Waarom sommige critici aanvankelijk ‘Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band’ van The Beatles verafschuwden

WebmasterNieuws

Criticus Richard Goldstein noemde ‘Sgt. Peppers Lonely Hearts Club Band’ van The Beatles onbeschaamd “een verzameling onbeduidende werken” – maar hij was niet de enige die het project bekritiseerde.

Als schrijver voor de New York Times in 1967, had Goldstein enkele weken nadat het album uit kwam op 1 juni 1967, feitelijk lovende worden over voor het epische sluitstuk van The Beatles ‘A Day in the Life’, dat hij “een van de belangrijkste Lennon-McCartney composities” en “een historische popgebeurtenis” noemde. De rest van Sgt. Pepper liet hem echter koud.

“De stijl is een karikatuur van dissonantie en weelderigheid,” zei Goldstein destijds. “De sfeer is vriendelijk, zelfs nostalgisch. Maar, net zoals de hoes, is het algehele effect druk, hip en rommelig. Zoals een kind dat teveel aandacht krijgt, is Sgt. Pepper verpest.”

Terwijl de meeste kritieken toch de andere kant op gingen, werd Goldsteins openlijke stellingname een van de meest beruchte van alle rock kritieken – een voorbeeld, zo leek het geruime tijd – van een individu die het allemaal verkeerd zag. Maar er waren ook altijd anderen – waaronder Nik Cohn. “Het was niet snel, flitsend, seksueel, luid, vulgair, monsterlijk of geweldadig,” schreef hij in een eigentijds stuk voor Pop From The Beginning. “Het was niet mytisch.”

Zelfs enkele critici die er de loftrompet over afstaken, zoals Greil Marcus van Rolling Stone, hadden de neiging om er onderweg een dubbelzinnig compliment aan toe te voegen. “Sgt. Pepper, als de briljanste georkestreerde manipulatie van een cultureel publiek in de popgeschiedenis, was niets minder dan een kleine pop explosie in en van zichzelf. De muziek was geen hogere kunst; de gebeurtenis, in zijn intensivering van het vermogen om te reageren, was dat wel.”

Onder de uitschieters is ook Jim DeRogatis, pop criticus voor de Chicago Sun-Times: “The Beatles hadden ons 39 minuten en 52 seconden aan vrij onopvallende, simpele muziek gegeven,” zo schreef hij in 2004, “met een centraal thema dat conservatief, reactionair en retrogressief is.” Richard Smith van The Guardianzegt Sgt. Pepper is “een pijnigende les in oriëntalisme, waarom het theater is uitgestorven, waarom het aan drugs geen goed idee is om platen te maken en waarom je Ringo Starr geen nummer zou moeten laten zingen.” Keith Richards, zowel een tijdgenoot als oude Bealtes rivaal, gaf het de memorabele beschrijving van “allegaartje van rommel.”

 Toch blijft de recensie van Goldstein de meest geciteerde kritiek op een voor het overige uitgebreid  gevierd album. De kans die hij een paar weken later in 1967 in een artikel in The Village Voice kreeg om er op terug te komen liet hij liggen, Goldstein bleef bij zijn mening.

“Als de listen en de trucs van de productie van het album niet langer ongewoon lijken en de composities zijn gestript tot op hun muzikale en tekstuele essentie, zal Sgt. Pepper de uitschieter van The Beatles blijken – een uitwerking zonder verbetering,” zei hij. “In Revolver vond ik een complexiteit die verbazingwekkend was in zijn vernuft, zijn vernieuwing en inlevingsvermogen. Ik noemde het een complex meesterwerk. Maar in Sgt. Pepper bespeur ik een nieuwe afstand, een sarcasme onder het mom van hip.”

Robert Christgau kwam zijn collega critici te hulp in een artikel voor Esquire in december 1967 – en ook hij uitte zijn reserveringen over het album.

“Goldstein was teleurgesteld over Sgt. Pepper,” zei Christgau. “Na een kort moment van paniek was ik dat niet. In feite was ik erdoor in vervoering, hoewel dat gevoel wel wat is afgesleten. En dat is nu net het punt. Goldstein kan het best verkeerd gezien hebben, maar hij zat er niet zo ver naast.

Sgt. Pepper is niet het meest perfecte kunstwerk ter wereld. Maar dat is wel de veronderstelling van de fans van de Beatles, dat hun idolen precies dat moesten maken.”

Robert Hilburn, die in 1987 op het album terug blikt in de Los Angeles Times, sloot zich aan bij de 20 jaar oude recensie van Goldstein. “Sgt. Pepper was een monumentale mijlpaal in de popcultuur, op het hoogtepunt van het incasseringsvermogen van een generatie die kampt met de veranderende sociale orde,” schreef hij. “Als zodanig blijft het werk een mijlpaal en een essentieel onderdeel van elke rock verzameling. Puur op muzikaal niveau echter, zijn de meeste nummers op Sgt. Pepper precies zoals Goldstein zei: ‘onbeduidend’.

Pas later, in zijn verhandeling Another Little Piece of My Heart, biechtte Goldtein op dat van de stereo die hij had gebruikt voor die aloude recensie de linker speaker kapot was. “Dat is kl—te,” kaatste Christgau de bal terug in een gesprek met de Washington Post in 2017. “Als je stereo niet werkt kun je geen oordeel geven over een plaat, zeker niet zo’n belangrijke plaat.”

Goldstein weigerde echter om zijn installatie de schuld te geven van zijn negatieve reactie op Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band. “Hij sloeg bij mij niet aan, omdat de plaat geen echte rock was. Hij paste in geen enkel genre dat ik kon bedenken, dus ik wist ook niet hoe ik ernaar moest luisteren. Ik denk dat ik nog erg strikt was toen ik dat album beoordeelde. Ik ben nu veel minder rechtlijnig als het over muziek gaat, en dat geldt volgens mij ook voor de meeste muziekliefhebbers,” zei Goldstein tegen Rolling Stone in 2015. “Het kwam op mij chaotisch over en onsamenhangend, te pronkerig en zo. Er zijn mensen die denken dat ik gelijk had, en misschien was dat ook wel zo. Ik weet het niet. Er is geen gelijk of ongelijk als het over een stuk muziek gaat. Er is alleen de eensgezindheid.”

De eensgezindheid is dat Sgt. Pepper het grootste rockalbum is dat ooit gemaakt is. Toch is Hilburn daar in de vergane decennia ook niet meer zo zeker van. “Waar het album ooit een cultuur leek te definiëren, staat het nu voor een rariteit uit een vervlogen tijd,” zei hij. “Net zo belangrijk, de vernieuwing – die honderden andere bands inspireerde om veel creatiever en doelgerichter te denken (een gemengde zegen gezien de arrogantie van de progressieve rockbeweging in de vroeg ’70-er jaren) – camoufleert niet langer de zwakheid van het materiaal.”

Hij vindt dat het album overeind blijft met sterk materiaal, maar is vooral kritisch over de zeven nummers tussen ‘Fixing a Hole’ en ‘Good Morning Good Morning’,” die volgens zijn omschrijving de langste opeenvolging van middelmatig materiaal representeren, die The Beatles ooit aan het vinyl hebben toevertrouwd.”

Hilburn gaat vervolgens dieper in op een van de meest controversiële erfenissen van het project. “Sgt. Pepper, ondanks als het spektakel, klinkt te kunstmatig en geforceerd, terwijl het beste van het briljante vroege werk van The Beatles juist zo spontaan en levendig had geleken,” voegde hij er aan toe. “Afgezien van de genoemde hoogtepunten is er gewoon te weinig besef van echte mensen en echte gevoelens, er is teveel aandacht voor de techniek – wat zou kunnen verklaren waarom de progressieve rock beweging, die door het album beinvloed werd, zelf zo vruchteloos was.”

(Bron: ultimateclassicrock.com)

(Vert: Marijke Snel – Van Asperen)