Naked?

BFNLBFNL Columns, Then There Was Music

‘The winter of discontent’. Was het niet Harrison die de sessies van januari 1969 nog begin jaren ‘90 van de vorige eeuw in die bewoordingen beschreef? Meer dan twintig jaar zijn er verstreken sinds die koude, kille maand en nog altijd bewaart George er geen warme herinneringen aan. Peter Jackson laat in zijn schitterende driedelige documentaire ‘Get Back’ zien dat het niet allemaal  kommer en kwel was, maar George zal het zich niet verkeerd herinneren; het moet voor de heren geen pretje geweest zijn tot elkaar veroordeeld te zijn. De docu bewijst dat de oude chemie er zeker nog was, maar delen van de docu, andere bronnen én de herinneringen van de betrokkenen tonen dat die chemie niet meer constant aanwezig was. Alles behalve.

Wat de Jackson docu ook laat zien, naast alle jolijt, is dat het een behoorlijk chaotisch gebeuren was en dan druk ik me nog voorzichtig uit. Grote delen van de tijd werd er gepraat over de opzet van het nog te plannen slotconcert. Paul wil heel graag spelen voor een grote groep fans, George wil niets liever dan zo snel mogelijk een album maken en naar huis. Voor hem geen ‘terug naar de dagen van voor Candlestick Park’.

Er wordt gepraat en gepraat. Vooral het feit dat Michael Lindsay-Hogg hierbij het hoogste woord voert ervaar ik als uiterst irritant. Het is één van de aspecten van de docu die, bij alles wat er geweldig aan is, niet uitnodigt tot het telkens weer bekijken van de serie. Al het andere maakt dan weer dat ik er geen genoeg van kan krijgen. Dichter op het creatieve gebeuren binnen de groep kun je niet komen en dat het ontstaan van de song ‘Get Back’ op beeld is vastgelegd is een cadeau van de buitencategorie.

Op momenten dat er niet gepraat werd, werd er veelal muziek gemaakt. Vaak werd er geschaafd aan songs, maar vaak ook werden oude Rock & Roll songs gespeeld en dat gebeurde lang niet altijd op een acceptabel niveau.

George leek niet meer geïnteresseerd in The Beatles en Lennon en McCartney bleken echt niet geïnteresseerd in de mening van George.

Lennon was, om het maar eens in het Engels te zeggen: ‘out of it’. Verslingerd aan Yoko, verslaafd aan heroïne. Er komt weinig uit zijn koker. De songs die hij wél aandraagt behoeven het één en ander aan schaafwerk en opvallenderwijs is het vooral Paul die zich bezig houdt met de opbouw van de songs van Lennon. Eerlijk gezegd viel de input van Lennon me behoorlijk tegen als je af kunt gaan op de ‘Get Back’ serie en het lijkt me te makkelijk om dat af te schuiven op de (vermeende) dominantie van McCartney.

Je kunt je afvragen of er een album zou zijn gekomen als Billy Preston niet als katalysator aanwezig  zou zijn geweest tijdens de tweede helft van de sessies.

De blik in de ogen van McCartney op het moment dat Preston voor het eerst meespeelt en alles op z’n plek valt! De geniale McCartney heeft aan een half ‘oor’ genoeg om te weten dat dit het helemaal is.

De groep die tot ‘Let it Be’ op een ongelooflijk hoog niveau had gewerkt, die revolutionair was gebleken in de studio, zat eind januari opgescheept met meters en meters tape.

Zoals bekend was het uitgangspunt van deze sessies een ‘terug naar de basis’. Geen studio-trucs. Alles live gespeeld. Helaas liepen de pogingen van Glyn Johns om een album uit de berg tapes te destilleren op niets uit. Phil Spector mocht vervolgens proberen iets te maken van de puinhoop, resultaat van de eerste maand van 1969.

Je kunt over elk album van The Beatles een mening hebben, maar, heel misschien met uitzondering van de discussies rond ‘The White Album’ over of een één lp versie beter geweest zou zijn (nee hoor!) denk ik dat je kunt stellen dat het onzinnig is om te praten over betere opties voor. Je kunt het mooi vinden of niet, maar ‘Abbey Road’ is het perfecte slotakkoord in hun output. ‘Rubber Soul’ en ‘Revolver’ zijn perfecte uittingen van de artistieke stand van zaken van dat moment.

En is er een beter document voor 1967 denkbaar dan het psychedelische ‘Pepper’?

Doordat uitgangspunt en uiteindelijk resultaat door de keuze voor Spector zover uit elkaar liggen en er daarnaast oneindig veel takes van alle songs bestaan, is ‘Let it Be’ ertoe veroordeeld tot in lengte van dagen een werk in uitvoering te blijven. Een album zonder ultieme versie.

Er zijn op dit moment drie officiële releases: het album zoals dat in 1970 uit is gekomen, de versie uit 2003; ‘Let it Be……naked’ en sinds kort een versie zoals die Glyn Johns voor ogen stond. Een versie (of eigenlijk twee versies) die in het bootleg-circuit al langer de ronde doen.

De Johns-opzet kan ik moeilijk serieus nemen. Veel klinkt prachtig, maar het toevoegen van een paar ‘jams’, een valse start, verkeerd gekozen versies van songs in een te laag tempo, songs die op een andere dag beter aan tape werden toevertrouwd en als absoluut dieptepunt de keuze voor de afgebroken take van ‘I’ve Got a Feeling’ maken dit toch vooral tot een waardevolle aanvulling op het totaal. Maar het is als album, als kunstwerk absoluut niet serieus te nemen.

En wat doet ‘Teddy Boy’ op deze poging tot een album? Dit was enkel een doorloop en zeker geen serieuze take. ‘Warts and all’ klinkt heel aardig, maar dit schiet het doel wel heel erg voorbij.

Het is geweldig dat de ideeën van Johns nu officieel beschikbaar zijn als extra in de deluxe boxset van ‘Let it Be’. Geweldig ook om het coverartwork als tegenover van ‘Please Please Me’ in al zijn schoonheid in je handen te kunnen houden. Maar ik begrijp dat dit het niet geworden is. Een ‘warts and all’ album in deze vorm zou tot de wrat in het totale scheppen van de heren geworden zijn.

Blijven de Spector-versie en ‘naked’.

De Spector-versie heeft een heel groot pluspunt: het is het album waarmee velen van ons zijn opgegroeid, waarmee we zijn vergroeid. Het is het album waar herinneringen aan hangen. Zie hiervoor ook mijn eerdere column ‘Waterzuivering’.

Spector’s werk aan deze muziek heeft veel moois opgeleverd. Het verlengen van ‘I Me Mine’ is geniaal. De songs zonder orkest klinken geweldig en de suggestie/weergave van een live gebeuren is ongelooflijk goed geslaagd.

Maar er zijn ook de songs mét orkest en daar kan ik niet aan wennen. Het is nogal veel, nogal over the top. Omdat twee van die songs een centraal plekje op beide lp-kanten gevonden hebben, kleeft er een soort onontkoombaarheid aan. Ze kleuren de kant waarop ze staan.

Daarnaast is ook de titelsong, die in de single-versie al niet was ‘as nature intended’, meer nog dan Martin gedaan heeft voor genoemde single, door Phil onder handen genomen, met als meest verschrikkelijke aspect de delay die aan Ringo’s hi-hat toegevoegd is.

Dan toch liever ‘naked’? Was het maar zo eenvoudig. Allereerst ervaar ik de totaalklank als wat harder. Het klinkt een beetje klinisch. Daarnaast maakt het wegvallen van de Spector-saus vooral in het geval van ‘The Long and Winding Road’ duidelijk dat er wel wat ruimte zit tussen de song op het overgeproduceerde album uit 1970 en ‘Road’ met z’n vijf musicerende mensen op ‘naked’, vooral als één van die mensen duidelijk laat merken dat hij er geen zin in heeft. De invulling van de baspartij laat te wensen over. ‘The Long and’ klinkt in mijn oren een heel klein beetje leeg. Is het de gewenning aan de Spector-versie of komt het door het arrangement met, naast Ringo en John twee toetsenisten en een gitaar? Als je het vergelijkt met de titelsong merk je bij ‘Road’ toch meer de kleine bezetting terwijl ‘Let it Be’ (ook klein) meer uitgebalanceerd klinkt. Ook bij ‘Let it Be’ dezelfde mensen, maar Preston neemt eigenlijk de plek in die op een ander album voor de strijkers geweest zou zijn, Harrison soleert en speelt rifjes en alleen Paul is verantwoordelijk voor de grote lijn op toetsen. De achtergrondzang én de opbouw beginnend met enkel piano en zang maken het voor mij tot een beter uit de verf komend geheel. Heel misschien gaat ‘The Long and…’ iets meer gebukt onder de ‘geen overdubs’ regel. George Martin zou er in ieder geval een smaakvolle kleine bezetting achter hebben kunnen schrijven. Een tussenoplossing zou misschien gaaf geweest zijn, maar hoe dan ook; ‘Road’ is natuurlijk een fenomenale song en zo komt McCartney’s stem die bij Spector bijna verdrinkt in de hoeveelheid geluid, geweldig tot zijn recht.

‘Don’t Let Me Down’ profiteert optimaal van de aanwezigheid van Preston. Het staat als een huis. De aanwezigheid van dit nummer op ‘naked’ zorgt daarnaast voor een betere verhouding tussen het aantal songs van John en van Paul.

Waar ik het bij Spector’s album onbegrijpelijk vind dat ‘Don’t Let Me Down’ geen plekje gekregen heeft, vind ik het bij ‘naked’ jammer dat het coda van ‘Get Back’ niet gebruikt is. Dat Spector het zonder moest doen vanwege het live idee, is logisch. Maar ‘naked’ wil niet de indruk wekken live te zijn. Waarom het coda dan niet meegenomen?

Ik heb het al vaker gezegd, maar de solo van ‘Let it be’ op de uitgave uit 1970 vind ik geweldig. Met afstand de mooiste. Gave gitaarklank en een opbouw die staat als een huis.

De ‘naked’ solo heeft minder richting en ik houd ook niet van de klank van de gitaar hier.

Ik zou echt gek geworden zijn van dag in dag uit de klank van een gitaar door een Leslie-box en soortgelijke effecten.

The Beatles hebben er schitterende dingen mee gedaan, maar het eindeloos gepriegel en gezoek naar invulling met dit geluid….

‘Across the Universe’ is misschien wel de song in de gehele canon van de groep die het meest onaf gebleven is.

Een geniale tekst gekoppeld aan een prachtige melodie. Maar die melodie heeft nooit zijn definitieve arrangement mogen vinden. Achtergrondkoortjes van toevallig aanwezige vrouwelijke fans? Het is het net niet. Een  meer ‘Boeddhistische’ opzet met ‘OHM’ koortjes en een ‘Tamboura-drone’. Veel en veel beter, maar blijkbaar nog steeds niet wat Lennon voor ogen stond.

Spector veranderde zo ongeveer alles. Het tempo en daarmee de toonsoort, een massief orkest en wat al niet meer. Blijkbaar vond John het prima, maar ik kan me niet voorstellen dat een versie die zover af ligt van de richting waarin hij het zocht, hem blijvend honderd procent overtuigd heeft.

De versie op ‘Naked’  is dezelfde als de door Spector gebruikte, maar zonder zijn toevoegingen. Prachtig wat mij betreft.

Er zit een ontwikkeling in de manier waarop de rolverdeling tussen producer en bandleden verschuift. Op ‘Please Please Me’ is het nog mogelijk dat George Martin dingen toevoegt zonder dat de bandleden inspraak hebben, of zelfs maar aanwezig zijn. Een piano, een celesta. Het kon en hij deed het.

Niet veel later is dat ondenkbaar. Lennon en McCartney vertellen Martin wat ze willen en hij realiseert het vervolgens.

Spector’s ‘Let it Be’ doet wat dat betreft een flink aantal stappen terug. De bandleden bemoeien zich inhoudelijk niet meer met het project. Spector mag er iets van maken. Opnieuw bepaalt de producer zonder hun inspraak hoe het eindproduct gaat klinken.

Ik kan me voorstellen dat het de enige optie was in de chaos en onvriendelijkheden van die periode, maar onder normale omstandigheden zou dit een absolute ‘no go’ zijn.

‘Let it Be’ al dan niet ‘naked’. Het is een verwarrend gebeuren. Ik denk niet dat er ooit een definitieve versie zal verschijnen. Kijk alleen maar naar hoe McCartney erin staat waar het gaat om ‘The Long and Winding Road’. Enerzijds had hij geen goed woord over voor wat Spector met zijn song heeft gedaan, anderzijds speelt hij live enkel de versie met de door Phil toegevoegde partijen.

Het ‘Let it Be’ project zal in zekere zin altijd onaf blijven. Is dat jammer? Ach, het maakt leven met deze muziek tot een nooit saai wordende ervaring.

Eigenlijk maakt dit ‘onaf zijn’ het album extra boeiend. Het is een soort puzzel waarbij je nooit het laatste stukje aan zult kunnen leggen. Ontstaan na een zware bevalling en in menig opzicht en naar Beatles-maatstaven geen absoluut topalbum, maar juist het feit dat er geen perfecte keuzes voor dit album zijn en je er als luisteraar daardoor op eindeloos veel manieren mee bezig kunt zijn, maakt het tot een sieraad in de canon. Zoveel geweldige songs, zoveel takes, een flink aantal versies (zie ook de extra’s in de boxset); eindeloos puzzel-plezier verzekerd.

– Ton Steintjes –