PROBEER HET VAN MIJN KANT TE BEKIJKEN… CYNTHIA LENNON DEEL 2

Webmasterhet Archief

Tweede deel uitreksel van het boek “John” van Cynthia Lennon en uitgegeven door Hodder & Stoughton. 

Cynthia lijkt als vrouw van een Beatle alles te hebben wat haar hartje maar begeert. Maar achter de glitter gebeurt heel veel, schrijft ze. Drugs hebben haar huwelijk verwoest en haar zoon Julian bleef als kind zonder vader achter.

Het zou een late huwelijksreis worden, maar we lagen met 4 in een smal bedje, John, ik en 2 andere vrouwen, allemaal ladderzat, te dronken om nog te bewegen. Dit gebeurde in Parijs in 1963, het jaar dat ons leven helemaal veranderde. ‘She Loves You’ stond hoog in de Engelse hitlijsten. John nam me mee naar Parijs, daar konden we nog over straat lopen zonder herkend te worden. We waren enkele dagen in Parijs toen we hoorden dat Astrid Kircherr, één van de sleutelfiguren van de Beatlesentourage in Hamburg, – zij was degene die de bekende haarsnit van the Beatles heeft bedacht – daar ook was. Zij was er samen met een vriendin en met ons viertjes trokken we van wijnbar naar wijnbar en we kiepten heel wat liters wijn achterover. Bij het aanbreken van de dageraad waren we dus ladderzat en konden onmogelijk nog een stukje wandelen. We strompelden tot aan het adres waar Astrid verbleef en dronken als afsluitertje nog een laatste fles leeg. Toen duikelden we alle vier in haar smalle éénpersoonsbedje. Het is bijna niet te geloven dat we ook echt zo hebben kunnen slapen, als sardientjes tegen elkaar aan in een blikje.
Vreemde tijden waren het. Ondanks het steeds bekender worden waren we dom en hadden totaal geen stijl. In Liverpool had ons avondje uit er vroeger heel anders uit gezien … we zouden een whisky-cola drinken of een glaasje Babycham.

De jongens brachten nu heel veel tijd door in Londen. Hoog tijd dus om daar in de buurt een huis te zoeken. Brian Epstein, hun manager, had al een onderkomen gevonden in Belgravia. Hij verspilde geen seconde tijd, omringde zich met de beste mensen en wist de beste plaatsen te vinden. John en ik vroegen hem ons een beetje wegwijs te maken. Hij nam ons mee naar ‘la Poule au Pot’ in Elbury Street, een bar die werd uitgebaat door een koppel Franse jongens. Homoseksualiteit was in die tijd volkomen ontoelaatbaar en illegaal. Op deze plaatsen werd het enkel oogluikend toegelaten je in het openbaar als homo te uiten. Hier kon je je ware aard laten zien. Hij bestelde Franse ajuinsoep, een haantje in rode wijn en als dessert een poire belle Hélène. Wij vonden dit heel verrassend en wereldwijs.

Geld was geen enkel probleem meer, dat merkten we toen we met onze boekhouder overlegden om een huis te kopen. De man woonde in Weybridge (Surrey) en daar in de omgeving vonden we de perfectie locatie. Kenwood, een 16 kamers tellend huis in Tudorstijl in de wijk St George’s Hill werd ons thuis.

Natuurlijk proefden we ook van het Engelse nachtleven. Eén van onze favoriete plekken was de Ad Lib Club. We babbelden wat, dronken een glas en dansten de hele nacht samen met andere oude makkers uit Liverpool zoals Freddie and the Dreamers, Gerry and the Peacemakers, the Who, the Rolling Stones, the Animals en Georgie Fame. Met Keith Moon, de drummer van the Who, had ik prachtige, zware en wonderlijke filosofische gesprekken. Ondanks het slechte imago van deze rocker vond ik hem heel gevoelig en hij kon heel ernstig en serieus zijn.

Na een wilde feesten keerden we naar huis terug bij het aanbreken van de dageraad. De chauffeur stopte nog even zodat we een hapje konden eten en dan gauw gauw naar huis, juist op tijd om Julian uit zijn bedje te halen en naar school te brengen.

John werd vrienden met de satirische Peter Cook. Peter en zijn vrouw Wendy nodigden ons uit bij hen thuis voor een etentje. Hun huis in Hampstead was een pareltje en leek op een plaatje in een trendy woonmagazine. We proefden voor de eerste keer knoflook – nooit van gehoord thuis in Liverpool. Dit koppel leek gewoon perfect. Ik had John wel kunnen wurgen toen hij hen bij ons thuis uitnodigde.  Toen ze kwamen wilde ik dan ook een heel indrukwekkende menu op tafel zetten. Ik koos voor garnalencocktail met saus uit een flesje. Daarna werd er geroosterde lamsbout geserveerd en als toetje appelcake met vanillevla, ook uit een flesje. We hadden afgesproken dat Peter en Wendy rond 8 uur ’s avonds zouden komen en John had beloofd ruimschoots voor die tijd thuis te komen. Nog 15 minuten … geen John te zien, ik probeerde kalm te blijven.
Peter en Wendy waren er. Ik bood hun iets te drinken aan en zette nootjes op tafel. Ik deed mijn uiterste best het gesprek op gang te houden en de glazen vol. Die twee uren waren wellicht de meest vernederende uit mijn hele leven. En het eten stond in de oven te verpieteren. Het was 10 uur toen John met een gelukzalige glimlach om zijn lippen binnenkwam, hij was duidelijk onder invloed. Hij had zichzelf getrakteerd op een paar jointjes en was de tijd natuurlijk compleet vergeten. Maar, ondanks alles, werd de avond een onverwacht succes. Peter en Wendy namen een jointje aan van John en tegen de tijd dat ik het eten serveerde waren ze zo stoned dat zij het eten gewoon naar binnen schrokten en totaal geen idee hadden van hoe slecht het eruit zag.

Ik ging niet zo vaak winkelen, en als ik al eens op koopjesjacht ging dan was het voor schoenen. John hield meer van shoppen dan ik.
Winkels bleven speciaal voor de jongens open … ze waren graag geziene klanten. John had een speciale liefde voor lingerie, ongelooflijk extravagante niemendalletjes die ik dan voor hem in onze slaapkamer moest showen.
Als hij kleren voor zichzelf wilde kopen, vroeg hij steeds: “Staat me dat Cyn? Of zie je me liever in dat andere? Passen de kleuren wel samen? Zit deze broek me als gegoten of floddert ze te veel?”. Een pasbeurt kon uren duren!
Maar de echte passie was ‘auto’s! Op een dag moest ik mijn ogen sluiten en mee naar buiten komen. Op de oprit stond een goudkleurige Porsche, voor mij. Maar een paar weken later, ruilde John mijn auto, als halve betaling in tegen een Ferrari voor zichzelf. John was een verschrikkelijk slechte chauffeur. Zijn passagiers moesten zich tijdens een autoritje voelen als tijdens een ritje in de achtbaan. Ze werden doorheen geschud wanneer hij tegen de stoeprand aanknalde en door de straten vloog met een veel te hoge snelheid.

Brian Epstein heeft steeds gezegd dat the Beatles, beter en bekender zouden worden als Elvis. En tegen 1965 kreeg hij gelijk. The Beatles waren over de hele wereld de beste popgroep. We waren toen aanbeland midden in het episch centrum van de swingende zestiger jaren. Terwijl John dit allemaal met gemak over zich heen liet gaan was ik me pijnlijk bewust van hoe ingewikkeld de hele wereld wel was, en ook ons leventje. Op een avond gaf Cilla Black een feestje voor alle bekenden. Zij kwam de slaapkamer binnen en zag Georgie Fame tegen de kleerkast praten. “Kom er uit Cyn” smeekte hij “Wat is er mis?”. Ik riep hem toe met betraande stem:“Ik kom er pas uit als John me mist”. Cilla die heel erg bang was dat ik in mijn dronken toestand haar dure exclusieve kleren zou besmeuren, kreeg me uiteindelijk met veel vleiende woordjes uit de kast. Ze nam me mee en gaf me nog een drankje. John had zelfs niet gemerkt dat ik er even niet was.

Op een ander feestje raakte ik meer en meer woedend op John. Hij flirtte constant met andere vrouwen. De zangeres Lulu, schreeuwde hem toe dat hij zich moest schamen. En ik begon me argwanend af te vragen of hij ook ontrouw was geweest met Alma Cogan, een zangeres uit de jaren 50. The Beatles hadden haar ontmoet tijdens een televisieshow en zij hield van hen, vooral van John dan. Meermaals werden we uitgenodigd op feestjes in haar rijkelijk ingerichte appartement in Kensington High Street. Ik had haar nooit als mogelijke concurrente beschouwd, maar eigenlijk was zij toch wel knap, intelligent en grappig. Ik voelde de seksueel geladen sfeer tussen haar en John.

Natuurlijk wisten wij Beatlesvrouwen wel dat veel vrouwen zich gewoon voor de voeten van onze jongens gooiden tijdens elke concerttournee. Maar wij wisten ook dat zij altijd terug naar ons, naar huis kwamen. Dus schonken we weinig aandacht aan al die gillende meiden. Dus toen ik mezelf de vraag stelde of John wel eens wat gehad zou hebben met andere vrouwen, besloot ik van die gedachte maar te verdringen en hier niet te lang bij stil te blijven staan.

Drugs veranderden ons leven totaal.  Drugs was ook de reden van de breuk in ons huwelijk. Bob Dylan had The Beatles cannabis laten proeven. Ik voelde dat dit John echt hielp om tot rust te komen na een lange werkdag van soms wel 12 tot 15 uren. Maar het gebruik van cannabis had ook bijwerkingen. Op een feestje waar we samen met George Harrison en zijn vrouw Patti naar toe gingen, deed de gastheer ongezien LSD in onze glazen. De kamer draaide in het rond en we hadden geen idee wat er met ons aan de hand was tot onze breed lachende gastheer het ons vertelde. Angstig verlieten we het feestje wilden zo snel mogelijk thuis zijn. We kropen dicht tegen elkaar in de mini van George. Maar George was zich totaal nergens meer van bewust, hij was totaal weg van deze wereld. En hoe we uiteindelijk dan toch thuis geraakten is en blijft een raadsel, maar na uren rondjes draaien waren we plots bij het huis van George en Patti. John en ik konden onmogelijk nog naar Kensington toe dus bleven we alle vier de rest van de nacht op zitten. De muren bewogen, de planten vertelden wilde verhalen, andere mensen werden verscheurende monsters, de tijd stond stil en het was echt verschrikkelijk!

En ook al was John even hard geschrokken als wij allemaal, toch begon hij dagelijks LSD te gebruiken. Hij was er van overtuigd dat dit voor hem de weg opende naar geluk, verlichting en creativiteit. Al gauw bracht hij mensen mee naar huis die hij via het drugsmilieu had leren kennen. Ze gebruikten en vielen te pletter op onze bank, in ons bed en op de grond. John smeekte me om ook LSD te gebruiken en hij zei: “Cyn je weet toch hoeveel ik van je hou … dit brengt ons nog dichter bij elkaar”. Uiteindelijk gaf ik toe …
Een groep vrienden kwam me ‘aanmoedigen’. George en Patti waren er ook. Het was ‘mission Cynthia’ en iedereen wilde me gerust stellen, LSD kon geen kwaad. Ik kon en wilde op het laatste nippertje niet afhaken. Ik wilde er gewoon voor gaan. Het spul werd door mijn drankje geroerd … Toen ik in de spiegel keek, zag ik een skelet. Het vloerkleed stond in brand en het leek alsof ik in de hel was aanbeland. Alles veranderde van vorm en van kleur, zelfs de kat. Toen de LSD was uitgewerkt dacht ik ‘nooit meer’, want ik wilde echt niet met mijn gezondheid spelen. Ik wilde kalm blijven en helder blijven denken. Ik wilde er zijn voor mijn zoon.

Na drie jaar constant touren en platen opnemen, waren John en Paul en George en Ringo doodop en beslisten te stoppen met live optredens en zich vooral te gaan bezig houden met studiowerk. The Beatles werkten als magneten op zieke en gehandicapte mensen. En John was echt bevreesd voor deze mensen. Toen we nog studenten waren maakte hij wel eens ironische en spottende tekeningen over kreupelen. Voor hem was het een nachtmerrie de lange rijen mensen in rolstoelen op of krukken te zien die voor de kleedkamers stonden te wachten. Het enige wat John na een optreden wilde was naar huis gaan en door niemand lastig gevallen worden.

Op een morgen aan het ontbijt viel hem een artikel op over een Japanse artieste, Yoko Ono. Zij had een film gemaakt over het achterste van de mensen. “Dit moet om een grap gaan” zei John, ”Jezus, wat gaan ze nog allemaal bedenken ? Zij kan dit toch niet serieus menen! Gekkin!” Het voorval ging voorbij en er werd niet meer over gesproken tot op een avond ik in bed vroeg wat hij aan het lezen was. “Och iets dat die gekke vrouw me heeft gezonden” zei hij. “Ik wist helemaal niet dat je haar ontmoet had”. “Yeah! Ik ging naar haar tentoonstelling. John Dunbar vroeg me om mee te gaan. Het was te gek voor woorden.”

Dunbar, de ex-echtgenoot van de vriendin van Mick Jagger, Marianne Faithfull, was eigenaar van een kunstgalerij en het was dus helemaal niet ongewoon voor hem om vrienden uit te nodigen, dus dacht ik niet verder na bij dit voorval.
John was ondertussen 9 maanden thuis. Elke dag gebruikte hij drugs. Hij was humeurig, afstandelijk en onvoorspelbaar. De drugs nam de trek in eten weg en hij vermagerde en zag er afschuwelijk uit. Ik was zelfs bang dat hij zelfmoord zou plegen. Ik begreep zijn drang naar drugs niet … was het misschien een manier om zijn slechte jeugdherinneringen te verdringen. Ook het succes deed hem zijn jeugd vergeten. Maar ook de druk van het beroemd zijn eiste zijn tol, misschien waren de drugs een vluchtweg.

Na een bezoek aan de Mararishi Mahesh Yogi in Engeland in de zomer van 1967 vond hij de kracht en de motivatie om te stoppen met drugs. De Maharishi vertelde dat je een ongeziene sprituele hoogte bereikt, hoger nog dan met eender welke drugs, door meditatie. Hij nodigde The Beatles uit op een bijeenkomst in Bangor (Noord Wales). Mick en Mrianne waren er ook.

We kwamen aan op het station in Euston en hadden nog slechts 5 minuutjes om de trein te halen. John sprong uit de auto en begon te rennen. Hij liet me daar gewoon staan met onze bagage. Ik volgde zo snel ik kon, maar toen ik bij de trein aankwam, vertrok die net. “Sorry liefje, te laat. De trein is net vertrokken” zei een politieman tegen me en duwde me opzij. Ik stond daar heel alleen en de tranen rolden over mijn wangen. Dit gebeuren lijkt symbolisch voor mijn huwelijk. Uiteindelijk geraakte ik in Bangor en vond de plaats waar we logeerden.  De psychedelische elite van de popwereld zat daar met gekruiste benen op de grond rond de Maharishi. Marianne vroeg me op fluistertoon of ik maandverband bij me had want zij was ongesteld geworden. En ja ik had de nodige spullen bij, gelukkig maar. Ik vond haar lief en zo fragiel in die grote boze rock en drugswereld. Die namiddag hielden The Beatles een persconferentie waarin ze iedereen vertelden dat ze tegen elke vorm van druggebruik waren. De pers was wild enthousiast. Hun uitspraken hadden nog maar net het nieuws gehaald toen er weer nieuws was. Verschrikkelijk nieuws. Brian Epstein was dood. Een overdosis drugs. “Oh mijn God” zei John helemaal wit weggetrokken, “Hoe moet het nu verder?”

De Maharishi nam ons mee naar een kamer vol met bloemen, en kleuren en hij vertelde over het leven, de wedergeboorte en het verlost zijn van alle pijn. Als we wilden dat Brian een vredevolle overgang zou hebben naar het hiernamaals moesten we lachen en blij zij want negatieve gedachten en gevoelens zouden hem afremmen in zijn lange reis. Sommige persmensen zagen The Beatles lachen en omschreven dit als ongevoeligheid maar John en de anderen waren er rotsvast van overtuigd dat ze door hun lach en hun blijheid Brian een stukje op weg hielpen. Voor de hele wereld had Brian alles wat iemand zich wensen kon. Waarom zou hij dan willen sterven? Maar wij weten dat Brian het moeilijk had en heel onzeker was. Hij had veel bedgenoten maar vond nooit die ene ware liefde waarmee hij een warme en stabiele relatie kon opbouwen. Hij nam anti-depressiva en slaappillen, soms meer dan goed voor hem was. Het gerechtelijk onderzoek luidde dat hij niet de intentie had zichzelf te willen doden.

De interesse voor de Maharishi begon als een hobby, zomaar wat bezig zijn maar het werd een levensnoodzakelijk gebeuren voor John en George. Zij gingen akkoord om naar zijn verblijf in India te gaan, en Patti en ik wilden heel graag mee. John werd weer de goeie oude John van vroeger. Hij zei:”We kunnen het Cyn!”, en hij begon zelfs over nog meer kinderen krijgen samen.
Kort voor ons vertrek hadden we ontmoeting met de assistent van de Maharishi in een huis in Londen. Toen we binnenkwamen zag ik in een hoekje een Japanse vrouw zitten. Ik had zo’n vermoeden dat het Yoko Ono was. John had me nooit expliciet verteld dat hij haar kende. Op het einde van de bijeenkomst gingen we allemaal naar buiten, onze chauffeur opende de deur en Yoko Ono stapte in de auto. Ik keek verwonderd. John keek me aan en met een veelzeggende blik maakte hij me duidelijk dat hij niet wist wat er aan de hand was. Hij vroeg haar of ze een lift wilde. “Oh ja, naar Hannover Gate 25 graag”.
Er werd geen woord meer gezegd tot ze uitstapte. Ze zei “Bedankt en tot ziens”.
“Bizar allemaal” zei ik, “ Wat had dat te betekenen?”.
“Ik zou het echt niet weten” zei John.

Tussen een hoop fanbrieven vond ik een brief van Yoko aan John. Zij schreef dat als ze niet bij hem was, ze altijd in gedachten dicht bij hem was. John zei:”Zij is gek. Zij is een rare artieste en wil dat ik haar sponsor”.

Het meditatiecentrum van de Maharishi’s was gelegen hoog in het Himalayagebergte. Het was helemaal omgeven met mooie kleurrijke bloemen en struiken. Ik hield van die plek, ver weg van de schreeuwerige fans en de flitsende camera’s. Maar het meest van al vond ik het reuze fijn dat John en ik dicht bij elkaar konden zijn. Donovan kwam ook langs, samen met een vriend, een grote stoere kerel die Gypsy heette. Donovan had een liefdesaffaire met Jenny, de zus van Patti. Hier in India schreef hij voor haar Jennifer Juniper.
Vier dagen later kwamen ook Paul en zijn liefje Jane Asher, en Ringo en zijn vrouw Maureen aan. Ringo had een heel krat bonen in blik bij zich, ondanks dat hij en Maureen slechts 10 dagen konden blijven. “De Maharishi is wel een leuke man hoor,” zei Ringo “maar dat hele gedoe is eigenlijk niks voor mij”.

En ik, ik had helemaal niet de tweede huwelijksreis waar ik zo op gehoopt had. Na twee weken ging John in een aparte kamer slapen. Hij negeerde me volkomen. Hij deed gewoon of ik niet bestond. Hij schreef zijn gedrag toe aan het mediteren. “Het heeft helemaal niets met jou persoonlijk te maken” zei hij.
Wat ik toen niet wist, was dat hij elke morgen naar het postkantoor ging om te kijken of er een brief was van Yoko. Zij schreef hem bijna dagelijks.

Terug thuis in Engeland bleef er de kille afstand tussen ons. Er was nog slecht één enkel moment van warmte, en dat was, ironisch eigenlijk, het moment dat hij me vertelde over zijn ontrouw. Ik stond in de keuken en hij zei me heel gewoon: “Cyn er is een andere vrouw geweest”. “Oh ja, dat is goed” antwoordde ik verbouwereerd door zijn eerlijkheid. “Maar jij bent de enige waar ik echt van hou” zei hij me met kussen overladend, “Ik hou van je zal altijd van je blijven houden”. Enkele weken later stelde hij me voor mee te gaan met Jenny, Donovan, Gypsy en Magic Alex (elektrospecialist in het kringetje van The Beatles) naar Griekenland voor een twee weken durende vakantie. “Ik heb zelf te veel te doen, ik kan echt niet meegaan maar jij moet het zeker doen”, zei John.

Hij bleef aandringen en ik gaf uiteindelijk toe. Julian bleef thuis bij Dot, onze huishoudster en kindermeisje. Het was een verrassend prettige vakantie. Toch miste ik John en was er van overtuigd dat we samen met een schone lei konden beginnen. Ik zat vol toekomstplannen. Op de terugweg stopten we in Rome om daar te lunchen. Dit zou toch ontzettend mooi zijn … ontbijten in Griekenland, lunchen in Rome en straks samen met John dineren in Londen. Alex suggereerde me om John op te bellen zodat ik hem kon laten weten wanneer ik thuis zou komen. John nam de telefoon op en zei op zijn gewone toontje “Dat is goed, ik zie je dan wel”. Jenny en Alex kwamen met me mee naar Kensington waar we om 4 uur in de middag arriveerden. Ik voelde onmiddellijk aan dat er wat mis was. Het licht in het portiek brandde, de gordijnen waren dicht en het was heel stilletjes, ijselijk stil. We gingen naar binnen en ik begon te zoeken naar John, Julian en Dot. “Waar zijn jullie?” riep ik luid.

Toen ik mijn hand op de deurknop van de veranda legde ging er een siddering door mijn hele lichaam. Ik ging naar binnen, het was er vrij donker. Het duurde even voor ik wat zag. Ik bevroor zowat ter plekke. John en Yoko zaten op de grond, met hun gezichten naar elkaar. Ze zaten naast een tafel die opgestapeld lag met vuile borden en tassen. John keek me aan, zonder enige vorm van expressie en zei: ”Oh, hi!”. Het enige onzinnige antwoord dat in me opkwam was “Wij kijken allemaal uit naar het diner in Londen vanavond, na het ontbijt in Griekenland en de lunch in Rome. Kom je ook?”.
“Neen dank je!” was zijn korte antwoord.

Ik vraag me nog steeds af hoe ik zo stom zijn om juist die vraag te stellen Ik stond oog in oog met mijn echtgenoot en zijn ‘vriendin’ – met mijn kleren aan haar lijf – en ik deed of er niets aan de hand was. Later werd me duidelijk dat het allemaal gearrangeerd was, ze wilden dat ik hen zo zou aantreffen. En ik kan nog steeds heel moeilijk geloven dat John echt zo wreed kon zijn.
Ik rende de trappen af naar beneden en struikelde in mijn haast over een paar Japanse slippers die netjes voor de logeerkamer stonden. Maar het logeerbed was onbeslapen. Ik nam vlug wat spullen mee in een reistas en amper 20 minuutjes nadat ik aangekomen was en nog geloofde in een gelukkig weerzien, stapte ik terug in de wachtende taxi met Jenny en Alex. Ik kan me gewoon geen beeld vormen van hun huis, ik was te verward op dat moment. Daar aangekomen ging Jenny naar haar slaapkamer. Ik was totaal ontredderd en zakte in elkaar op de sofa.

“Ik denk dat jij behoefte hebt aan een drankje” zei Alex. Hij opende een flesje rode wijn en ik dronk het ene glas na het andere leeg. Toen openden we een tweede fles. Een beetje in de wind hoorde ik wat Alex tegen me zei. “Weet je Cyn, ik heb altijd van jou gehouden. Hoeveel geld heb jij nog? Wat zou je er van denken om samen met mij weg te lopen?”. Zonder echt na te denken antwoordde ik “Zo’n 1000£. Geen rijkdom, niets.” Ik werd misselijk en moest naar de badkamer. toen dook ik in een bed met kleren en al nog aan en trok de dekens diep over mijn oren. Ik moest mijn roes uitslapen. Een beetje later kroop Alex dicht tegen me aan en wilde me knuffelen en kussen. Ik duwde hem van me weg. Ik was kotsmisselijk.
Na twee dagen wist ik dat ik terug naar huis moest. Terug op Kensington leek alles ‘normaal’. Julian sprong in mijn armen en John zei verrast “waar ben je geweest?”. Natuurlijk hield hij me voor de gek. En toch leek het niet gespeeld en leek hij oprecht blij om me terug te zien. Hij gaf me een kus op de wang. Ik wilde niet reageren waar Julian bij was en het was dus avond voor ik wat over Yoko wat kon vragen. “Oh zij?”, zei hij, “Niets, totaal onbelangrijk”.
John beweerde dat Yoko niet belangrijker was dan zijn andere avontuurtjes. “Jij bent diegene die ik echt lief heb, Cyn. Meer dan ooit tevoren hou ik van jou”. Die nacht bedreven we samen de liefde. John was zo verschillend van de man die ik met Yoko had zien zitten in de veranda. Ik kon moeilijk geloven dat het dezelfde man was. Had hij weer drugs gebruikt?

Maar dit geluk duurde niet lang. John moest naar Amerika. Ik stelde voor om mee te gaan zodat we samen konden zijn, maar ik kreeg een bot ‘neen’ als antwoord. Hij was irritant en onuitstaanbaar en ik voelde een lichte vorm van paniek in me naar boven komen. Ik wilde niet helemaal alleen achterblijven in dat grote huis en dus vroeg ik hem of het goed was dat ik met Julian en met mijn moeder naar Italië ging. “Natuurlijk”, antwoordde hij. We logeerden in een hotel in Pesaro. Eén van de diensters, een lief en vriendelijk meisje uit Lancashire, stelde me voor om samen een avondje te gaan stappen. Ik wilde niet dat ze zouden denken dat we op zoek waren naar een mannelijke prooi, dus vroeg ze aan Roberto Bassanini – zoon van de hoteleigenaar – om ons te vergezellen. Een paar uurtjes kon ik al mijn zorgen vergeten. Roberto leek iedereen te kennen en stelde ons voor aan heel veel mensen. We trokken van bar naar bar. Toen de auto om 2 uur ’s nachts voor het hotel stopte opende Roberto galant de deur voor me. En toen zag ik recht in het gezicht van Magic Alex. Wat deed hij hier? Ik wam net terug van een avondje stappen in het gezelschap van een bloedmooie Italiaan en ik wilde niet dat Alex zou denken dat ik een romantisch avontuurtje had. “Ik kom met een boodschap van John” zei Alex, “Hij gaat van je scheiden en gaat het voorgdij over Julian opeisen. Jij wordt teruggestuurd naar Hoylake (mijn geboortedorp)” Het enige wat in mij opkwam was dat John te laf was om me dit zelf in mijn gezicht te komen zeggen dus werd zijn waakhond op me afgestuurd. Het was tegelijkertijd wreed en oh zo cynisch. De volgende morgen werd ik ziek wakker en had hoge koorts. Mevrouw Bassanini ontfermde zich over me. Ze serveerde me hete drankjes en legde koude kompressen op mijn hoofd. Ze bracht me ook de krant. Op de voorpagina stond een foto van John en Yoko, hand in hand. Ze woonden de première bij van het toneelstuk ‘In His Own Write’, naar een boek dat John schreef. De kranten noemden Yoko, John’s nieuwe liefde. Yoko heeft haar man gekregen. Mijn man.

Terug in Londen kreeg ik een officieel schrijven waarin John de scheiding aanvroeg op basis van overspel met Roberto. Belachelijk gewoon. Zou hij me ook nog een verhouding met Alex onder de neus gaan wrijven? Terug in Kensington bleef Julian me voortdurend vragen wanneer John naar huis kwam? Ik trachtte hem uit te leggen dat papa en mama niet meer samen waren. “Waarom niet?” vroeg het kind telkens weer. En het enige dat ik hierop kon antwoorden was, dat we niet meer zo goed met elkaar overweg konden.
John weigerde nog om me te zien maar wilde wel nog een keertje naar Kensington komen. Mijn moeder, Dot en ik waren in de keuken toen de deurbel ging. Ik keek door het raam en zag John en Yoko staan, volledig in het zwart gekleed. Mijn God, hij brengt haar gewoon hier naar toe, was het eerste dat in me opkwam. Mijn moeder was in alle staten en wilde hen wel wurgen, Dot moest haar tegenhouden of ze beging een moord. Ik herkende John nauwelijks. Hij was vermagerd en zag er luguber uit. Er kon geen glimlach af, zelfs niet toen Julian naar hem toe rende. Na een korte knuffel negeerde hij Julian volkomen.
“Waarover wilde je me spreken?” vroeg hij koud. “Kunnen we deze hele zaak echt niet anders oplossen? Je weet toch net zo goed als ik dat ik je nooit ontrouw ben geweest”  “Vergeet al die flauwekul. Je bent niet zo onschuldig als je lijkt”. “Ik was met mijn familie in Italië. Ik was bij Julian. Denk je nu echt dat ik hem of jou dat zou kunnen aandoen? Laat ons dit uitpraten.”
“Dat kunnen we op de rechtbank”, hij riep ‘bye’ naar Julian en marcheerde naar buiten met Yoko achter hem aan. Ik deed een tegeneis tot echtscheiding met als reden zijn overspel.

Ik deed mijn best om opgewekt te blijven voor Julian. Maar zo nu en dan vond hij me huilend op de bank. Dan sloeg hij zijn armpjes om me heen en zei: “Niet huilen mama, alsjeblieft niet huilen”. Mama en Dot hielden me constant in de gaten, maar er was niemand anders waar ik nog iets van hoorde. Het leek er op dat niet alleen John me uit zijn wereld had gebannen, maar ook de hele Beatlesfamilie had dit blijkbaar gedaan. De enige die me kwam opzoeken was Paul. Hij gaf me een rode roos en zei: “Sorry Cyn, ik weet echt niet wat hem bezield. Maar het is niet juist, niet eerlijk.” Op weg naar beneden schreef hij snel een liedje voor Julian. Het begon met ‘Hey Jules’ dat later ‘Hey Jude’ werd. Ironisch dacht John toen hij dit nummer voor het eerst hoorde dat het speciaal voor hem geschreven werd. Paul vertelde me dat het uit was met zijn liefje Jane Asher. In een scenario dat veel op het onze lijkt, kwam Jane vroeger thuis en vond Paul in bed met een andere vrouw. Ik begrijp het best dat ze hem verliet.
Paul gaf zichzelf alle schuld en bleef achter met een gebroken hart.
Hij was de enige uit de hele Beatlesfamilie die John durfde te veroordelen. John had hen nochtans allemaal duidelijk gemaakt dat ze geen contact meer met me mochten hebben. Ze moesten als één man achter hem blijven staan.
Ik werd gewoon aan de kant geschoven, afgehakt zoals een ziek been.

Toen Yoko bekend maakte dat ze zwanger was, was de vernedering voor mij compleet. Ik vond het erg toen ze haar kind verloor maar John moest nu zijn overspel wel openlijk toegeven. Hij ging dus akkoord met de echtscheiding en gaf mij de voogdij over Julian. Geld was misschien nog wel het moeilijkste in de hele zaak. Ik had zo’n 1.000£ op de bank staan, had een Mercedes en mijn kleren. John had zo’n 750.000£ op de bank staan (omgerekend vandaag zo’n 7,5 miljoen £) ook al was hij veel meer waard. Een QC zei dat ik de helft van zijn fortuin kon opeisen, maar ik wilde graag vriendelijk blijven en dus belde ik hem op. “Wat wil je?” snauwde hij me toe. Ik zei dat ik een regeling wilde treffen over de financiële kant van de zaak “Hier valt niets over te zeggen”, zei hij, “ Je krijgt 75.000£. Dan lijkt het net of je gewonnen hebt in de loterij. Waarover zeur je nu nog. Je bent echt niet meer waard.” En hij gooide de telefoon op.

Later trok hij zijn offer op tot 100.000£ (25.000£ voor een huis en 75.000£ om mij voort te helpen en Julian op te voeden tot hij 21 zou zijn), rekening houdend met de inflaties was het amper genoeg om te voorzien in de eerste noden. Verder werd er nog 100.000£ in een fonds gestopt voor Julian, maar het geld werd beheerd door John en Yoko. En als John nog meer kinderen zou krijgen dan moest het geld gelijk onder alle kinderen worden verdeeld.
Oh ja, ik wist best dat ik gelukkig moest zijn met de hele regeling. Het was heel wat meer dan sommige andere vrouwen kregen. Maar het deed enorm veel pijn te voelen dat John nog veel gemener was dan ik ooit had gedacht. Maar ik kon niet langer vechten. Mijn strijd was gestreden. Ik voel nog steeds de pijn als ik aan zijn woorden denk en het vergeleek met een lotje uit de loterij. Maar ik heb het allemaal een plekje kunnen geven, ik heb het aanvaard.
Maar … het blijft me voor eeuwig achtervolgen!

©CynthiaLennon2005

(Bron : timesonline.co.uk)
(Vert : Janien Nuijten-Colans)