Let it Be recensie

BFNLNieuws

Het meest verrassende aan de heruitgave van Let It Be is dat deze begint met beelden die niet in 1969 maar vorig jaar zijn opgenomen: een interview tussen Peter Jackson en de regisseur van de film, Michael Lindsay-Hogg. Dit suggereert in ieder geval dat Lindsay-Hogg niet haatdragend is, aangezien Jackson’s acht uur durende docu serie “The Beatles: Get Back uit 2021” de versie van de gebeurtenissen uit Lindsay-Hoggs film substantieel opnieuw vertelde.

Bovendien zorgde Get Back ervoor dat Lindsay-Hogg zelf een beetje een sukkel leek, die onophoudelijk de Beatles overhaalde om een gefilmd live optreden op te voeren in een amfitheater in Tripoli. In het bijzijn van 2.000 Arabieren! Niet van zijn stuk gebracht door verschillende Beatles die hem vertelden zijn idee te vergeten. Zijn reactie op het feit dat George Harrison halverwege de opnames de band verliet, was dat hij opnieuw begon met het lastigvallen van een verslagen en betraand uitziende Paul McCartney over het amfitheater optreden. Geen wonder dat Jackson zich voorstelt met de zin: “Ik denk dat mensen zich misschien afvragen waarom je hier met mij praat.”

Maar dat doet hij wel, maar het duurt niet lang voordat hij terugkeert naar zijn favoriete onderwerp: 55 jaar later lijkt hij nog steeds te denken dat de grootste tekortkoming van de film het opvallende gebrek aan met fakkels verlichte Arabieren was. “2.000 mensen in een amfitheater!” ” Mensen zouden door de woestijn zijn gekomen!” zegt hij enthousiast en voegt er verdrietig aan toe: “Ik had het bijna gehad, het amfitheater.” Dat had hij duidelijk niet, maar het is zijn verdienste dat Peter Jackson meelevend knikt, wat suggereert dat hij misschien ook niet haatdragend was.

Je krijgt het gevoel dat Lindsay-Hogg opdaagde in de hoop de reputatie van Let It Be te verbeteren, een film waarvan hij zegt dat hij bij de release ‘geen eerlijke kans kreeg’. Geen van de Beatles woonde de première of de Oscaruitreiking bij, waar ze de beste originele song score wonnen voor het titelnummer; ze bekritiseerden vervolgens allemaal de film op de een of andere manier; de recensies waren grotendeels slecht en de film is al meer dan 40 jaar legaal niet beschikbaar.

Maar de gerestaureerde versie krikt de reputatie van de film op. Het is zeker een gebrekkige film, omdat de beelden volledig zonder context worden gepresenteerd. Er wordt nooit uitgelegd wat de Beatles aan het doen waren nl. repeteren voor een livespecial en gefilmd worden voor een begeleidende documentaire achter de schermen. Dit versterkt het gevoel van doelloosheid dat de Twickenham-sessies achtervolgt. Het verklaart ook niet waarom de actie zich plotseling verplaatst van Twickenham naar het hoofdkantoor van Apple en waarom de stemming duidelijk verbetert (deels omdat het idee van de tv-special en de met fakkels verlichte Arabieren definitief van tafel zijn geveegd als voorwaarde voor de terugkeer van Harrison; deels vanwege de aanwezigheid van ondersteunende toetsenist Billy Preston, een oude vriend uit hun Hamburgse tijd in wiens gezelschap de Beatles zich verplicht voelden om goed te spelen).

Toch is het lang niet zo erg als de mythe suggereert. Er zijn een aantal fantastische momenten – Lennon en McCartney giechelen terwijl ze harmoniseren op Two Of Us en Ringo’s slapstick-expressie van shock wanneer McCartney’s jonge stiefdochter Heather op een van zijn drums slaat. De band geniet duidelijk van een ruige jam met de oude rock-‘n-roll-standaardnummers Rip It Up en Shake, Rattle and Roll en de beelden van het concert op het dak van het Apple-hoofdkantoor. Er hangt een uitgesproken ijzige sfeer wanneer McCartney een zichtbaar niet onder de indruk zijnde Lennon en Harrison aanmoedigt voor een versie van Maxwell’s Silver Hammer, een nummer dat hij verontschuldigend introduceert als ‘oubollig’. ”.

Let It Be is ook niet zo deprimerend als het zou moeten zijn. In werkelijkheid lijkt de algehele toon niet zo heel anders dan het ogenschijnlijk vrolijkere of meer afgeronde Get Back: Als de algemene stemming van George Harrison lijkt te worden samengevat door de onheilspellende tonen van zijn nummer I Me Mine (‘Het kan me geen fuck schelen of je het opneemt’, haalt hij zijn schouders op tegen Lindsay-Hogg terwijl hij het voor de eerste keer uitvoert) , dan wordt die stemming verstoord doordat Lennon en Yoko Ono ondertussen door de studio walsen, iets wat ze duidelijk te spontaan deden want de camera’s van Lindsay-Hogg konden het niet goed vastleggen: de beelden zijn grotendeels onscherp.

Volgens Lindsay – Hogg duurde Let It Be een uur langer voordat de Beatles het zagen en ingrepen eisten. Je ziet de ruzie tussen McCartney en Harrison, maar niet dat laatstgenoemde wegloopt, noch hoor je de heimelijk opgenomen discussie van McCartney en Lennon over de vervanging van hem door Eric Clapton. Ook ontbreekt het moment uit Get Back waar producer Glyn Johns vruchteloos probeert John Lennon ervan te weerhouden om samen te werken met Allen Klein, een boef wiens overnamebod op de functie van Beatles-manager ongetwijfeld de splitsing van de band heeft bespoedigd.

Het leek de kijkers in 1970 ongetwijfeld allemaal een stuk ellendiger, met het nieuws dat de Beatles uit elkaar waren gegaan – aangekondigd een maand voordat de film in première ging – nog steeds in hun oren en de beelden op het scherm die er veel korreliger, grimmiger en smeriger uitzagen. De originele film werd opgeblazen van 16 mm naar 35 mm voor bioscoop uitgave, waardoor de beeldkwaliteit werd aangetast – een situatie die tijdens de restauratie is verholpen. 

Bron: New Musical Express

Vertaling: Albert Braam