Solid State: Het verhaal van Abbey Road en het einde van de Beatles

BFNLNieuws

Het nieuwe werk van Kenneth Womack, decaan geesteswetenschappen en sociale wetenschappen aan de universiteit van Monmouth en veteraan Beatleshistoricus, bestaat in wezen uit twee boeken. De eerste helft is een fascinerende blik op de zwanenzang van de Fab Four, of je nu een algemene Beatlesfan bent, een muzikant, iemand die gefascineerd is door het productieproces van de platen, of al het bovenstaande. De tweede helft is een veel donkerder kijk op ’s werelds meest invloedrijke muzikale act van de jaren zestig. Terwijl obsessieve Beatlesfans, zoals ik, het verhaal kennen van de manier waarop Abbey Road werd geschreven en geproduceerd, weet Womack verschillende verrassende details te ontdekken. Abbey Road wordt bijvoorbeeld nu door de meeste Beatlesfans geaccepteerd als de boekensteun van het baanbrekende album Sgt.Pepper’s Lonely Hearts Club Band. Denk aan de uitbundige productie en geluid en de complexe nummers en een enigszins gelijk concept, maar het ontving enkele verrassende vegen uit de pan van critici toen het werd uitgebracht. Een persoon die Abbey Road aanvankelijk sloopte, was Nik Cohn, die datzelfde jaar “Pinball Wizard” van The Who inspireerde en vervolgens het artikel zou schrijven dat Saturday Night Fever inspireerde. Volgens Womack zei Cohn, die in de New York Times schreef, dat er iets niet helemaal goed klonk op Abbey Road:

“De woorden zijn slap, hoogdravend en nep”, schreef hij. De nieuwe composities van George Harrison waren van ‘vleesgeworden middelmatigheid’ en hij beweerde dat ‘het slechte niveau varieert van louter zachte verveling tot grote schaamte’.

Wat hoorde Cohn precies in die nummers waardoor hij zich zo voelde?
Op het eerste gezicht is de titel van Womack, Solid State (Vaste Toestand), een verkeerde benaming. Het werd geïnspireerd door de omschakeling door EMI Studio´s in het midden van 1969 van op vacuümbuizen gebaseerde opnameapparatuur naar transistoropnameapparatuur (d.w.z. “solid-state”) en een omschakeling door EMI van vier naar acht sporen. Dit gaf de technici een veel breder geluidspalet om mee te werken, maar zoals Beatles-ingenieur Geoff Emerick (1945-2018) al schreef in zijn autobiografie ‘Here, There And Everywhere’ uit 2006, een werk waarop Womack zwaar leunt om het productieproces van Abbey Road te verkennen, waren deze upgrades niet alleen maar positief. Dit gold vooral voor het gebrek aan vacuümbuizen, die legendarisch waren onder muzikanten en technici in verband met het toevoegen van een warmte en vetheid aan geluid.

Emerick: “De nieuwe geluidstextuur paste eigenlijk bij de muziek op het album – zachter en ronder. Het is subtiel, maar ik ben ervan overtuigd dat het geluid van die nieuwe mengpanelen de uitvoeringen en de muziek duidelijk beïnvloed hebben.” Voor Emerick waren recente nummers als “Here Comes the Sun” en “Come Together” daar voorbeelden van.

“Met de luxe van acht sporen werd elk nummer gelaagd opgebouwd. Omdat de ritmetracks iets minder krachtig van de band kwamen, werden de overdubs zoals zang, solo’s en dergelijke, met minder kracht uitgevoerd. Het eindresultaat was een vriendelijker, zachter klinkende plaat, die qua geluid anders is dan elk ander Beatlesalbum.”

De titel van het boek van Womack impliceert echter enigszins dat de Beatles zich ook in een ‘vaste toestand’ bevonden tijdens de opname van Abbey Road, wat zeker niet waar was. Ze waren net uit de sessies gekomen die uiteindelijk zouden resulteren in de ‘Let It Be’-documentaire en het bijbehorende album uit 1970. De frequente verhitte momenten bij het maken daarvan hadden tot gevolg dat George Harrison tijdelijk uit de groep stapte, zoals Ringo dat had gedaan tijdens het maken van het ‘White Album’ uit 1968.

Nadat ze ervoor hadden gekozen om niet samen te werken met hun oude producer George Martin, tijdens de ‘veel gedoe’-fase van de opname van ‘Let It Be’, wilden de Beatles nu weer samenwerken met Martin en Emerick om de zaak positief af te sluiten, maar toen Abbey Road zelf in productie ging, waren John Lennon en Yoko Ono betrokken bij een ernstig auto-ongeluk in Schotland. Dit veroorzaakte flinke verwondingen voor Ono en hun passagiers: Julian, de zoon van Lennon, toen zes en Ono’s dochter Kyoko, toen vijf jaar oud. Yoko, die toen twee maanden zwanger was, verpletterde verschillende wervels en kreeg een hersenschudding bij het ongeval, terwijl alle inzittenden van de auto wonden en kneuzingen opliepen. John Lennon kreeg zeventien hechtingen in zijn gezicht. Yoko Ono had veertien hechtingen nodig om de snee in haar voorhoofd te dichten. Het echtpaar bleef meerdere dagen in het Lawson Memorial Ziekenhuis in het Schotse Golspie.

Bij zijn terugkeer naar de Abbey Road studio liet Lennon een ziekenhuisbed binnenrijden in Studio 2, de meest gebruikte studio van de Beatles in de jaren zestig. Zo kon Ono het opnameproces observeren terwijl ze een negligé droeg en een tiara om het litteken op haar voorhoofd te verbergen. Dit veroorzaakte enorm gespannen relaties met Johns medebandleden. Het was een klassiek machtsspel van Lennon in de nasleep van de dood van manager Brian Epstein op 32-jarige leeftijd in 1967 en vanwege de voortdurende uitspattingen van Lennon door het gebruik van LSD en later heroïne, had McCartney zich opgeworpen als de leider van de groep.

Zonder Lennon waren er echter geen Beatles. Daardoor kon hij eisen dat Yoko naast hem zat tijdens elke sessie en Yoko, ondanks dat zij zelf een enigszins volleerde avantgardekunstenaar was, maakte geen bezwaar. De spanning liep zo hoog op dat Harrison boos reageerde, toen Ono ogenschijnlijk bedlegerig, opstond en een van George Harrisons koekjes stal van zijn versterkerkast: “Die teef”, schreeuwde Harrison. “Ze heeft zojuist een van mijn koekjes gepakt!”

Emerick herinnerde zich: “Lennon begon terug te schreeuwen, maar hij kon weinig zeggen om zijn vrouw te verdedigen, want hij had dezelfde mening wat voedsel betreft. Eigenlijk ging het ruzietje niet zozeer over de koekjes maar over het bed, waar ze allemaal een hekel aan hadden.”

Ook George Martin stoorde zich aan de aanwezigheid van het bed. In de tijd van Abbey Road voelde Harrison zich steeds meer verstikt als songwriter door Lennon en McCartney. Hij verbaasde hen en producer George Martin door demo-opnamen te maken van aantoonbaar de twee sterkste nummers van Abbey Road: “Here Comes The Sun” en “Something.” Over het laatste nummer citeert Womack George Martin als volgt: “Het was adembenemend, vooral omdat ik nooit had gedacht dat George het kon doen. Het was een geweldig werk en zo eenvoudig.” Eindelijk, na jaren schrijven van liedjes in de schaduw van Lennon en McCartney, had Harrison gelijkheid bereikt en hij was er zich van bewust.

Lennon en McCartney hadden meer moeite met het leveren van songs voor Abbey Road, wat Martin op ingenieuze wijze verborg door een reeks van de onvolledige liedjes te maken voor de klassieke ‘kant twee-medley’. De Beatles noemden dit aanvankelijk ‘de lange’. In het geval van Lennon speelden drugs een rol. In zijn fascinerende boek uit 2005, Revolution In The Head, beschreef de Britse muziekcriticus Ian MacDonald de verbazingwekkende hoeveelheid LSD die John Lennon nam van 1965 tot 1967, waardoor hij ‘bijna zijn identiteit uitwiste.’ Tegen 1968 schakelde Lennon, die toen volledig opging in zijn romance met Yoko, over op heroïne, blijkbaar geleverd aan zowel John als Yoko door acteur en mimespeler Dan Richter, die ‘Moonwatcher’ speelde in A Space Odyssey.

Zoals Richter later zei: ‘Het voelde raar om op het bed te zitten praten met Yoko terwijl de Beatles aan het werk waren in de studio. Ik kon het niet laten om te denken dat die jongens rock ‘n’ roll-geschiedenis maakten, terwijl ik op dit bed in het midden van de Abbey Road-studio zat en Yoko een klein wit pakje overhandigde.”

Lennon was aanvankelijk sterk tegen de medley van Abbey Road, omdat hij het veel te pretentieus vond en als een concessie aan hem, werd kant één van het album normaal met songs gevuld, zei Martin.

“Eén kant van Abbey Road was heel erg John: ‘laten we een beetje rocken, gewoon wat rondhangen’. De andere kant was Paul, misschien zelfs symfonisch. De medley was mijn idee om een continu muziekstuk te hebben. Waar mogelijk zouden we op die manier een nummer ontwerpen.”

Eenmaal overgehaald, leverde Lennon twee nummers, “Mean Mister Mustard” en “Polythene Pam”, geschreven in 1968 voor het “White Album”, maar tot nu toe niet opgenomen. Lennon nam ook deel aan de epische gitaarstrijd bij de climax van de medley, waarbij eerst Paul, daarna George en daarna Lennon elektrisch gitaargeweld afwisselden. Terwijl George Martin, Emerick en Ringo Starr toekeken, speelden de bandleden de solo’s in één take. Zoals Emerick zich later herinnerde:

“John, Paul en George zagen eruit alsof ze terug in de tijd waren gegaan, alsof ze weer kinderen waren en samen speelden voor hun plezier. Boven alles deden ze me denken aan schutters, met hun gitaren vastgebonden, met een vastberaden blik, vastbesloten elkaar te overtreffen. Toch was er geen vijandigheid, helemaal geen spanning. Je kon zien dat ze gewoon plezier hadden.”

Nadat ze de opname hadden voltooid, stonden de drie Beatles op de studiovloer, stralend als oude vrienden, blij met de prestatie die ze net hadden geleverd, ondanks alles. Ook Ringo Starr was door de virtuoze uitvoering getroffen. “Uit de as van al die waanzin,” zei Starr, “dat laatste deel is een van de mooiste stukken die we gemaakt hebben.”

Het album had nog steeds geen naam. Iemand stelde de naam ‘Everest’ voor, maar dan zouden ze helemaal naar Tibet moeten reizen om een foto voor de hoes te maken. Toen zei Ringo Starr: “Laten we gewoon naar buiten gaan en het Abbey Road noemen.”* en dat is precies wat ze deden. Op de ochtend van 8 augustus verzamelden de Beatles zich buiten de statige poorten van de Abbey Road Studio voor de fotoshoot. Terwijl de London Metropolitan Police het verkeer regelde, stond fotograaf Iain Macmillan bovenop een ladder en nam de beroemde foto van de bandleden, die over het zebrapad liepen, slechts een paar meter van de hoofdingang van EMI Studio, die later de Abbey Road Studio werd genoemd. De richting waarin ze liepen leek het einde van de Beatles te voorspellen. Ze kozen namelijk voor een foto waarop ze van de studio wegliepen. Ze vonden het niet leuk meer om daar te zijn.

De songs van Harrison, “Come Together” van Lennon, de medley van Abbey Road en de glanzende productie van Martin zorgden ervoor dat het laatste album van de Beatles als viertal hun opnamecarrière krachtig zou beëindigen. Womack schrijft: Toen Abbey Road klaar was dreven de Beatles steeds verder uit elkaar. John en Yoko stopten met heroïne, waarover Lennon het nummer “Cold Turkey” zou schrijven. Dit nummer werd afgewezen door zijn collega-bandleden als een potentiële Beatlessingle:

John Lennon: “Ik bood “Cold Turkey” aan de Beatles aan, maar ze waren er niet klaar voor. Toen ik het schreef, ging ik naar de andere drie Beatles en zei: “Hé jongens, ik denk dat ik een nieuwe single heb geschreven. Maar ze zeiden allemaal: ‘Ummmm … arrrr … ‘ Toen dacht ik: ‘Donder op, ik ga het zelf uitbrengen.’ Dus deed ik het als de Plastic Ono Band. Het maakt me niet uit hoe het uitgegeven wordt, als het maar uitgegeven wordt”, maar Lennon baalde ervan dat zijn zeer persoonlijke compositie zo gemakkelijk werd afgewezen door de andere Beatles als de basis voor een groepsproject.

Lennon begon muzikanten zoals Eric Clapton te vertellen dat hij van plan was de Beatles te verlaten. Hun manager, de beruchte Allen Klein, smeekte hem om zijn praatjes voor zich te houden zo lang hij opnieuw onderhandelde over hun contracten met EMI en Capitol Records.**
Tegelijkertijd begon Klein, om aan het Beatles-filmcontract met United Artists te voldoen, de documentaireopnames te bewerken, die gemaakt waren in het voorgaande jaar, van hun sessies voor een project dat oorspronkelijk “Get Back” heette en uiteindelijk de titel “Let It Be” kreeg. Zodra het duidelijk was dat de soundtrack de laatste nieuwe Beatlesplaat zou zijn, haalde Klein, met goedkeuring van Lennon, producer Phil Spector binnen om de tracks te produceren en Spector gebruikte zijn handelsmerk – de “wall of sound” – op “The Long and Winding Road”, wat McCartney woedend maakte.

In november 1969 schrijft Womack dat McCartney, toen hij de Beatles zag afzakken, in een diepe depressie verkeerde toen hij op zijn boerderij in Schotland woonde en citeert hem aldus:

“Ik maakte een moeilijke periode door. Ik vertoonde alle klassieke symptomen van de werkloze, de overbodige man. Ten eerste, je scheert je niet en dat is niet om een mooie baard te laten groeien, het is omdat het je geen fuck interesseert. Woede, diepe woede ontstaat. Ten eerste op jezelf en ten tweede op de hele wereld en terecht omdat ik door mijn vrienden werd genaaid. Dus ik heb me een tijdje niet geschoren. Ik stond niet op en als ik dan uit bed kwam begon ik meteen te drinken. Ik had het gevoel dat ik niet nuttig meer was.”

Voor McCartney betekende het dat hij geen uitlaatklep meer had. Hij zou zich later herinneren: “Het was goed toen ik in de Beatles zat. Ik was nuttig en ik kon basspelen voor hun liedjes. Ik kon liedjes schrijven voor hen om te zingen en voor mij om te zingen en we konden er platen van maken, maar op het moment dat ik niet meer bij de Beatles was, werd het heel moeilijk.”

McCartney begon uit die donkere periode te komen met een viersporenrecorder in zijn huis in Londen en hij begon met het opnemen van zijn eerste soloplaat met het Beatleswaardige klassieke nummer “Maybe I’m Amazed”. Om het te promoten schreef McCartney een interview met zichzelf, waarin hij sterk de indruk gaf dat de Beatles door hem uit elkaar waren gegaan:

Vraag: Is het waar dat Allen Klein noch ABKCO op enigerlei wijze betrokken zullen zijn bij de productie, distributie of promotie van dit nieuwe album?
PAUL: “Niet als ik er iets aan kan doen.”
Vraag: Heb je de andere Beatles en George Martin gemist? Was er een moment dat je dacht: ‘Ik wou dat Ringo hier was voor dit tussenstuk?’
PAUL: “Nee.”
Vraag: Aangenomen dat dit een heel groot hitalbum is, wil je er nog een doen?
PAUL: “Zelfs als dat niet zo is, zal ik blijven doen wat ik wil, wanneer ik dat wil.”
Vraag: Plan je een nieuw album of single met de Beatles?
PAUL: “Nee.”
Vraag: Is dit album een pauze van de Beatles of het begin van een solocarrière?
PAUL: “De tijd zal het leren. Als dit een soloalbum is, dan betekent het dat dit ‘het begin is van een solocarrière … Maar het is ook een pauze van de Beatles. Dus het is allebei.”
Vraag: Is de pauze met de Beatles tijdelijk of permanent vanwege persoonlijke verschillen of muzikale verschillen?
PAUL: “Persoonlijke verschillen, zakelijke verschillen, muzikale verschillen, maar vooral omdat ik het leuker heb met mijn gezin. Tijdelijk of permanent? Ik weet het niet echt.”
Vraag: Voorzie je een tijd waarin Lennon-McCartney weer actief gaan samenwerken voor het schrijven van liedjes?
PAUL: “Nee.”

Onnodig te zeggen dat het laatste jaar van het bestaan van de Beatles als groep een pijnlijke zaak was en de Beatles ver waren van een “Vaste Toestand”, nadat manager Brian Epstein stierf in 1967, maar Womack schrijft in levendige details, dat ze er op de een of andere manier in slaagden om hun enorme verschil opzij te zetten en op de best mogelijke manier uit elkaar te gaan en zoals talloze mensen hebben opgemerkt, is het misschien passend dat de groep, die de tijdsgeest van de jaren zestig definieerde, eindigde toen dat decennium eindigde. Hoewel ze het niet als titel van het album hebben gekozen, hebben de Beatles aan het einde echt een muzikael Everest beklommen.

(Bron: pjmedia.com)

(Vert: Albert Braam)

*Noot van de redactie: volgens diverse bronnen is het niet Ringo Starr die voorstelde ‘gewoon naar buiten te gaan en het Abbey Road te noemen’, maar Paul McCartney.

** Noot van de redactie: volgens diverse bronnen ‘smeekte hun manager, de beruchte Allen Klein, niet John om zijn praatjes voor zich te houden zo lang Klein opnieuw onderhandelde over hun contracten met EMI en Capitol Records’, maar om de verkoop van Abbey Road niet te beïnvloeden. Abbey Road kwam namelijk uit op 26 september 1969 en het nieuwe platencontract met EMI was al van kracht op 5 september 1969. Het moment dat John aan Eric Clapton liet doorschemeren dat hij van plan was uit de Beatles te stappen, was heel waarschijnlijk in het vliegtuig naar Engeland, terug van het concert van de Plastic Ono Band: Live Peace In Toronto – gehouden op 13 september 1969. Vermoedelijk was de vergadering bij Apple, waar John het ook aan de anderen bekendmaakte, in de (ruimgenomen) week van 15 september tot 25 september. Dit laatste is namelijk de opnamedag van “Cold Turkey”. Allemaal gebeurtenissen van ruim na de contractonderhandelingen.