Maestro

BFNLBFNL Columns, Then There Was Music

Het is een lijntje van niets in een arrangement dat op meesterlijke wijze blazers en strijkers verbindt met de door Paul (piano en Fender Jazz bass) en George (gitaar) gespeelde partijen. Dat alles bij elkaar gehouden door Ringo op zijn 1964 Oyster Black Pearl ‘Super Classic’ drum-set van Ludwig. Het arrangement verdient nog meer respect omdat de blazers en strijkers niet beginnen als één orkest, maar als twee werelden. ‘Martha My Dear’ wordt omlijst door een blazersgroep én een gedurende een groot deel van de tijd los daarvan opererend strijkersensemble. En als spil natuurlijk de klankwereld van een popgroep.

Het lijntje waar ik hiervoor naar verwees wordt gespeeld door een trompet direct na ‘Hold Your Hand Out You Silly Girl, See What You’ve Done’, na de blazerssolo min of meer samenvallend met ‘When You Find Yourself….’alwaar dit instrument een motief speelt dat een Fmaj7 akkoord breekt, waarbij de septiem maar heel even wordt aangetipt als één na hoogste noot.

Hoe subtiel is alles wat hij doet op dat vlak.

Zoals gezegd een lijntje van niets en toch vind ik het elke keer weer prachtig. Een schitterende parel in een arrangement dat in alles getuigt van de grootsheid van George Martin als arrangeur. Hoe subtiel is alles wat hij doet op dat vlak. En hoeveel baat heeft zijn werk bij de nieuwe mixen die de laatste jaren verschenen zijn. Zou zoon Giles met extra liefde naar het werk van zijn vader geluisterd hebben? De strijkers onder ‘Glass Onion’  hebben nog nooit zo bijtend geklonken als in de 2018 mix. De ongelooflijke variatie in de orkest- en ensemble-begeleidingen op ‘Abbey Road’, komt in de nieuwe mix nog beter tot zijn recht. ‘Eleanor Rigby’ en Hitchcock’s ‘Psycho’; ik wilde George Martin op z’n woord geloven elke keer als hij vertelde over de connectie. Maar in de 2022 mix hoor ik het pas echt!

Je kunt veel kritiek hebben op het werk van Giles. De ‘modernisering’ van het klankbeeld zodat  dit toegankelijker wordt voor jongere generaties die graag meer bas horen is niet onomstreden (op z’n zachtst gezegd), maar wat Giles voor het werk van zijn vader gedaan heeft, verdient wat mij betreft niets dan lof.

Ook bij ‘Martha My Dear’ werkt dat wat al geweldig was nog beter in de 2018 mix. Het meesterschap van George Martin dat drie werelden zo mooi verbonden heeft, komt nog beter, nog naadlozer tot z’n recht in de nieuwe mix.

Waar een blazersgroep en een strijkersgroep, zelfs als ze zoals hier lange tijd los van elkaar opereren nog een grote mate van verwantschap hebben, geldt dat niet voor deze groepen ten opzichte van de gitaar. Er is, wat mij betreft, een wereld van verschil tussen strijkers (of blazers) op de achtergrond terwijl een gitarist zijn ding doet (een solo b.v. of een rif) en deze vorm waarbij drie werelden op voet van gelijkwaardigheid en complementerend opereren.

Het begint allemaal heel homogeen. De gelukkige combinatie van piano, strijkers en zang. Opeens knalt een gitaar deze klankwereld binnen (‘Hold Your Head…’). Deze gitaar wordt op de hielen gezeten door de blazersgroep. En toch klinkt het vanzelfsprekend. Het schuurt niet, het wringt nergens. Ook na decennia luisteren verveelt het me nog geen moment. De fenomenale piano-partij van Paul helpt natuurlijk ook. Die klinkt zo lekker en is zo fijn om na/mee te spelen! Echt pianistisch.

Volgens mij vormden Martin en McCartney een gouden tandem. De verhalen zijn legio; Paul heeft een idee en Martin werkt het uit. Vaak wist McCartney niet eens wat hij zocht, maar m.b.v. zijn beschrijvingen werden deze ideeën uiteindelijk gerealiseerd door Martin. Zo ook in het geval van ‘Mother Nature’s Son’.

Tijdens de sessies voor ‘Blackbird’ stelt John een blazersarrangement voor. Paul gaat over op ‘Mother Nature’s Son’ en zegt peinzend dat hier een klein blazersensemble gepast zou zijn. George Martin levert zoals altijd. Vier koperblazers en een eenvoudig arrangement. Een geheel met de gitaar en de zachte percussie dat als totaalplaatje een vage herinnering oproept aan de pastorale muziek van de 17e en 18e eeuw. Verschuivende akkoorden en eenvoudige bewegingen in tertsen, meer is het niet. Maar het werkt fantastisch. Het is niet verwonderlijk dat Paul, bijna vanaf het moment dat hij zijn Beatles-verleden met wat meer liefde ging bekijken, met enige regelmaat de samenwerking met George Martin weer opzocht. En het is niet onlogisch dat deze samenwerking telkens weer het beste in McCartney naar voren bracht. Daarbij moet wel de kanttekening gemaakt worden dat Martin, nog meer dan toch al het geval was, de uitvoerder werd van de ideeën van McCartney. Paul wist steeds beter wát hij wilde maar niet altijd hoe dat te realiseren. Interessant zijn in dat opzicht de docu’s in de boxsets van de latere McCartney Albums (b.v. ‘Flaming Pie’) in de Archive Collection.

Alsof hij het beste tot het laatst wilde bewaren, lijkt het album ‘Abbey Road’ wel een staalkaart van de talenten van George Martin. Ik heb dit album ooit al eens het gitaar-solo album van The Beatles horen noemen en in zekere zin zit daar wel iets in. Die opeenvolging van kortere en langere solo’s is geniaal. Maar het album kan met even veel recht het ‘George Martin arrangementen album’ genoemd worden. Mmmm, dat ‘bekt’ natuurlijk niet echt lekker, maar is wel waar. ‘Here Comes The Sun’ heeft een element in het arrangement dat mij zelfs na decennia beluisteren nog steeds elke keer weer boeit. De Moog klinkt in het begin ergens links in het stereobeeld. Aan het eind van deze bijdrage glijdt de klank traploos (qua tonen) naar beneden en qua plek in het klankbeeld naar rechts alwaar de Moog met een laatste toon de strijkers lijkt aan te tikken; ‘Nu zijn jullie aan de beurt’. Een prachtig voorbeeld van hoe twee werelden (popgroep en strijkersensemble) kunnen samenwerken.

De subtiele aanpak van Martin in alles wat hij voor The Beatles gedaan heeft, maar vooral de subtiliteit op ‘The White Album’ en ‘Abbey Road’ is een masterclass in arrangeren en orkestreren. In tegenstelling tot Phil Spector op b.v. ‘Let it Be’ kiest Martin voor de intensiteit van de weloverwogen samenstelling van instrumenten. Deze tot in detail uitgewerkte klankwereld getuigd van smaak, vakmanschap, inzicht en bovenal van bescheidenheid.

Ton Steintjes