Waarom toetsenist Billy Preston bekend werd als de ‘vijfde’ Beatle

BFNLNieuws

Preston, die op Let It Be meespeelde, is de enige muzikant die genoemd wordt op een Beatles-label. The Beatles deelden niet vaak het voetlicht met andere artiesten, maar op de legendarische single Get Back staat een vijfde naam tussen die van de Fab Four: Billy Preston.

‘Er waren diverse nummers waar niet veel mee gebeurde, van George, van John, van Paul, en van Ringo en opeens was daar Billy en hij strooide met lijm en glitter en het voelde gewoon goed’, zei Joyce Moore, lange tijd bevriend met Preston en diens voormalige manager.

De periode die Preston bij de band doorbracht is te bekijken in de nieuwe documentaire van Peter Jackson, The Beatles: Get Back. Deze laat het ontstaan van het album Let It Be zien met materiaal dat in 1970 was opgenomen.. George Harrison nodigde hem uit zich bij de band te voegen toen ze voor het album aan het repeteren waren, nadat hijzelf tijdelijk uit de groep was gestapt. ‘Gods wegen zijn ondoorgrondelijk en timing is alles. Het bleek dat ze een toetsenist nodig hadden en ze waren aan het bedenken wie ze daarvoor konden vragen’, zei Joyce Moore.

Op tournee met Little Richard
´Voordat hij bij sommigen bekend werd als de vijfde Beatle was Preston een virtuoos kind, aldus Moore. Met drie jaar kon hij pianospelen, zegt ze. Met negen jaar trad hij op in het Victory Baptist Choir in Los Angeles, en hielp hij met het dirigeren. In die tijd werd hij ontdekt door een casting-regisseur voor de film St. Louis Blues, over de bluescomponist en -muzikant W.C. Handy. Hier was dat kleine kind in zijn koorhemd dat zijn kunsten liet zien, niet opschepperig of zo, maar hij was gewoon Billy’, zei Moore. Hij kreeg gelijk de rol van Handy als kind.

Zijn sterrenstatus kwam pas jaren later. Op zestienjarige leeftijd werd Preston in het begin van de jaren ‘60 door soul- en funkzanger Little Richard gevraagd hem te begeleiden tijdens zijn tournee in Hamburg. The Beatles waren de openingsact voor Little Richard in de Star Club in Hamburg, waar hun carrière van de grond kwam. Alhoewel Preston van Richard niet mocht jammen met de vier Britten, waren de muzikanten ongeveer van dezelfde leeftijd en vormden ze backstage een hechte vriendschap, die volgens Moore door eten werd verstevigd.
‘Omdat ze de openingsact waren, kregen The Beatles niet te eten’, herinnert ze zich ‘en toen Billy zich realiseerde dat hij zoveel eten als hij wilde uit de keuken kon bestellen, bestelde hij elke avond vier of vijf biefstukken en een berg gebakken aardappelen en groenten en toetjes, noem maar op. Je weet wat ze zeggen: de liefde van de man gaat door de maag’, zei ze. ‘Wel, hij wist ze allemaal voor zich te winnen.’

Speelde met diverse muzikanten van Sam Cooke tot The Rolling Stones
Preston voegde zich in 1969 weer bij The Beatles, toen de vier aan het repeteren waren voor Let It Be. De toetsenist was in Londen voor optredens met Ray Charles en Harrison had hem backstage ontmoet. The Beatles vroegen hem te komen kijken in de repetitieruimte van Apple Records. ‘Het ging niet om de muziek. Het was gewoon, hé, kom even langs om gedag te zeggen. Ze zullen je graag even willen zien’, zei Moore. Het lot wilde dat de band een toetsenist nodig had en Preston was daar geknipt voor. Later zou hij met de band optreden op het dak van Apple Records. ‘Het klopte gewoon’, zei ze. ‘Vier werden er vijf.’

Zijn soloalbums kregen goede kritieken en zijn hit Outa-Space uit 1971 ontving een Grammy. Preston overleed in 2006 na een nierziekte waarbij hij maanden in coma lag. Moore zegt dat zijn werk in The Beatles: Get Back getuigt van zijn impact op de muziek van The Beatles en op de band zelf, die hem had uitgenodigd. ‘Voor mij breekt er een stukje van mijn hart. Ten eerste omdat Billy er niet meer is om hiervan te genieten en ten tweede door mij echt te realiseren hoe belangrijk zijn rol was voor die jongens en de liefde en het respect die ze voor hem hadden.’

(Bron: cba.ca)
(Liesbeth te Boekhorst)