’. Toch is Benson ontzettend trots op zijn werk. ‘Die foto van het kussengevecht… toen die gemaakt was, het had niet beter gekund. Ik zou tegen iedere fotograaf willen zeggen: dat kun je nooit verbeteren, dus probeer het niet eens!’

En nu is er dan het gelimiteerde boek Beatles on the Road 1964-1966. Slechts 1964 exemplaren werden gedrukt. ‘Dat weet ik niet eens’ merkt Benson op waarna zijn vrouw Gigi hem nogmaals uitlegt dat dit vanwege het jaar van de eerste tour is. Het is duidelijk dat Benson zich niet bekommert om de zakelijke kant. Wel merkt hij op dat uitgeverij Taschen er een fantastisch boek van heeft gemaakt met prachtig papier. En uiteraard heeft hij het eindresultaat goedgekeurd, maar hij laat de zaken voor de rest aan zijn vrouw over.

Benson heeft na The Beatles nog veel meer belangrijke foto’s gemaakt, bijvoorbeeld over burgerrechten. Toch meent hij dat The Beatles na de moord op Kennedy een belangrijke rol hebben vervuld in de Verenigde Staten door weer wat vrolijkheid te brengen. En mede dankzij de band is Benson in 1964 naar New York verhuisd, ook omdat hij voor meer tijdschriften wilde werken.

Als Marijke een foto van Harry Benson samen met zijn vrouw wil maken merkt Harry op ‘Maar niet in bed hoor!’.

Benson wilde nooit te vriendschappelijk zijn met zijn subjecten, omdat hij niet wilde dat ze dan zouden vragen om bijvoorbeeld een bepaalde foto niet te publiceren.

‘Het is ongelofelijk dat we het er na 50 jaar nog over hebben. En ik maak nog steeds foto’s. Ik kan niet anders. En als ik terug denk aan The Beatles denk ik: in tegenstelling tot veel andere verhalen die ik verslagen heb, had ik het niet beter kunnen doen. (Lachend) Ga me niet vragen wat wel beter had gekund. Maar The Beatles het kussengevecht, de foto’s met Mohammed Ali. Hoewel ik nog jong was had het niet beter gekund. Ik ben blij dat Taschen dit boek heeft uitgebracht’.

‘Ik was geen rockfotograaf, al heb ik ook de Stones, The Who, Michael Jackson en Amy Winehouse gefotografeerd. Maar als je met The Beatles hebt gewerkt. Waarom zou je dan nog Hall and Oates willen fotograferen?

Interview: © Ron Bulters/Beatlesfanclub NL
Foto’s: Marijke Snel