De Beatles hebben tijdens hun solocarrières met diverse mensen samengewerkt, en één beroemd samenwerkingsverband was dat tussen George Harrison en de Indiase muzikant Ravi Shankar. De Beatles gingen in 1970 uit elkaar, waarna ze nu en dan samenwerkten met beroemde artiesten. Paul McCartney deed dat met Michael Jackson en John Lennon en zijn vrouw Yoko Ono creëerden een grote hoeveelheid muziek. Een van de minst voor de hand liggende samenwerkingen was die tussen George Harrison en sitarspeler Ravi Shankar. Zoals bekend verbleven de Beatles een tijdje in India om spirituele kennis en verdere spirituele verbintenis op te doen. Die reis beviel hen echter niet zo heel erg goed en de bandleden hebben later hun gevoelens over de studie duidelijk gemaakt.
In februari 1968 vertrok de groep naar Rishikesh in India, om de Maharishi Mahesh Yogi weer te ontmoeten. Hij had een ashram in die stad, waar de Beatles naartoe gingen om drie maanden lang een meditatiestudie te volgen.
De bandleden spraken vrij openlijk over hun gevoelens over de retraite, die Paul McCartney later ‘een vergissing’ noemde. Hun tijd in India was echter wel zeer creatief en ze schreven er een groot aantal nummers, waarvan vele op het Witte Album,dat in november 1968 werd uitgebracht terechtkwamen. De band schreef tussen de 30 en 50 nummers volgens regisseur Paul Salzman, die er ook een tijdje verbleef. Enkele van die nummers waren Dear Prudence, Ob-La-Di, Ob-La-Da, Sexy Sadie en Helter Skelter.
Salzman herinnert zich dat John, Paul en Ringo samen probeerden een melodie te schrijven op de treden voor een huisje, wat later resulteerde in Ob-La-Di, Ob-La-Da. Hij zei over de mannen zelf: ”Lennon was het grappigst, met een ironische, plagende gevatheid. Starr leek erg rustig en nuchter. George was het stilst en degene die het meest beschikbaar was voor persoonlijke gesprekken en Paul was het vriendelijkste en speelse lid van de band. Ik heb ze maar acht dagen meegemaakt, maar het was allemaal erg magisch.”
Alhoewel het muzikaal gezien een geweldige tijd was, lijkt het erop dat de bandleden niet zo’n plezier aan de spirituele kant hebben gehad dan ze hadden verwacht. Volgens Jonathan Goulds boek Can’t Buy Me Love: The Beatles, Britain And America had Ringo problemen met het eten en ging hij na tien dagen weer weg en kreeg Paul genoeg van het mediteren en ging na een maand weg. John en George bleven langer, maar volgens Jonathans boek gingen zij weg toen er werd gezegd dat de Maharishi had geprobeerd vrouwen in de groep te verleiden.
Vooral George raakte geïnteresseerd in de Indiase cultuur en muziek en heeft samengewerkt met de sitarspeler Ravi Shankar. George en Ravi ontmoetten elkaar in Londen in juni 1966 en later in dat jaar ging George naar India om sitar te leren spelen van de meester. Documentairemaker Howard Worth filmde een groot gedeelte van deze ervaring en bracht in 1971 de documentaire Raga uit.
Ravi’s muziek werd populair door deze samenwerking, die ook het leven van George veranderde. Olivia, Georges weduwe, zegt over deze ontmoeting: ”Toen George Indiase muziek hoorde was dat echt de trigger, alsof er een bel in zijn hoofd rinkelde. Het wekte niet alleen het verlangen om meer muziek te horen, maar ook het verlangen te begrijpen wat de Indiase filosofie inhield. Het was een unieke afleiding.” In 1971 speelde Ravi tijdens het Concert For Bangladesh en in dat jaar werkte het stel veel samen. Shankar nam in 1973 Family & Friends op en tourde door Amerika en Europa samen met het Muziekfestival Van India. Daarnaast schreef Ravi een tweede autobiografie over hun tijd samen, met George als editor.
In 2010 kwam een colloboratie-boxset met cd’s uit, met onder meer hun werk samen vanaf de jaren 70 en nog nooit eerder uitgebrachte muziek uit hun latere carrière.
(Bron: express.co.uk)
(Vert: Liesbeth te Boekhorst)