Jeugdvriend van de Beatles: ‘’Ik bracht hun gitaren naar de plaatsen waar ze optraden’’

BFNLNieuws

Eén van de laatste mensen die gewerkt hebben met de legendarische Engelse band, de Beatles, doet een boekje open over de tijd dat hij samen was met de groep. Tony Bramwell groeide op in Liverpool met George Harrison, Paul McCartney en John Lennon. In 2004 werd hij geciteerd door Paul McCartney als “je kunt het beter aan hem vragen [informatie over de Beatles]’’ dan aan McCartney zelf. Bramwell zei: ‘’George en ik woonden ongeveer 800 meter van elkaar. Hij was een jaar of zeven en ik was vijf, en vaak speelden we Robin Hood – ik heb nog steeds het litteken in mijn nek.’’

Het duurde evenwel niet lang voor Bramwell Harrison (de jongste van de Beatles) in de gaten kreeg en hij zag hoe die muzikaal groeide. Toen Harrison ongeveer 11 jaar was had hij gitaarles en kwam hij regelmatig langs bij Bramwell om platen uit te wisselen. Dat deed hij tussendoor bij de bezorging van vlees op zijn fiets.

Bramweel herinnert zich die eerste jaren: ‘’Ik leende hem mijn Buddy Holly platen, en hij leende mij platen van Chuck Berry. Hij kwam bij me langs en speelde op zijn gitaar mee met de plaatjes.’’

Bramwell zei dat hij Harrison later een paar jaar niet zag omdat ze op verschillende scholen zaten. In die tijd ontdekte Bramwell dat een van zijn buren Gerry Marsden was die later zanger was van de Merseybeat band Gerry and the Pacemakers . Samen met hem ging hij naar de plaatselijke ballrooms en clubs. Om gratis binnen te komen droeg Bramwell zijn gitaar voor hem – iets wat hij later deed voor Harrison, Lennon en McCartney. Tony hoorde nieuws uit Hamburg over de vorming een groep genaamd The Silver Beatles (een naam die ze verzonnen tijdens hun eerste tour). Naar Hamburg maakten ze vaak een tour om hun vaardigheden te verbeteren en om fans te krijgen.

Toen hij dat nieuws hoorde, ging Bramwell (die nog niet wist dat zijn jeugdvriend Harrison een Beatle was) naar hen kijken op hun eerste optreden in Engeland na hun terugkeer. En sprekend hoe hij vanzelf hun tourmanager werd voegde Bramwell eraan toe: ‘’Daar kwam bus 61 aan en daar was George met zijn gitaar. Ik vroeg waar hij naar toe ging en hij zei dat hij die avond zou spelen dus droeg ik zijn gitaar voor hem. Kort daarop kwamen John [Lennon] en Paul [McCartney] opdagen en ze zeiden ‘je kunt onze gitaren ook wel dragen’. Ik werd wat je nu een ‘roadie’ zou noemen.

In 1962, toen Brian Epstein manager werd van de Beatles,, bood hij Bramwell een volledige dagtaak voor zijn werk voor de ‘’Liverpudlian’ groep, en hij accepteerde. De taak van Bramwell hield ook in de aanbiedingen voor optredens van de Beatles te checken en te besluiten welke de moeite waard waren voor hen. En hij regelde hotels en organiseerden reizen voor hen.

De Beatles waren niet de enige band waarvoor Bramwell werkte onder Epstein. Gerry and the Pacemakers en Billy J. Kramer (oorspronkelijk Billy Kramer voordat Lennon hem zei dat met de ‘J’ de naam beter klonk) maakten ook deel uit van het programma pakket die Bramwell moest organiseren.

Bramwell legde uit: ‘’Ze [andere bands uit die tijd] hadden niet dezelfde opvatting over werk. De Beatles hadden een ongelooflijke arbeidsethos , ze gingen maar door. Hierdoor werden zij de grootsten van de wereld. Alleen Charley Chaplin en Mickey Mouse waren toen bekender dan de Beatles.’’

Na de dood van Epstein begon Bramwell Apple Films als onderdeel van The Beatles Apple Corps. Onderdeel hiervan was dat Bramwell alle promo films van de Beatles maakte, ook hun psychedelische bus ‘Rockumentary’’ musical Magical Mystery Tour met alle vier de Beatles en hun hits ‘Penny Lane’, ‘Strawberry Fields Forever’ en ‘Fool on the Hill’.

Zelfs na het uiteenvallen van de band bleef Bramwell in contact met ieder van de Beatles en maakte films met hen individueel.

(Bron: staffslive.co.uk)

(vert: Theo de Wit)