Saint Djuni – Modern Times; “I want Stones”

BFNLBFNL Columns, van der Linde vertelt

In den beginne werd op 5 oktober 1962 de mono single Love Me Do geschapen. De eerste elpee Please Please Me werd óók al in stereo gemixt. In hun actieve periode brachten de FAB4 naast de singles en elpees tevens een aantal EP’s uit; Magical Mystery Tour (1967) met het bijbehorende boekje is legendarisch. In de Verenigde Staten was het vanaf Meet The Beatles (1964) mogelijk om hun songs vanaf een bandrecorderband – lees: Reel  – te horen. Eind 1965 verscheen Rubber Soul als eerste Beatlesplaat op 8-track cassette. De stereo versie van Sgt. Pepper (1967) was het eerste album dat ook op muziekcassette te koop was. In de loop der jaren werden sommige elpees ook als gekleurd vinyl geperst.

Toen EMI begin 1987 de eerste vier elpees – in mono! – op CD brandde, was dat de definitieve . . . euhm . . . voorlopige doorbraak van het zilveren schijfje ten koste van het zwart vinyl. Op Marktplaats stonden laatst alle singles op mini-CD te koop. Op Minidisc of DCC verschenen geen officiële albums; wél waren er officieuze verzamelaars uit dubieuze bronnen te koop. Dan zijn er nog alle verzamelalbums en boxen – de 14 peperdure platen uit de blauwe The Beatles collection (1978) mogen van een vriend bij mij logeren – die jarenlang het Beatles’ oeuvre tot de laatste druppel uitmelkten, op alle mogelijke dragers: elpee, cassette, (dubbel) cd etc. Alle Beatlesliedjes werden trouwens regelmatig op een of andere manier verstereo’d of geremasterd.

Eind 2009 werd Beatlesmateriaal uitgegeven op 30.000 appelvormige usb-sticks, wat hun digitale wedergeboorte markeerde. Een jaar later kondigde EMI aan dat alle 13 studioalbums plus een speciale verzamelbox via iTunes konden worden gedownload. Voor het eerst ontstegen de FAB4 hun fysieke ketens; inmiddels kun je ze overal en altijd via Spotify (2015) en andere streamingdiensten luisteren. Hoewel ik hun films op VHS, DVD en Blu-ray bezit, zijn die nu slechts decorstukken op mijn Beatlesaltaar; vorig jaar streamden we Get Back (2021) vanaf Disney+ naar mijn woonkamer. Ik twijfel nog of ik binnenkort van mijn bank afkom voor de ultieme mix van het Rooftopconcert in een iMax filmtheater.

De conclusie uit bovenstaande kleine geschiedenis van de geluidsdrager is natuurlijk dat John, Paul, George en Ringo tijdloos zijn en hun songs eeuwigheidswaarde hebben, los van welk opslagmedium dan ook. Dát begrijpen Clifford Goilo en Rasmus Viberg van Saint Djuni als geen ander. In hun Modern Times (2022) vatten ze het uitstekend samen:

I’m a sucker for this shit
Give me Beatles and old hits

Met Modern Times brengen ze een ode aan de onsterfelijke muzikale pioniers uit de 60er jaren. De Corona-crisis kluisterde het Hollands/Zweedse duo aan de studio, waar ze fijn dansbare liedjes met een funky vibe creëren; het ouderwetsche muziekgevoel in een swingend indie-jasje. Zélfs Rob Stenders had niet in de gaten dat de helft van Saint Djuni in het Koninkrijk der Nederlanden opgroeide: Cliff is van Curaçao. Ze constateren terecht:

Still it all sounds so generic

Oók in mijn oren klinkt de tegenwoordige popmuziek vaak als een vluchtig nieuw smaakje van je uitgekauwde bubbelgum. De afschrijvingstermijn van artiesten slinkt zienderogen. Saint Djuni positioneert zich als dé witte raaf in het elektronisch dancegeweld. Luister eens naar ze via – dat tóch wel superhandige – Spotify; ík wacht echter wel tot hun elpee uitkomt (liefst als picturedisc . . .).

Reacties: pvdltelefoon@live.nl

Belangrijkste bronnen: