Nits – Flowershop Forget-Me-Not; “Cellophane flowers”

BFNLBFNL Columns, van der Linde vertelt

Pas met The Bauhaus Chair (1988) dringen (the) Nits tot mij door en hoor ik hun voorgaande singles en albums met herboren oren. Ik omarm de oer Hollandse herkenbaarheid van Nescio (1983), Dapper street (1983) of The Panorama Man (1987). Mijn versleten Ting (1992) shirt houdt me warm in koude winternachten. In de videoclip van In The Dutch Mountains (1987) herken ik het Amsteldorp, waar mijn moeder en oom opgroeiden; verwezen Nits in hun grootste Hit naar de ringdijk om de Watergraafmeer? Eind tachtiger jaren loop ik zanger/gitarist Henk Hofstede tegen het lijf in het postkantoor aan de Wijttenbachstraat in Amsterdam-Oost; uiteraard staat zélfs een polderpopster in de rij voor postzegels. Ik zag ze vaak – óók solo – optreden: in Haarlem, in het Vondelpark, in de Helling, in het Beauforthuis enzovoorts.

Dat Nits – tegenwoordig laten ze het lidwoord weg – hun liedjes soms met Beatlesque citaten larderen, zette mijn interesse op scherp. De hypnotiserende fusie . . . euhm . . . mash-up van hun Aloha Drums (1980) met Tomorrow Never Knows (1966) – die ik ze in Den Bosch ter gelegenheid van hun veertigjarig jubileum hoorde spelen – klonk alsof de Fab4 het zó bedoeld had. Nadat ik het album Angst (2017) na een Nits-concert in Tivoli Vredenburg aanschafte, hoor ik op Flowershop Forget-Me-Not:

When we life, we live a while, like a cellophane flowers and Edelweiss (. . .)

When we walk, we walk a while, on Penny Lane and Arnold Grove (. . .)

When we love, we love a while, like Yoko and John, Like Gilbert and George (. . .)

When we drive, we drive a while, on autobahn and winding roads (. . .)

Zélfs George’s schreden door Arnold Grove, zélfs de busritjes op Penny Lane en zélfs de slingerweg naar Macca’s Schotse boerderij zijn niets meer dan bliksemflitsen in de eeuwige licht van de The Beatles. John’s transparante bloemen verwelkten en zijn liefde voor Yoko’s bloeide korter dan hij zélf voor ogen had. Alles en iedereen is tijdelijk op de eeuwigheid, houden Nits ons voor. Dat geldt voor de grote namen èn voor normale stervelingen als jij en ik. Natuurlijk mag je je aan je helden spiegelen maar koester óók je eigen ‘Vergeet-me-nietjes’; in die hemelse bloemenwinkel begiet de Grote bloemist talloze boeketjes en ziet dat het goed is.

Op 9 mei 2022 werden ook Nits op een pijnlijke manier met hun neus op de feiten gedrukt; hun De Werf-studio brandde tot de grond toe af. Vrijwel alle apparatuur en instrumenten verkoolden in het vagevuur. Hun archief met tastbare herinneringen aan bijna vijftig jaar Nits-historie ging in rook op. Gelukkig was het nieuwe album Neon (2022) al afgerond; het sluitstuk van een drieluik gevuld met jeugdherinneringen aan een verloren wereld èn het onbedoelde slotakkoord van hun Werf-jaren.

We zullen onze jeugdjaren nooit vergeten, we zullen De Werf nooit vergeten en we zullen dat vagevuur nooit vergeten. Ze zijn als vers boeket bijgezet in de eeuwige bloemenwinkel. Beste Henk, Rob en Robert Jan; schud de as van jullie veren en sla je vleugels weer uit! Die brand was slechts een vlammetje in jullie muzikale vuur. Ik ben benieuwd met welke vier letters jullie de titel van het vijfentwintigste Nits-album zullen tooien. Mijn suggesties: ‘Vuur’ of ‘Vonk.’

Peter van der Linde, reacties: pvdltelefoon@live.nl

Belangrijkste bronnen: