The Beatles “De blauwe en de rode remasters”

BFNLAlbum recensies

Het waren een paar hectische weken die gedomineerd werden door The Rolling Stones, The Beatles en veel media-aandacht. Die begon met de luister-party van het nieuwe Stones-album in de Taverne in Bergen. Veel mensen vonden het blijkbaar vermakelijk dat de voorzitter van de Beatlesfanclub de krant haalde met het promoten van Stones muziek. Ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat ik ook alles van The Stones in de kast heb en ondanks scepsis vooraf kan ik niet anders dan concluderen dat ze met Hackney Diamonds een puik album hebben afgeleverd. Daar moet wel bij gezegd worden dat het beste nummer op de plaat gedreven wordt door Paul McCartney op bas.

Vervolgens bleek ik in Het Parool opgevoerd te worden als eikel-woordvoerder. Nu ben ik die genoeg in mijn leven tegengekomen maar het betrof hier de bosvruchten die John Lennon en Yoko Ono naar vele wereldleiders stuurden, in de hoop dat deze geplant zouden worden om uit te groeien tot vrede eiken. Ik was mij al niet (meer) bewust van het feit dat Koningin Juliana ze ontving, laat staan dat ik weet of ze ooit de grond in zijn gegaan. Maar nu het mij gevraagd is, laat de vraag mij toch niet helemaal los. Werden ze door een lakei direct in de vuilnisbak gegooid? Maakte Bernard er een poppetje van? We zullen het waarschijnlijk nooit weten.

Nauwelijks bekomen van de drukte rond The Stones diende zich de allerlaatste “nieuwe” single van The Beatles zich aan. De dagen voor en dag van release leek de telefoon niet stil te staan met vragen van kranten uit binnen- en buitenland en van radiostations. De onvermijdelijke vraag kwam: wat is jouw mening over Now and Then? Mijn antwoord dat ik de eerste luisterbeurt een emotionele ervaring vond werd in de Alkmaarse Courant vertaald als dat ik een traantje heb weggepinkt. Een ietwat vrije interpretatie die mijn snoeiharde imago in één klap onderuit heeft gehaald.

Ja, ik vind Now and Then (of Cow and Hen zoals het tegenwoordig in mijn hoofd zit) een ontroerend nummer. Niet dat ik het het allerbeste Lennon-nummer vindt – waarschijnlijk zou Lennon er nog wel aan gesleuteld hebben als zijn leven niet was beëindigd, maar het eindresultaat blijkt toch een oorwurm te zijn. De clip vind ik zelf wel wat over-sentimenteel maar dat zal wel samenhangen met dat keiharde karakter van mij.

En dan hebben we sinds vrijdag nog de nieuwe versies van de “rode” en “blauwe”. Het waren deze twee verzamelaars die de 14-jarige Ronny grepen – een kadootje van mijn zus en een beetje van mijn broer, die eigenlijk de blauwe kreeg maar meer interesse toonde in Lio met haar Amoureux Solitaire (ik kan hem niet eens ongelijk geven) dan in ons vrolijke viertal. De blauwe lag dus ook al snel op mijn kamer. Geen diefstal, want afgezien van een  ieders hart steel ik niet. En hij heeft hem dit jaar na zo’n 38 jaar lenen wel weer netjes terug gekregen.

Ter ere van hun 50-jarige jubileum zijn de rode en blauwe albums uitgebreid met ieder een bonusplaat. Maar nog belangrijker: voor zover ze niet al sinds 2017 onder handen waren genomen, zijn ze geremixt waarbij in een aantal gevallen met de MAL-software van Peter Jackson de afzonderlijke instrumenten zijn “losgetrokken” en ergens anders in het stereobeeld zijn gezet.

Ik heb het al vaker geschreven: ik juich nieuwe mixen altijd toe. De oorspronkelijke mix is ook maar een rekbaar begrip want niet alleen werden veel songs zowel in mono als stereo gemixt, veel landen kenden hun eigen mixen. Zelfs de Amerikaanse rode en blauwe zijn anders dan de Europese. En het is niet zo dat met het verschijnen van deze mixen de vorige versies uit mijn platenkast verdwenen zijn.

Voor een prachtige en volledig juiste analyse van de verschillen met de originele mixen verwijs ik naar de deze week verschenen lange aflevering van de briljante podcast Mixology. Kost je wel meer dan een uur maar zou mij eigenlijk een uur typen schelen. Nou goed. Aangezien ik toch al op dreef ben wat observaties.

Het grootste deel van de mixen vind ik een waardevolle toevoeging. Goed. Love Me Do en She Loves You klinken wat rafelig maar van beiden zijn de mastertapes verdwenen. En die vreselijk lelijke edit in She Loves You is nagenoeg niet meer te horen. Op de rode zijn er meer uitschieters naar boven dan naar beneden. Het intro van I Want To Hold Your Hand spat heerlijk uit de speakers en ook Day Tripper is een heerlijk log beest dat door de kamer kruipt. In We Can Work It Out daarentegen had het harmonium wel wat luider gemogen en Nowhere Man klinkt wat rommelig. Grootste punt van kritiek van mij is dat Beatles For Sale er met één nummer wel heel karig van af komt. Nota bene een favoriet van mij.

Op de blauwe staan minder nieuwe mixen, een groot deel was immers al onder handen genomen. De kans om het verdwenen zesde handklapje in Ob-la-di Ob-la-da (vergeef mij het gebrek iets zinnigs te doen met mijn leven) terug te plaatsen is helaas niet aangegrepen, maar dit nummer behoort toch niet meteen tot mijn favorieten. Er zijn technisch gezien wel drie van de geremixte versies iets veranderd want Dear Prudence en A Day in the Life hebben een schoon intro en Back in The USSR een schoon-outro.

I Am The Walrus heeft een compleet andere tweede helft, met name door nieuwe radioflarden. Ik ben geloof ik een van de weinigen die er niet veel bezwaar tegen heeft, al is het origineel erg met mij vergroeid. De gitaar op Magical Mystery Tour is wat luid en de blazers en bas vind ik juist wat wegvallen. Maar Revolution en Hey Bulldog maken veel goed.

Het meest keek ik uit naar mijn favoriete Beatlesnummer: Old Brown Shoe. Helaas vind ik nu juist de meest mislukte mix van de 75 nummers. Waarom valt de gitaar tussen 32 en 43 seconden weg? En waar in het origineel het vingervlugge loopje op gitaar van George ondersteund wordt door de bas (ook George), horen we nu vooral de bas. Ook de stemmen van John en Paul op het eind zijn al veel eerder te luid te horen en lang niet zo mooi als in het origineel en het heerlijke drum roffeltje op het eind – en niemand kan mij overtuigen dat Paul drumt in plaats van Ringo is ook meer weggemoffeld. En dan heb ik het nog niet eens over de rommelige zang van George die niet lekker synchroon meer loopt. Zo zie je maar, weet dat perfectie nooit verbeterd kan worden.

– Ron Bulters –