Yesterday: hoe McCartney Mantovani versloeg

BFNLBDJ´s Cellar Full Of Remixes, BFNL Columns

McCartney zong Yesterday begeleid op zijn Epiphone Texan-gitaar op de avond van 14 juni 1965. Een partituur voor strijkkwartet – George Martins eerste grote bijdrage aan de begeleiding van The Beatles – werd drie dagen later ingespeeld.

Een strijkkwartet in de popwereld van die tijd was nogal uitzonderlijk. Het was met Yesterday dat George Martin het tijdperk van de ‘2 gitaren + bas + drums‘ achter zich liet en iets experimentelers ging doen.

DE OPNAMES VAN YESTERDAY
Helaas was de opname van Yesterday nog steeds erg gericht op MONO. De STEREO-mix van Yesterday heeft de gitaar uiterst links en het strijkkwartet uiterst rechts. Dit zorgt voor een ongemakkelijke luisterervaring. Daarom presenteren we hier een meer gebalanceerde stereoversie van Yesterday, met het strijkkwartet in stereo. Veel werk geweest voor de BDJ Spectrale Demuxers, aangezien er geen stereo-opname van het strijkkwartet ontsnapt is uit de EMI-archieven. We dachten dat we Tony Gilbert, Sidney Sax (violen), Kenneth Essex (altviool) en Francisco Gabarro (cello) eer zouden bewijzen door ze toch in glorieus stereo weer te geven.

We kunnen het strijkkwartet zo beter horen; ze moeten spelen terwijl ze luisteren naar de opnames van zang plus gitaar van drie dagen eerder en op sommige momenten spelen ze een beetje uit de pas, maar het mooie arrangement (partituur van George Martin) maakt deze onvolkomenheden ruimschoots goed.

Het hoogtepunt van het arrangement is de kleine cellofrase in de middle eight (1:25 – 1:27) en de aanhoudende viooltoon (1:40 – 1:50) in het slotvers en dat moet ergerlijk zijn geweest voor de arme George Martin; het is McCartney die de cello- en de vioolfrase toevoegt! Zonder twijfel frustrerend, aangezien Martin muziek had gestudeerd aan het conservatorium en een ervaren arrangeur was. McCartney kan op dat moment geen muziek lezen en heeft nog nooit eerder een strijkkwartet geschreven …

HET STRIJKKWARTET IN DE POPMUZIEK
Dit is de eerste keer dat een klassiek ensemble te horen is op een Beatlesplaat, maar hoe revolutionair is dit idee? Het is zeker niet de eerste keer dat een strijkkwartet op een popplaat te horen is. In 1958 is Buddy Holly de eerste popartiest die strijkers gebruikt op de single ‘True Love Ways’ en ‘It Doesn’t Matter Anymore’.

The Beatles namen verschillende nummers van Buddy Holly op en McCartney kocht later de rechten voor Holly’s liedjes, maar in 1965 hoorde je geen strijkers in de Engelse hitparades.

De populaire artiesten waren Bob Dylan, The Animals, The Zombies, The Troggs, Moody Blues, Rolling Stones, Cliff Richard, Hollies, Byrds. Zij scoorden hun hits zonder strijkers. Voor strijkers moest je bij de wat ‘oudere’ pop zijn: Fats Domino en The Seekers gebruikten wel strijkers (Walking To New Orleans).

In 1965 komt een LP uit van de pianist Floyd Cramer, waarop hij strijkers gebruikt bij zijn coverversies van de Beatleshits I Feel Fine en I’ll Follow The Sun. Vormen die de inspiratie voor George Martin om ook strijkers te gebruiken bij Yesterday?

HET SCHRIJVEN VAN DE PARTITUUR
George Martin is ooit een student op de hobo geweest van de moeder van Jane Asher (lange tijd de vriendin van Paul); Martin is als pianist afgestudeerd aan de Guildhall School of Music, maar is niet succesvol als klassiek pianist. Pas later scoren orkestrale ensembles voor popmuziek; niet alleen Yesterday en Eleanor Rigby, maar ook voor films als A Hard Day’s Night, Yellow Submarine en Live And Let Die.

George Martin komt op het idee om een strijkkwartet te gebruiken op Yesterday, iets heel klassieks. De bezetting van een strijkkwartet bestaat uit: twee violen, altviool en cello. Instrumenten met ongeveer hetzelfde timbre, alleen spelend in verschillende registers (toonhoogtes). Anders dan combinaties van blaasinstrumenten, klarinet en fagot om maar wat te noemen, die heel andere karakters hebben.

Martin nodigt vervolgens McCartney uit om mee te werken aan de partituur voor Yesterday. De volgende dag, 15 juni 1965, ontmoeten Paul en George Martin elkaar bij Martin thuis. Zoals Paul zich herinnert: “We zouden bij elkaar gaan zitten en het zou vrij eenvoudig zijn omdat ik een goed idee had van hoe ik het wilde uiten. Of George liet me mogelijkheden zien: heel ver uit elkaar of heel grof en heel dichtbij en we zouden kiezen. Hij zei: ‘Dit is de manier om de harmonie technisch te bereiken’ en ik ging daar vaak tegenin. Ik dacht: ‘Nou, waarom zou er maar één goede manier zijn om het te doen?” Paul vervolgt: “Er was één punt in waar ik zei: ‘Zou de cello nu een beetje bluesachtig kunnen spelen, uit het genre, niet in overeenstemming met de rest van de stemmen? George zei: ‘Bach zou dat zeker niet hebben gedaan, Paul, ha ha ha.’” Paul zei: “Geweldig! Dus ik plaatste een 7e erin, wat ongehoord was. Wij noemden zoiets een blue note en dat werd een beetje bekend. Het is een van de ongebruikelijke dingen in dat arrangement.”

“Paul heeft met mij aan de partituur gewerkt”, herinnerde George zich. “Hij hield ook van het idee om in de laatste sectie de zeer hoge noot op de eerste [bovenste] viool vast te houden. Eerlijk gezegd vond ik dat een beetje saai, maar ik ging akkoord met zijn verzoek. De rest van het arrangement was vrijwel van mij.” Toen ze hun werk hadden voltooid, tekende Paul haastig ‘door Paul McCartney, John Lennon, George Martin, Esq. en Mozart’ in de oorspronkelijke partituur.

Zoals beloofd, zorgt George op de middag van 17 juni voor een strijkkwartet om mee te doen met de Beatles in Studio 2. George heeft vier sessiespelers van het Top Of The Pops-orkest geboekt, met Tony Gilbert en Sidney Sax op viool, Kenneth Essex op altviool en Francisco Gabarro op cello.

NORRIE PARAMOR, MANTOVANI; NEE!
In eerste instantie heeft McCartney sterk bezwaar gemaakt tegen het spelen van violen op zijn liedje; Paul zei: “Wat … Norrie Paramor-gedoe? Mantovani? Nee! “

Een mooie hartenkreet, maar wie is deze Norrie Paramor?

Paramor wordt in 1952 producer in Abbey Road Studio’s voor Columbia Records (een label van EMI). Hij produceert o.a. in 1953 de Zwitserse compositie Oh, Mein Papa, die de eerste million seller van het Columbia-label en de Abbey Road Studio’s wordt.

Er bestaat concurrentie op zoek naar geschikte Britse rocksterren tussen Paramor en George Martin, die gelijktijdig de producer is bij het zusterlabel Parlophone (ook van EMI). Paramor is daar meer succesvol in, totdat Martin The Beatles contracteert. Vanaf 1958 produceert Paramor Cliff Richard. Hij produceert voor Cliff Richard in totaal 62 singles en 24 LP’s.

Paramor komt ook op het idee om The Shadows als instrumentale band zelfstandig op de markt te brengen. In totaal produceert hij 30 singles met de Shadows, waaronder vijf nummer -1’s in de hitparades. Maar het blijft zeker niet bij Cliff Richards en The Shadows.

MONDHARMONICA in LOVE ME DO
Frank Ifield, komt in november 1959 naar Londen en tekent een contract bij Columbia Records. Paramor schaaft geduldig aan de eerste tophit, die in mei 1962 tot stand komt met I Remember You.

Luister eens naar het intro met mondharmonica, het ritme en de ritmeversnelling in de middle eight en bedenk dan dat I Remember You in mei 1962 uitkomt en Love Me Do pas later, in oktober…

Frank Ifield ontmoet Brian Epstein terwijl hij in oktober bij het Liverpool Empire werkt. Epstein speelt het net nieuwe Love Me Do singletje en Ifield is behoorlijk onder de indruk. Hij zegt dat het niet te veel verschil van zijn eigen stijl…

FRANK IFIELD EN THE BEATLES
Het resultaat van de ontmoeting is dat The Beatles worden geboekt om te verschijnen op Frank Ifields show in de Embassy Cinema in Peterborough in december 1962. Voorwaarde is dat de groep tien minuten lang gratis verschijnt op elk van de twee shows, zodat hij ze zelf kan beoordelen. Frank Ifield vindt hun act – ondanks het hoge volume – erg goed en hun persoonlijke charme aanstekelijk. Helaas lukt het hen niet om dat charisma over te brengen op het publiek. Het publiek schreeuwt en roept ‘ga weg, rotzooi’ enz. Zoals een lokale krant bericht: “De opwindende Beatles-rockgroep kon me eerlijk gezegd niet boeien. De drummer dacht blijkbaar dat het zijn taak was om te leiden, niet om voor ritme te zorgen. Hij maakte veel te veel lawaai en in hun laatste nummer Twist And Shout klonk het alsof iedereen meer geluid probeerde te maken dan de anderen. In een mildere bui was hun A Taste Of Honey veel beter en Love Me Do was draaglijk …“

Zoals we nu weten komt het succes voor The Beatles kort daarna; hun tweede single Please Please Me snelt de hitlijsten op, op een gegeven moment delen ze de nummer-één-positie met Frank Ifields Wayward Wind. Een tijdlang lijkt het erop dat Please Please Me The Wayward Wind van de top van de Britse hitlijsten zal houden, maar wanneer het uiteindelijk toch gebeurt wordt Frank Ifield de eerste artiest die ooit drie opeenvolgende nummer-één-hits in Groot-Brittannië heeft en ook wordt beloond met drie gouden platen in een jaar tijd! Daar kunnen The Beatles dan nog niet aan tippen.

Paramor en Ifield zijn The Beatles ook voor in de Verenigde Staten; tot die tijd hebben Britse artiesten weinig succes bij het veroveren van de Amerikaanse platenmarkt. De platen van Frank Ifield worden eerst op Capitol uitgebracht, maar Norrie Paramor is niet gelukkig met hun promotie en denkt dat ze beter af zullen zijn bij een kleiner, maar actiever label. Vee-Jay brengt de LP Meet Frank Ifield uit en het is meteen een groot succes.

Dit in tegenstelling tot The Beatles; hun eerste twee Amerikaanse single-releases op het Vee-Jay-label, Please Please Me en From Me To You en het daaropvolgende album Introducing The Beatles floppen allemaal.

Pas in 1964 komt voor hen het succes wanneer Capitol Records Meet The Beatles uitbrengt met daarop I Want To Your Hand. Vreemd genoeg verschijnen The Beatles en Frank Ifield in dat jaar op dezelfde LP! Wanneer Vee-Jay beseft dat ze een succesvolle act hebben verloren, ondernemen ze snel verschillende pogingen om het geldverdienende potentieel van de nummers waarvoor ze nog de rechten hebben, te maximaliseren. De eerste hiervan wordt in februari 1964 uitgebracht onder de titel Jolly What! The Beatles And Frank Ifield On Stage. Het meest merkwaardige aan de titel is dat geen van de nummers live-opnames zijn. In feite bestaat het uit de eerste twee singles van The Beatles en acht nummers van Frank; al zijn Amerikaanse hits tot die datum.

PARAMOR PRODUCEERT McCARTNEY
The Scaffold was een komisch trio dat enige tijd door George Martin geproduceerd werd, zonder groot succes. In 1968 nam Paramor The Scaffold over en produceerde meteen hun grote hit Lily The Pink, wat miljoenen exemplaren verkocht en een van de leden van The Scaffold was ‘Mike McGear’, de broer van Paul McCartney. Zo heeft Paramor dus ook een McCartney geproduceerd!

WIE WAS DE GROOTSTE; PARAMOR OF MARTIN?
Norrie Paramor produceerde in de Abbey Road Studio’s in totaal 771 titels, uitsluitend overtroffen door collega George Martin bij het zusterlabel Parlophone. Hiervan bereikten in totaal 25 titels de toppositie van de UK-charts.

Naast producent was Paramor ook leider van zijn eigen orkest en dit orkest is waarschijnlijk waar Paul McCartney aan dacht toen hij uitriep: “Toch niet Paramor!”

OPNAMEVARIATIES
The Beatles hadden niet het gevoel dat de klassieke pretenties van Yesterday bij hun imago paste en brachten het niet uit als single in Engeland. Ze speelden Yesterday wel live op 14 augustus in The Ed Sullivan Show voor een publiek van zo’n drieënzeventig miljoen kijkers, met McCartney vergezeld door een strijkkwartet dat uit het Ed Sullivan Orchestra was samengesteld.

Toen het de volgende maand werd uitgebracht als een Capitol-single, bereikte Yesterday de top van de Billboard-hitlijst.

NIEUWE MIXEN
De mastertape werd halverwege de jaren 2000 door George Martin en zoon Giles Martin uit de archieven gehaald om een ​​geheel nieuwe stereomix van het nummer te creëren voor de Cirque du Soleil-show getiteld “Love”. In het begin dachten ze alleen aan het toevoegen van een paar instrumentale maten van Blackbird, maar het resultaat was een onberispelijke productie die veel onvolkomenheden van de vorige stereomixen corrigeerde. Geen vioolpiepjes meer in het eerste couplet en geen fretgeluiden in het laatste couplet. De positionering van de elementen was echter bijna identiek, behalve dat de akoestische gitaar en het strijkkwartet iets meer naar het midden toe waren gepland.

In 2015 zocht Giles Martin opnieuw de originele mastertape op met Sam Okell in de Abbey Road Studio’s om een ​​nieuwe stereomix te creëren voor het compilatiealbum Beatles 1, maar ook daar was het strijkkwartet alleen in MONO te horen.

Lang gewacht, maar eindelijk hebben we nu toch ook een echte STEREO-mix in BDJ’s Cellar full of Remixes!

– Bob de Jong –