Voor De Vuist Weg

BFNLBFNL Columns, Then There Was Music

Hij zat in het onderwijs en was op woensdagmiddagen vrij. Dat waren de middagen waarop hij af en toe op bezoek kwam. Vroeg kalend droeg hij zijn haar, zoals wel meer kale mannen in die tijd, aan de linkerkant zo lang dat het als het vrij hing met gemak zijn schouder raakte. De ‘overlengte’ werd over zijn glimmende schedel geveegd om deze aan het zicht te onttrekken. Het resultaat liet te wensen over; hij was en bleef duidelijk zichtbaar kaal. Het gebaar waarmee hij het meerdere keren per uur ‘in model’ streek zat, net als al zijn bewegingen ergens tussen elegantie en arrogantie in.

Elke keer als hij bij ons op bezoek was kroop hij achter de piano. Hij kende drie deuntjes en die werden telkens weer in dezelfde volgorde afgewerkt. Als de broer van mijn moeder al les had gehad, heeft dat niet lang geduurd. Zijn ‘privéconcertjes’ stopten abrupt toen iemand in huis een grap over zijn spel maakte. Iets in de trant van: ‘Ah, alweer een heel nieuw repertoire’.

Ik neem aan dat we destijds meerdere keren bij hem in de stad op bezoek geweest zijn, maar ik kan me maar één bezoekje herinneren. Nu ik erover nadenk: ik herinner me van het eigenlijke bezoek helemaal niets. Ik weet alleen dat we op een gegeven moment de stad in gingen, alwaar natuurlijk een platenzaak zat. Een winkel die zich bewust was van prioriteiten, want door de deuren binnenkomend, hoefde je alleen maar rechtdoor te lopen om tegen de wand die bij binnenkomst al te zien was alles van The Beatles, John, Paul, George én Ringo te zien staan. Zo hoorde dat!

Ik had geld voor één lp, maar er stonden er twee die ik nog niet had. Sterker nog: ik had ze zelfs nog nooit ergens zien staan. Red Rose Speedway (Paul McCartney & Wings) stond er en het nieuwe album van Ringo Starr: Rotogravure. Stress dus. Een eindeloos ‘deze.., nee toch deze.., of misschien toch….’ Vanwaar die twijfel? Was een matig McCartney-album niet te prefereren boven eender welk Ringo-album?

Ringo was kort voor ons bezoek aan mijn oom op de Nederlandse tv geweest in ‘Voor de Vuist Weg’. Nadat hij zich door de begintune ge(t)rommeld had, werd hij geïnterviewd door Willem Duys. Ringo was denk ik dronken. Het interview stelde in ieder geval niet veel voor. Duys lachte constant. Hij probeerde waarschijnlijk de indruk te wekken dat het hilarisch was, maar eigenlijk was het triest. Net zo triest als de met Tonny Eyk meespelende Starr. Hij gaf tijdens het ‘interview’ ook wel toe dat dit niet zijn muziek was. Iets in de trant van ‘I’m the best drummer in the world, but not for this kind of music.’ O ja, de stropdas van Duys sneuvelde ook nog en dan die noodzaak voor Duys om het ontbreken van ondertitels te compenseren door tussentijdse halfslachtige vertalingen. Als er al tempo in het gesprek leek te komen, verdween dat met elke vertaling weer. Ik heb het een paar jaar geleden nog een keer bekeken op YouTube. Het bleek echt zo gênant als het zich hier laat lezen, maar destijds, voor een kritiekloze fan als ik: een Beatle op de Nederlandse tv, mooier zou het voorlopig niet worden. Mijn week was geslaagd.

De volgende dag op school vroeg ik een vriend of hij ‘De Vuist’ had gezien en ja hoor: ook hij vond de uitzending geweldig. Toen ik begon over Ringo keek hij me verbaasd aan: ‘Ringo? Nee joh, dat was waardeloos, maar die inbreker met zijn thermische lans! Wat een verhaal. Geweldig!’

Dus daar stond ik in Hengelo met keuzestress: mijn meest favoriete Beatle Paul aan de ene kant met weliswaar niet zijn beste album, maar toch en aan de andere kant de Beatle die mij solo het minst interesseerde, maar ja, hij was net op tv geweest en ook niet onbelangrijk: op de achterkant van de hoes van zijn album stond een foto van de deur van het Apple-gebouw.

Een deur die door fans na elke verfbeurt weer ondergekliederd werd met uitingen van liefde en adoratie. Bij alle onzin tijdens het gesprek met Duys was Ringo er wel in geslaagd om daar iets samenhangends over te vertellen. Het was de eerste keer dat ik hoorde over die deur, dus de foto daarvan was een sterk pluspunt voor dit album. In een tijd waarin Beatlesfilmpjes goud waard waren, was elke foto die een stukje Beatlesgeschiedenis weergaf toch minstens zilver.

Ringo is altijd erg handig geweest in het genereren van commerciële aandacht voor nieuwe producten door gebruik te maken van zijn verleden. Op veel (latere) albums staan songs over Beatlesgerelateerde zaken. Ook in interviews ten behoeve van de verkoop van een album mijdt hij het verleden niet. Voor mij als idolate, puberale fan werkte het in ieder geval zoals bedoeld: een foto van een deur en ik was verkocht.

Dichter bij een reünie kon je niet komen.

Wat Rotogravure ook de moeite waard leek te maken was het feit dat de andere drie Beatles, net als een paar jaar eerder voor het album ‘Ringo’ hun oude makker terzijde stonden. Dichter bij een reünie kon je niet komen. Harrison speelde weliswaar niet mee, maar hij droeg wel een song aan.

Na lang wikken en wegen heb ik ervoor gekozen Ringo’s album te kopen waardoor Paul bleef staan. Mag ik zeggen dat ik thuis gekomen vrij snel spijt had van mijn keuze? Los van de kwaliteit van het materiaal: in die tijd ontbrak de mogelijkheid om Ringo’s intonatie te corrigeren waardoor zijn zang zelden zuiver was. Dat begint toch vrij snel te irriteren. Mede daardoor is het één van de vergeten albums in mijn kast. Het staat er, maar meer ook niet. Red Rose Speedway heb ik, toen ik weer geld had, zo snel mogelijk bij mijn zaak in Winterswijk besteld. Het grappige was dat, toen dat album eindelijk tussen de andere lp’s stond, ik ook dat niet zo heel erg goed vond. Ik had in de winkel eindeloos staan dubben terwijl het achteraf lood om oud ijzer was.

Althans, dat vond ik destijds. De laatste jaren luister ik met regelmaat naar Red Rose Speedway. Ik heb er inmiddels een zwak voor gekregen. De medley waarmee het album eindigt vind ik een draak, maar alles wat daarvoor komt heeft wel een bepaalde charme en is bij vlagen zelfs erg goed. De onlangs verschenen reconstructie van het oorspronkelijk geplande dubbelalbum heeft misschien zelfs een nog grotere charme.

Heel af en toe is de herinnering aan de aanschaf van een album mooier dan het album zelf en daar is niets mis mee. Zolang het maar heel af en toe is.

Ton Steintjes