Eric Clapton heeft meerdere keren voorgesteld om de McLaren F1 van George Harrison over te nemen, maar hoe dan ook is die tot op heden nog steeds eigendom van Harrisons familie. We praten vaak over de auto’s van beroemdheden met een absurde overdadige levensstijl zoals Kylie Jenner’s G-Wagon, of de Corvette van Paul McCartney, maar je ziet op z’n minst twintig Mercedessen op weg naar je werk (200 wanneer je in de stad woont) en twee keer zoveel Chevy’s… Dus moeten we wat dieper graven, of niet?
Misschien dat bij een Lamborghini, Ferrari, of Porsche je hart een sprongetje maakt en zeker weten dat een van deze glorieuze merken onze kandidaat is, toch? Niet dus.
Stel je voor dat er een auto is waar je er nooit 200 van ziet omdat er domweg geen 200 van bestaan: kleine kans dat je er ooit een ziet dus. Natuurlijk heb ik het over de oh-zo-heilige McLaren F1, de exclusieve auto van exclusieve autoclubs.
Je kunt altijd op een Beatle rekenen als het om interessante auto’s gaat, maar daar waar McCartneys Corvette een verrassend goedkope keuze is, is Harrisons voorkeur voor de F1 er eentje met meerdere nullen in de prijs. Jay Leno, Ralph Lauren, Rowan Atkinson (Mr. Bean) en zelfs koninklijk bloed zoals de Sultan van Brunei hebben er een. De sultan had in totaal tien F1’s waaronder vijf Road Car’s, drie van de zes LM’s ooit gemaakt, één van de drie GT’s ooit gemaakt en één van de 28 GTR’s ooit gemaakt – waarvan de meesten nooit een kilometer op de teller hadden.
Harrison daarentegen was een bescheiden man (in relatie tot de rijken) en had genoeg zelfbeheersing om er maar één te kopen, die, net zoals alle andere klanten die een F1 kochten, geheel naar zijn wensen werd samengesteld. In George zijn geval was dat donkerpaars parelmoeren lak en satijnzwarte velgen.
Eric Clapton, een van de beste gitaristen van de wereld, bekend van zijn rol in bands als Cream, Derek And The Dominoes, The Yardbirds en Blind Faith maar ook van zijn succesvolle solocarrière, was jarenlang een goede vriend van George Harrison, vanaf eind jaren zestig tot het einde van Harrisons strijd tegen kanker in 2001. Dit betekende dat Eric altijd wist waar George mee bezig was, of het nu een nieuwe plaat was of een nieuwe auto. Klaarblijkelijk had Clapton de hype om de toen nieuwe McLaren F1 (1992) meegemaakt en wist hij van de koop van George in ’94 via CarKeys.
Toen George de mooie ‘Road Car’ eenmaal in zijn bezit had, bood Clapton in de volgende vijf jaar meerdere keren aan hem over te nemen, maar zonder succes. Waarschijnlijk wilde George hem niet aan Clapton verkopen, niet omdat hij hem liever op een veiling voor meer geld weg wilde doen, maar vanwege zijn eindeloze adoratie voor de auto. Het gerucht gaat dat George de kantoren van McLaren regelmatig, maar beleefd lastigviel, toen zijn auto werd gebouwd, om te vragen wanneer hij klaar zou zijn en kort daarna werd hij geleverd. Vanaf het prille begin was George geobsedeerd door zijn F1, zo erg dat de familie hem heeft gehouden en nog steeds bezit, twintig jaar na zijn dood in 2001. Sorry Eric.
(Bron: hotcars.com)
(Vert: Trix van Twist)